LEI

LEI en RIVM monitoren de effecten van derogatie

30 nov 2006
Onderdeel: LEI

Het LEI ontving in oktober een grote opdracht van het Ministerie van LNV voor uitvoering van het programma 'Uitbreiding en optimalisatie Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid' (LMM). Dit programma van vier jaar wordt uitgevoerd met het RIVM. Het moet een belangrijke bijdrage leveren aan de onderbouwing van het Nederlandse derogatieverzoek voor de periode na 2009, en biedt daarnaast veel informatie voor praktijk en onderzoek. Door een slimme koppeling met regionale meetnetten speelt het vernieuwde LMM ook in op de Kaderrichtlijn Water.

Volgens een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in 2003 bleef Nederland in gebreke bij de uitvoering van de Nitraatrichtlijn. Om aan de eis van het Hof te voldoen is met ingang van 1 januari 2006 een stelsel van gebruiksnormen ingevoerd waarmee het gebruik van dierlijke mest wordt beperkt tot 170 kg stikstof per hectare. Vanwege de hoge graslandopbrengsten in Nederland heeft de Europese Commissie echter toegestaan dat graasdierbedrijven met minimaal 70% grasland onder bepaalde voorwaarden die bovengrens mogen optrekken tot maximaal 250 kg, de zogeheten derogatie. Deze toestemming geldt voor de jaren 2006 tot en met 2009. De Nederlandse overheid is verplicht is om de effecten van derogatie uitvoerig te monitoren en de resultaten jaarlijks aan de Commissie te rapporteren. Om met ingang van 2010 opnieuw een derogatie te krijgen, zal Nederland in de loop van 2009 een geactualiseerde wetenschappelijke onderbouwing moeten aanleveren.

De door de Commissie vereiste monitoring wordt vanaf nu op een efficiënte manier geïntegreerd in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Het LMM is begin jaren negentig gestart om de effecten van het mestbeleid te kunnen evalueren. Het RIVM zorgt voor de monitoring van de waterkwaliteit, het LEI legt de bedrijfsvoering en financieel-economische resultaten gedetailleerd vast in zijn Bedrijven-Informatienet. Voor de periode 2006-2009 is het LMM uitgebreid, zowel wat betreft de hoeveelheid vast te leggen gegevens als het aantal bedrijven. Aan het vernieuwde LMM nemen in totaal 545 bedrijven deel. Hiermee wordt niet alleen aan de voorwaarden van Brussel voldaan, maar er ontstaat ook een uniek gegevensbestand waarmee de doorwerking van het beleid in de bedrijfsvoering, de bedrijfsresultaten, de milieudruk en de milieukwaliteit kan worden geanalyseerd. De resultaten daarvan zullen naar de praktijk worden overgedragen door onder meer elektronische nieuwsbrieven, trainingen en samenwerking met het Groen Onderwijs. Ook is voorzien in internationaal wetenschappelijke communicatie van deze resultaten. Op de website van het LEI is een dossier geopend met nadere informatie over het onderwerp.
Er wordt gewerkt aan een slimme en efficiënte koppeling van het LMM met regionale meetnetten, waardoor de informatie in de nabije toekomst ook kan worden gebruikt voor een gebiedsgerichte benadering van waterkwaliteit, zoals vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Water. Zie Dossier derogatie

Contact
Joan Reijs
joan.reijs@wur.nl
» meer Contact