Ruimtelijk Planbureau

In 2025 meer alleenstaanden buiten de grote stad

29.11.2006


De komende twintig jaar neemt het aantal alleenstaanden naar verwachting met 800 duizend toe tot 3,3 miljoen. Die toename doet zich in vrijwel alle gemeenten voor. Op dit moment wonen alleenstaanden vooral in de grote steden. Meer dan 40 procent van alle huishoudens in de grote stad bestaat uit alleenstaanden. In 2025 is dat ook het geval in verschillende randgemeenten, terwijl het aantal alleenstaanden in de grote steden naar verhouding hetzelfde blijft. De toename van het aantal alleenstaanden wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de vergrijzing: ruim de helft van die toename komt voor rekening van de 65-plussers. Daarnaast gaan er meer paren uit elkaar.

Dit blijkt uit cijfers van de vandaag door het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uitgebrachte Regionale huishoudensprognose 2005-2025. Voor het eerst wordt ook de regionale ontwikkeling van de huishoudens van allochtonen voorspeld.
---

Toename alleenstaanden in alle provincies

In alle provincies neemt het aantal alleenstaanden toe. In de provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant vindt ruim de helft van de groei van het totaal aantal alleenstaanden in Nederland plaats. In 2025 zal de provincie Noord-Holland naar verwachting met 46 procent nog steeds het grootste aandeel alleenstaanden hebben, gevolgd door Groningen met 44 procent. In Flevoland en Drenthe wonen over twintig jaar, net als in 2005, relatief weinig personen alleen. Ongeveer een derde van de huishoudens in deze provincies betreft alleenstaanden.

Verschil alleenstaanden in stad en randgemeenten neemt af

Op dit moment bestaat rond de helft van alle huishoudens in universiteitssteden als Wageningen, Groningen en Amsterdam, uit alleenstaanden. Dit aandeel zal over twintig jaar ongeveer even hoog zijn. Ook in de andere grote steden, zoals Den Haag of Leeuwarden zal het aandeel alleenstaanden tussen 2005 en 2025 amper stijgen. In veel randgemeenten neemt het aandeel alleenstaanden daarentegen flink toe waardoor het verschil tussen stad en randgemeenten kleiner wordt. Zo ligt in 2025 het aandeel alleenstaanden in bijvoorbeeld Amstelveen, Zandvoort, Bussum of Diemen tussen de 45 en 50 procent.

Ook meer alleenstaanden in plattelandsgemeenten

De groei van het aandeel alleenstaanden doet zich niet alleen rondom de stad voor. In veel plattelandsgemeenten in het noorden, oosten en zuiden van het land stijgt het aandeel van onder de 25 naar boven de 30 procent. In 2025 is er naar verwachting nog maar één gemeente in Nederland (Staphorst) waar minder dan een kwart van de huishoudens een alleenstaande betreft.

Vergrijzing en alleenstaanden

Ruim de helft van de groei van het aantal alleenstaanden is het gevolg van de vergrijzing. Als gevolg van het overlijden van de partner zal een groot deel van de 65-plussers alleen achterblijven. Ook zullen steeds meer alleenstaanden naar verwachting zelfstandig blijven wonen. Hierdoor zal het aantal alleenstaande ouderen stijgen van 750.000 in 2005 tot 1,2 miljoen in 2025.
Een ander deel van de groei van het aantal alleenstaanden komt doordat steeds meer mensen uit elkaar gaan en daarna alleen gaan wonen, ofwel tijdelijk of voor altijd.

Forse stijging van niet-westerse allochtone alleenstaanden

Het aantal alleenstaanden van niet-westerse allochtone afkomst stijgt de komende jaren van ruim 250.000 in 2005 naar ruim 400.000 in 2025. Deze stijging van zestig procent is ongeveer twee keer zo groot als de stijging van het aantal autochtone alleenstaanden. Niet-westerse allochtonen wonen op dit moment vaker alleen dan autochtonen. Onder niet-westerse allochtonen zal het aantal alleenstaanden in de komende periode van jong tot oud toenemen, terwijl bij de autochtonen het aantal alleenstaanden onder de jongeren afneemt en onder de ouderen toeneemt.
Het aantal niet-westerse alleenstaanden zal sterk toenemen in de randgemeenten, terwijl in de grote steden sprake is van een lichte stijging.

---

EINDE PERSBERICHT

Technische toelichting

De cijfers in dit persbericht zijn afkomstig uit Regionale huishoudensprognose 2005-2025 van het RPB en het CBS. De definitie van alleenstaanden (of eenpersoonshuishoudens) is conform de CBS definitie: personen die alleen in een woonruimte zijn gehuisvest. Tot de alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren.
In de regionale huishoudensprognose zijn ook resultaten opgenomen over andere typen huishoudens: paren met/zonder kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens.
In de regionale huishoudensprognose zijn ook resultaten opgenomen over allochtone huishoudens. Tot allochtonen worden, conform de CBS defintie, alle personen gerekend van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Tot de categorie 'niet-westers' behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Tot de categorie 'westers' behoren allochtonen uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan.
De resultaten van de regionale huishoudensprognose zijn consistent met de nationale huishoudensprognose die het CBS eind 2004 heeft opgesteld. Dit betekent dat de cijfers over het totaal van gemeenten overeenkomen met de cijfers uit de nationale huishoudensprognose. Bovendien sluit deze prognose aan op de regionale bevolkings- en allochtonenprognose die RPB en CBS in juni van dit jaar hebben uitgebracht.
Gedetailleerde cijfers over de regionale huishoudensprognose zijn te vinden op de website van het RPB (www.rpb.nl/prognoses) en in de databank StatLine op de website van het CBS (www.cbs.nl).