Proefinstallatie voor afvang CO2 E.ON Benelux

E.on benelux b.v.

P E R S B E R I C H T

TNO coördineert deelproject CATO
Proefinstallatie voor afvang CO2 bij E.ON Benelux op Maasvlakte

Rotterdam, 24 november 2006 - De energiecentrale van E.ON Benelux op de Maasvlakte gaat een proefinstallatie voor de afvang van CO2 uit rookgassen van industriële installaties huisvesten. De installatie is een onderdeel van het CATO-project, een landelijk initiatief om kennis over de vermindering van CO2-emissies te bundelen en vergroten.

Doel van het deelproject bij E.ON Benelux is het testen van nieuwe methoden en technieken voor CO2 afvang uit rookgassen onder realistische procescondities bij een draaiende kolencentrale. Ook kan de betrouwbaarheid van procesmodellen, die eerder zijn ontwikkeld op basis van laboratoriumonderzoek bij TNO, worden getest.

.Post-combustion capture.
Het deelproject bij E.ON richt zich op de zogenoemde .post-combustion capture., waarbij CO2 uit de rookgassen van de installatie wordt verwijderd met behulp van membranen of absorptiemiddelen (dit zijn waterige oplossingen van amineverbindingen). Het deelproject wordt gecoördineerd door TNO, dat ook een belangrijke kennisbijdrage levert. Bij TNO vinden onder meer de laboratoriumproeven plaats van de methoden die in 2007 en 2008 bij E.ON op grotere schaal worden getest.

Voor het proefproject bouwen TNO en E.ON Benelux bij de kolencentrale op de Maasvlakte een proefinstallatie, waarmee de prestaties van CO2-afvangtechnieken nauwkeurig gemeten kunnen worden. De milieu- en bouwvergunningen worden hiervoor momenteel aangevraagd. Naar verwachting kan in het voorjaar van 2007 met de bouw worden begonnen. Een half jaar later zal de installatie in gebruik worden genomen. Er zullen membraanmodules en absorptiemiddelen worden getest. Hiervoor onttrekt de installatie een klein deel van de rookgassen uit de schoorsteen van de centrale om deze te behandelen.

CATO
In het CATO programma wordt de kennis ontwikkeld die nodig is voor een sterke vermindering van de CO2 emissies die vrijkomen bij het verbranden van fossiele brandstoffen, met name in centrales en bij grote industriële processen. Naast de verschillende manieren om CO2 af te vangen zijn er bijvoorbeeld ook deelprojecten die aandacht besteden aan het transport en de opslag van CO2. Met het hele programma is een totaalbedrag van ruim 25 miljoen Euro gemoeid. De helft daarvan is overheidssubsidie van het Ministerie van Economische Zaken. Mede door de inbreng van een groot aantal partners, waaronder TNO, universiteiten, bedrijfsleven en milieuorganisaties, is CATO het belangrijkste initiatief op het gebied van een schoon gebruik van fossiele brandstoffen in Nederland.

E.ON
Met een omzet van 56 miljard Euro en ongeveer 80.000 medewerkers is E.ON het grootste private energiebedrijf in de wereld. De onderneming heeft een leidende positie in technologische vernieuwing. Ook E.ON Benelux draagt actief bij aan innovatieve ontwikkelingen.
Op weg naar duurzame energievoorziening kan de wereld voorlopig nog niet zonder energie uit fossiele brandstoffen. De onderzoeksactiviteiten richten zich daarom zowel op het schoner en efficiënter maken van de bestaande energievoorziening als op de ontwikkeling van nieuwe duurzame methoden.
E.ON Benelux vindt het CATO-project belangrijk, omdat de onderneming op dit moment vergevorderde plannen heeft voor de bouw van een nieuwe kolencentrale (MPP3) op de Maasvlakte. Deze centrale zal worden voorbereid op de afvang van CO2. Deze technologie is op dit moment nog niet op industriële schaal beschikbaar.

E.ON heeft in dit kader op 31 oktober jl. een wereldwijd technologie-initiatief aangekondigd. Hiermee wil de onderneming ontwikkelingen versnellen op het gebied van CO2-arme energieproductie uit fossiele brandstoffen en ontwikkeling van duurzame productiemethodes (wind en biogas). CO2-reductie staat in dit initiatief centraal. In Duitsland staat onder meer een demonstratieproject op stapel voor de bouw van een kolencentrale met een efficiency van meer dan 50 procent. Hiervoor worden in een separaat project nieuwe materialen ontwikkeld die procescondities met hogere temperaturen en drukken mogelijk maken.
Daarnaast is E.ON partner in het Amerikaanse FutureGen-project. Dit heeft tot doel om in 2012 een emissieloze energiecentrale in gebruik te nemen. In Groot-Brittannië wil E.ON een energiecentrale bouwen waarvan de CO2-emissie in de bodem van de Noordzee wordt opgeslagen.
Zie ook: www.eon.com/en/presse/news-show.do?id=7607

TNO
TNO is een leidend, onafhankelijk kennisbedrijf dat vanuit haar expertise en onderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de concurrentiekracht van bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de kwaliteit van de samenleving als geheel. Door haar veelzijdigheid en capaciteit tot integratie van deze kennis neemt TNO een unieke positie in. Bij TNO werken ruim 4.700 professionals.

TNO werkt vanuit vijf kerngebieden:
. TNO Kwaliteit van Leven
. TNO Defensie en Veiligheid
. TNO Industrie en Techniek
. TNO Bouw en Ondergrond
. TNO Informatie- en Communicatietechnologie

De kerngebieden TNO Industrie en Techniek en TNO Bouw en Ondergrond nemen deel in het CATO project. Het eerstgenoemde kerngebied richt zich op de ontwikkeling van technieken om CO2 op een kosteneffectieve wijze af te kunnen vangen bij verschillende energieconversieprocessen. TNO Bouw en Ondergrond richt zich op het vraagstuk de opslag van CO2 in de aarde op een gecontroleerde en veilige wijze te laten plaatsvinden. Beide stappen zijn essentieel om in de komende decennia een schoon gebruik van fossiele brandstoffen mogelijk te maken. Na de overheid is TNO de grootste investeerder in de kennisontwikkeling voor CATO.


Noot voor de redactie,