College van Beroep voor het bedrijfsleven
Verzoek vrijstelling verplichte volksverzekeringen
In het algemeen mag ervan worden uitgegaan dat een persoon die een
verzoek om vrijstelling van de verplichte volksverzekeringen indient,
als verplicht verzekerde ingevolge de volksverzekeringen moet worden
aangemerkt. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die het
orgaan, en ook de rechter, ertoe nopen om in verband met het verzoek
en de daarop te geven beslissing de positie van de betrokkene in
relatie tot de regelingen betreffende de verplichte verzekering in
ogenschouw te nemen. Tot die omstandigheden valt onder meer te rekenen
het geval dat die positie in verband met de toepasselijkheid van
supra- of internationale regelingen inzake sociale zekerheid niet
zonder meer duidelijk is. De Raad komt tot het oordeel dat zich ten
aanzien van betrokkene geen bijzondere situatie voordoet die tot een
uitzondering op de algemene regel zou moeten lijden. De Raad heeft
daarbij mede in aanmerking genomen dat betrokkene tevens aan de
belastingdienst om vrijstelling van de premieplicht voor de
volksverzekeringen heeft verzocht, met als uitkomst dat hij vanaf het
jaar 1999 vrijgesteld is van de verplichting om onder meer over zijn
Britse marine pensioen premies volksverzekeringen te betalen. Nu
betrokkene het door hem beoogde resultaat heeft bereikt, ziet de Raad
geen grond om de vraag of hij inderdaad in Nederland
verzekeringsplichtig was voor de volksverzekeringen aan een nader
onderzoek te onderwerpen.
LJ Nummer
AZ1078
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 29 november 2006 Naar boven