SGP



01 - 12 - 06 | Generaal pardon

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Het is al een aantal jaren geleden dat de nieuwe Vreemdelingenwet in werking is getreden onder verantwoordelijkheid van staatssecretaris Cohen en het Paarse kabinet. Ook in die periode is de vraag aan de orde geweest hoe wij moesten omgaan met situaties die nog onder de oude Vreemdelingenwet vielen. Er is toen voor gekozen om geen generaal pardon in te stellen, maar om op grond van een inhoudelijke beoordeling van individuele zaken met een uitgebreide rechterlijke toets zekerheid te bieden. Uiteindelijk is er onder een van de kabinetten-Balkenende na langdurige discussie een eenmalige regeling getroffen waarmee alsnog een vorm van pardon is toegekend aan langdurig in Nederland verblijvende asielzoekers. Daarna zijn er nog regelmatig discussies gevoerd over dit onderwerp. De conclusie van een duidelijke parlementaire meerderheid was dat wij het hierbij moesten houden. Vandaag vindt er opnieuw een discussie plaats over een generaal pardon, een nieuwe regeling voor mensen die onder de oude Vreemdelingenwet Nederland binnen zijn gekomen. De gewijzigde samenstelling van de Tweede Kamer lijkt daarvoor nieuwe mogelijkheden te bieden.

De positie van mijn fractie kan ik helder markeren: wij waren en wij blijven tegenstander van een generaal pardon. De argumenten die wij in vorige debatten uitvoerig uiteen hebben gezet, gelden nog steeds. Ik herhaal deze argumenten in het kort. De overheid zou haar eigen beleid ondergraven. Wij kennen een uitvoerige parlementair gelegitimeerde asielprocedure met allerlei mogelijkheden om beslissingen aan te vechten en met de mogelijkheid om in schrijnende situaties individueel recht te doen door uitzonderingen te maken. Dat kan niet allemaal zomaar met een heel algemene maatregel opzij worden gezet. Daarmee zou het eigen beleid worden ondergraven. Een ander bezwaar is dat het voorstel strijdt met de rechtsgelijkheid ten opzichte van degenen die volgens de normale procedures zijn behandeld, die consequenties hebben getrokken toen hen zekerheid werd geboden met de laatste rechterlijke uitspraak en die het land hebben verlaten.

Er is nog een laatste bezwaar, los van de uitvoeringsperikelen en nieuwe grensdiscussies die onvermijdelijk aan elke eenmalige regeling of herhaalde eenmalige regeling zijn verbonden. Elke pardonregeling roept weer een nieuwe pardonregeling op. Laten wij dit nuchter vaststellen en ervaringen in andere landen erbij betrekken. Het is een naïeve gedachte dat wij het verleden achter ons kunnen laten door met een schone lei te beginnen en dat voortaan alles goed zal zijn. In de toekomst zullen er ook onder de nieuwe Vreemdelingenwet weer situaties kunnen ontstaan waarin mensen weer langdurig in ons land verblijven. Hierbij spelen dan ook ongetwijfeld weer allerlei factoren een rol en is het niet altijd makkelijk te duiden aan wie het precies ligt. Wij hopen in dat soort situaties uiteraard dat dit verblijf altijd zo kort mogelijk is en dat zo snel mogelijk zekerheid kan worden geboden.

Laten wij alleen de categorie die eerder zekerheid had, maar illegaal in Nederland is gebleven, duidelijk maken dat zekerheid er niet pas is zodra een verblijfsvergunning wordt verstrekt, maar ook kan betekenen dat je uiteindelijk een negatieve beslissing te accepteren hebt.

Er zijn genoeg argumenten tegen een generaal pardon aan te voeren. Ik wil het daarbij alleen niet houden. Voor mijn fractie zit er ook altijd een andere kant aan. Het is niet alleen: regels zijn regels. Naast rechtvaardigheid is barmhartigheid voor mijn fractie eveneens een belangrijke maatstaf, ook in het vreemdelingenbeleid. Humanitaire aspecten moeten zwaar wegen. Daarom heeft mijn fractie altijd gepleit voor het op normale, inhoudelijke manier beoordelen van individuele situaties met ruimhartige gebruikmaking van de zogenoemde discretionaire bevoegdheden. Daar pleit zij nog steeds voor. Als mensen uiteindelijk niet terug kunnen, hoewel zij dat willen, vindt mijn fractie dat er alsnog een verblijfsvergunning moet kunnen worden verstrekt. Dan moeten mensen zelf wel de bereidheid hebben om consequenties te verbinden aan een negatieve uitspraak. Kortom: er moet blijvend ruimte zijn voor maatwerk in de daadwerkelijk schrijnende situaties die zich kunnen voordoen. Laten wij er in de toekomst alles aan doen om te voorkomen dat onder de nieuwe Vreemdelingenwet een vergelijkbare problematiek kan ontstaan. Wij zien nu alweer achterstanden ontstaan. Laat dat ook maar eens bij de formatie besproken worden. Het helpt niet om te zeggen: als u maar een aantal jaar in Nederland verblijft, krijgt u automatisch een verblijfsvergunning, want, of wij het leuk vinden of niet, dat heeft, zo blijkt uit de geschiedenis en leert de ervaring in omringende landen, tot gevolg dat mensen zich vanuit hun begrijpelijke wens om hier een verblijfsvergunning te krijgen zo gaan gedragen dat die termijn ook wordt gehaald. Dat was een aantal jaar geleden een van de voornaamste redenen waarom er veel meer asielzoekers naar Nederland dan naar andere landen gingen, zo bleek uit de analyses. Het credo was dat wat je ook in Nederland deed, als je maar volhield, hoe moeilijk dat ook was, je een verblijfsvergunning kreeg, omdat er uiteindelijk wel een "schone lei"-situatie ontstond. Dat signaal, die boodschap moeten wij niet uitdragen. Geen gemakkelijk generaal pardon, wél maatwerk met ruimte voor barmhartigheid in individuele gevallen. Dat is een heldere, billijke en verantwoorde koers. Generaal pardon