Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
28 november 2006
Nr. 06/182
Eerste Kamer stemt in met vereenvoudiging Arbeidstijdenwet
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de vereenvoudiging van de
arbeidstijdenwet. Er gaan minder regels gelden voor het maximale
aantal uren dat iemand mag werken en voor nachtarbeid. Aparte regels
voor overwerk worden afgeschaft. Verder worden afspraken over pauzes
een zaak van werkgevers en werknemers.
De wetswijziging is onderdeel van het kabinetsbeleid om het aantal
regels terug te brengen. Door minder en eenvoudigere regels wordt de
internationale concurrentiepositie van Nederland beter. Zeker voor
industriële bedrijven, die vaak met ploegendiensten werken, zijn
soepeler regels voor arbeidstijden belangrijk om met het buitenland te
kunnen concurreren. Daarom beperkt de nieuwe wet zich zoveel mogelijk
tot regels die nodig zijn voor de bescherming van de veiligheid,
gezondheid en welzijn van de werknemer.
In de nieuwe Arbeidstijdenwet staan nog maar vier regels over de
maximum arbeidstijd. De huidige wet kent twaalf verschillende regels.
Zo schrijft de nieuwe Arbeidstijdenwet een maximum arbeidstijd voor
van 12 uur per dienst en 60 uur per week. In een periode van 4 weken
mag een werknemer onder de nieuwe wet gemiddeld maximaal 55 uur per
week werken en per 16 weken gemiddeld 48 uur. Door deze versoepelingen
krijgen werkgevers en werknemers meer ruimte de arbeidstijd per dag en
per week zelf in te vullen.
Ook biedt de nieuwe wet werkgevers en werknemers de vrijheid zelf
afspraken te maken over de praktische details van pauzes, zoals aantal
en tijdstip(pen). Wel blijft in de wet bepaald dat bij diensten van
5,5 uur of langer er een pauze moet zijn. In de nieuwe
Arbeidstijdenwet blijven de regels voor het werken op zondag nagenoeg
ongewijzigd. Het minimum aantal vrije zondagen per jaar blijft 13. In
een cao kan een lager aantal worden afgesproken maar dit mag een
individuele werknemer weigeren.
Verder komt er meer ruimte bij nachtarbeid. Wel blijft de wet
werknemers extra bescherming bieden: een nachtdienst mag in de regel
niet langer zijn dan 10 uur. Voor werknemers die regelmatig
nachtdiensten draaien, mag de werkweek over een periode van 16 weken
gemiddeld niet meer dan 40 uur bedragen. Na één of meer nachtdiensten
geldt een langere rusttijd. Ook het aantal nachtdiensten blijft
beperkt: per 16 weken maximaal 36 diensten waarvan zeven nachtdiensten
achter elkaar. Bij cao of na een afspraak van de werkgever met de
ondernemingsraad mag dit aantal worden verhoogd tot 140 nachtdiensten
per jaar en acht nachtdiensten na elkaar.
Zo'n dubbele norm, waarbij de ruimere norm alleen mag worden toegepast
na een collectieve afspraak (in een cao of tussen werkgever en
medezeggenschapsorgaan), is er in de nieuwe wet alleen nog voor het
aantal nachtdiensten. Op andere punten kent de nieuwe wet, anders dan
nu, nog maar één norm. Dit betekent dat het systeem van standaard- en
overlegregeling, dat kenmerkend is voor de huidige Arbeidstijdenwet,
verdwijnt.
Het wetsvoorstel is tot stand gekomen na raadpleging van de
Sociaal-Economische Raad en volgt op hoofdlijnen het unanieme advies
van de raad. De wet gaat in op 1 april 2007. Nu het wetsvoorstel door
de Eerste Kamer is aangenomen kan ook het Arbeidstijdenbesluit worden
aangepast. Naar verwachting zal het aangepaste Arbeidstijdenbesluit
begin januari worden gepubliceerd.
Voor sectoren die een cao hebben afgesloten komt er een
overgangsregeling. In deze sectoren wordt de nieuwe wet van toepassing
op het moment dat die cao in 2007 afloopt, of eerder wanneer
cao-partijen dat afspreken. Uiterlijk op 1 januari 2008 geldt de wet
voor alle sectoren.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid