Op 1 december a.s. uitspraak over de belastingheffing over de tweede woning in Frankrijk

De Hoge Raad zal uitspraak doen in een zaak over een aanslag inkomstenbelasting van een inwoner van Nederland met een tweede woning in Frankrijk.

Achtergrond
Volgens het belastingverdrag tussen Nederland en Frankrijk heeft Frankrijk het recht om van een Nederlandse inwoner belasting te heffen over diens tweede woning in Frankrijk. Die woning valt in Nederland wel in de zogenoemde box 3 (inkomsten uit vermogen), maar Nederland moet over het Franse vermogen een aftrek verlenen ter voorkoming van dubbele belasting.
Deze zaak gaat ondermeer over de vraag of voor de berekening van dat Franse vermogen waarvoor Nederland een aftrek moet verlenen ook de leningen, waarmee de tweede woning in Frankrijk is gefinancierd, in aanmerking moeten worden genomen. Als het antwoord nee is, zou dit voor de woningeigenaar gunstig zijn omdat hij dan over de volle waarde van de Franse woning aftrek heeft in Nederland, waardoor zijn inkomstenbelasting lager wordt. Het gaat hier om een kwestie waarover door fiscale deskundigen verschillend wordt gedacht. Het hof Amsterdam heeft op 27 april 2005 (zie LJN AT6193) de woningeigenaar op dit punt in het ongelijk gesteld.

Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De woningeigenaar heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. Eén van zijn argumenten is dat de heffing over het vermogen van box 3 in feite een vermogensbelasting is en dat op grond van een arrest van de Hoge Raad voor de vermogensbelasting de schulden niet in mindering behoeven te worden gebracht op het buitenlandse vermogen (HR 20 april 1983, nr. 20916, BNB 1983/203).

Advocaat-generaal mr. J.A.C.A. Overgaauw heeft in zijn conclusie geadviseerd het cassatieberoep gegrond te verklaren (zie voor deze conclusie rechtspraak.nl, LJN AV5017).

De Hoge Raad doet op vrijdag 1 december, 10.00 uur, uitspraak in deze zaak.
Vervolgens zal rond 10.45 uur een samenvatting van deze uitspraak worden gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten. De uitspraak zelf (rolnr. 42211) wordt vrijwel gelijktijdig op de website rechtspraak.nl gepubliceerd.

Op vrijdag 1 december zal persraadsheer mr. E.J. Numann van 11.00 â 12.00 uur bereikbaar zijn voor een korte toelichting.

Voor nadere informatie:
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070 â 3611236

Den Haag, 28 november 2006


Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 29 november 2006