Radboud Universiteit Nijmegen
Nijmeegse ballon vermindert bijwerkingen prostaatbestraling
Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder mannen.
Volgens cijfers van het Koningin Wilhelmina Fonds wordt de ziekte per
jaar bij ongeveer 8000 mannen ontdekt (cijfers 2003). Bestraling van
de tumor in de prostaat heeft het beste resultaat met een hoge
bestralingsdosis, maar dat leidt tot meer blijvende schade aan de
darmen en de anus. Dit kan na anderhalf tot twee jaar tot ingrijpende
bijwerkingen leiden, zoals darmbloedingen, en faecale incontinentie.
De Nijmeegse ballon van Emile van Lin houdt darm en prostaat
letterlijk bij elkaar uit de buurt waardoor de darm minder straling
opvangt.
Van Lin over het principe van de ballon: "De endeldarm ligt tegen de
prostaat aan. Als de darm leeg is, liggen voor- en achterwand dichtbij
elkaar en tegen het bestralingsgebied (de prostaat) aan. Er is dan
meer darmoppervlak dat geraakt kan worden. Breng je een ballon in, die
je tot 6 centimeter opblaast, dan duw je de achterwand van de darm weg
van het bestralingsgebied. Die loopt dus minder schade op. Critici
zeggen dan: ja maar je duwt de voorkant van de darmwand juist verder
naar voren in het bestralingsgebied. En dat is ook zo. Maar toch zie
je als je de binnenkant van een darm met en zonder ballon vergelijkt,
dat het bestraalde oppervlak kleiner is met ballon."
De methode werkt, aldus Van Lin: "Dat hebben we nu bewezen. We hebben
24 patiënten behandeld met ballon en 24 zonder. Vanaf drie maanden na
de behandeling hebben we hen elke drie maanden terug laten komen,
gevraagd naar hun bevindingen en na 3, 6, 12 en 24 maanden een
endoscopie (darmspiegeling) gemaakt. Patiënten bestraald met ballon
hebben significant minder bijwerkingen op langere termijn en
significant minder ernstige slijmvliesbeschadigingen. Het voorkomen
van die objectieve ernstige slijmvlies beschadigingen wordt gehalveerd
door de ballon. Ook de subjectieve klachten zijn verminderd bij de
patiënten met ballon (daling van 70 procent naar 20 procent), waarbij
vooral het optreden van bloed en slijm bij de ontlasting en een
verstoorde stoelgang zijn afgenomen. Het blijkt dat vooral die
ongecontroleerde stoelgang sociaal belemmerend is."
Minder vaak maar sterker bestralen
Het gebruik van de prostaatballon maakt het in Nijmegen mogelijk het
aantal bestralingen te verminderen. Patiënten hoeven nog maar 28 keer,
verdeeld over zeven weken van vier keer, in plaats van de 35 tot 39
keer zoals in vele andere instituten wordt toegepast. "Met de ballon
is het mogelijk per keer een hogere bestralingsdosis te geven zonder
extra risico's. Hierdoor hoeft een patiënt minder vaak te reizen naar
Nijmegen en kunnen we de capaciteit van onze bestralingstoestellen
beter benutten. Beter voor de patiënt en bedrijfstechnisch
aantrekkelijk".
Ook keek Van Lin naar manieren om de stralingsbundel beter te kunnen
richten op de prostaat, en nog wat specifieker: op de tumor in de
prostaat. Probleem daarbij is dat een prostaat van nature wiebelt.
Met toepassing van de ballon en de modernste bestralingstechniek
(IMRT) is het in theorie mogelijk gebleken om een hogere dosis (90
Gray) op de tumor zelf te geven en een wat lagere dosis (70 Gray) voor
de rest van de prostaat. Momenteel is een gemiddelde dosis van 78 Gray
voor het hele gebied de standaard.
Van Lin: "Dit concept van de zogenaamde Dominant Intraprostatic
Lesion-(DIL)-IMRTbestraling is nog een hypothese. Maar wel een die zo
serieus is, dat we met een artikel hierover de omslag van het
Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift International Journal of
Radiation Oncology Biology and Physics hebben gehaald (zie link
hiernaast). We konden deze methode ook niet eerder testen, juist omdat
je met hogere straling zo moet oppassen voor schade aan de darmen. Die
hoge dosis van 90 Gray, dat kan zonder ballon zeker niet. Met ballon
kunnen we hieraan gaan werken."
Emile van Lin promoveert op woensdag 29 november 2006 aan de Radboud
Universiteit Nijmegen. Zijn proefschrift, getiteld `Targeted
high-precision radiotherapy for prostate cancer' wordt niet uitgegeven
in boekvorm, maar uitsluitend op cd-rom. Dir promotieonderzoek valt
onder het Centre for Clinical and Translational Research van de
Radboud Universiteit.