Universiteit Leiden

The Science Wars are Over

Het is nu tijd voor nieuwsgierigheid, discussie en samenwerking tussen natuurwetenschappers en degenen die hen bestuderen: wetenschapsfilosofen, -historici en -sociologen. Een workshop van het Lorentz Center en het NIAS biedt een unieke kans daartoe.

Objectiviteit, geloofwaardigheid, autonomie
Natuurwetenschappers doen niet alleen onderzoek, ze worden ook bestudeerd. Hun werk is object van studie van vakken als de wetenschapsfilosofie, de wetenschapsgeschiedenis en de wetenschapssociologie. Veel contact hebben natuurwetenschappers meestal niet met de beoefenaars hiervan. Ze gaan naar andere congressen en lezen andere tijdschriften. Het Lorentz Center en het NIAS (Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences) organiseren daarom in de week van 27 november een workshop voor beide partijen over de verschillende visies op de natuurwetenschappelijke praktijk. Natuurwetenschappers buigen zich samen met filosofen, historici en sociaal wetenschappers over kernbegrippen als objectiviteit, geloofwaardigheid en autonomie van de wetenschap. Een van de dagen is gewijd aan de communicatie van wetenschap naar een breder publiek.

Science Wars
In de jaren negentig woedde, vooral in de Verenigde Staten, een oorlog tussen de bètawetenschappen en de zeer invloedrijke Science Studies: disciplines als wetenschapsfilosofie, wetenschapsgeschiedenis en vooral de wetenschapssociologie die, veelal geschoeid op postmoderne leest, de praktijk van het natuurwetenschappelijk onderzoek bestudeerden, en daarbij vooral de maatschappelijke en culturele bepaaldheid van wetenschapsbeoefening en wetenschappelijke resultaten wilden blootleggen.

Boze boeken
Dat deden ze, volgens de natuurwetenschappers, in een nonsens verhullend postmodern jargon, niet gehinderd door enige natuurwetenschappelijke kennis, en met het voornaamste doel de pretenties van de natuurwetenschappers te demaskeren en hen een toontje lager te laten zingen. De harde wetenschap zette de tegenaanval in met boze boeken die titels droegen als Higher Superstition, en met ludieke acties als het aanbieden van een postmodern nepartikel over kwantumfysica aan een Science Studies-vakblad. Een artikel dat grif werd geplaatst. De auteur, Alan Sokal, onthulde hoe de vork in de steel zat, en het aldus ontketende schandaal zorgde ervoor dat het brede publiek ook mocht meegenieten.

Nieuwsgierigheid
De Science Wars zijn nu voorbij, en de workshop is dan ook niet bedoeld als verzoeningsritueel, zegt wetenschapsfilosoof James McAllister, verbonden aan de Leidse Faculteit der Wijsbegeerte. Hij is een van de organisatoren van de workshop en doet zelf onder meer onderzoek naar de invloed van emoties op beslissingen van wetenschappers. Het is tijd voor een nieuwe fase in de discussie, een fase van heropening van contacten. Sleutelwoorden daarin zijn: openheid van discussie en nieuwsgierigheid naar elkaars standpunten: nieuwsgierigheid naar wat je gesprekspartner denkt over wat jij als jouw onderzoek ziet. Alle sprekers hebben ervaring met dezelfde dingen, ze hebben soms alleen radicaal andere perspectieven, curricula en standpunten. Bij mijn weten is dit de eerste keer dat een dergelijke workshop wordt georganiseerd.

Weinig te vrezen
De Science Wars hebben geen winnaar of verliezer. Ze waren niet constructief, en soms ook niet beschaafd, vervolgt hij. Iedereen heeft ervan geleerd. Als je erop terugkijkt, zie je dat een aantal wetenschapsfilosofen en -historici, en een aantal onderzoekers van de sociale context van wetenschap inderdaad minder op de hoogte waren van de technische aspecten van het natuurwetenschappelijk onderzoek dan ze hadden moeten zijn. Ze hadden hun huiswerk beter moeten doen. Aan de andere kant zie je ook dat het alarm van de natuurwetenschappers een beetje overdreven was. Eigenlijk hadden ze weinig te vrezen van de Science Studies, als je bedenkt hoe radicaal uiteenlopend de standpunten binnen de natuurwetenschappen zelf waren. Een verdeeldheid waarvan de Science Studies dankbaar gebruik maakten.

Onverwachte allianties
Een heel belangrijke ontwikkeling is dat we moeten beseffen dat er veel diversiteit en onenigheid is binnen de verschillende disciplines op het punt van de filosofische veronderstellingen van het vak, zegt McAllister. Je kunt nu als natuurkundige niet meer zeggen "De natuurkunde denkt dit", en ik kan als wetenschapsfilosoof niet meer zeggen "De wetenschapsfilosofie denkt dat." Dan word ik onmiddellijk teruggefloten door mijn vakgenoten, die er misschien een heel andere mening op na houden. In deze workshop gaan individuele wetenschappers met elkaar in debat. Zo kun je onverwachte allianties krijgen, bijvoorbeeld van een realist in de natuurwetenschap met een realist in de wetenschapsfilosofie. En een constructivist in de natuurwetenschap die heb je ook kan het helemaal eens zijn met een constructivistisch wetenschapsfilosoof.

Vakmensen
McAllister: Wat ik zelf vind? De natuurwetenschappen vormen een enorme intellectuele beweging, een grandioos cultureel product en een belangrijke sociaal-economische macht. Het is ondenkbaar dat we ze níet centraal stellen in ons wereldbeeld. Maar dat kunnen we doen vanuit verschillende invalshoeken. Ten eerste die van de vakmensen zelf, die directe ervaring hebben, en inzichten die niemand anders heeft. Maar ook kunnen we de wetenschap zien als object. Wij, met onze training, kunnen weer dingen zeggen die natuurwetenschappers niet kunnen zeggen.

Lorentz Center en NIAS slechten kloof alfa en bèta De workshop Perspectives on Scientific Practice from Science and the Science Studies is de officiële aftrap van een nieuwe samenwerking tussen Lorentz Center en NIAS. Het Leidse Lorentz Center brengt door het jaar heen natuurwetenschappers van over de hele wereld bij elkaar om zich in workshops van een week over belangrijke problemen te buigen. Het NIAS nodigt alfa- en gammawetenschappers uit om een semester of een jaar in alle rust aan onderzoek te werken. Wetenschappelijk directeuren Wim Blockmans (NIAS, beroep: hoogleraar middeleeuwse geschiedenis) en Wim van Saarloos (Lorentz Center, beroep: hoogleraar theoretische fysica) vonden de kloof tussen alfa en bèta te groot, en wilden meer transdisciplinaire contacten. Dit resulteerde in de aanstelling van Lorentz fellows aan het NIAS, maar ook in een reeks transdisciplinaire workshops volgens het stramien van het Lorentz Center. Perspectives on Scientific Practice is de eerste daarvan.

Publiekslezing: Public Engagement with Research. The Real Challenge for the 21^st Century

Donderdag 30 november, 17.15 18.00 uur, daarna discussie

Spreker: John Durant, directeur van het MIT Museum, Cambridge, Mass.

Toen hij in 2005 directeur van het Museum van het Massachusets Institute of Technology werd zei John Durant: The MIT Museum should be a living place where the public not only enjoys exhibitions but also engages with scientists and technologists doing cutting-edge work in the here-and-now. Zijn lezing gaat over de verschuiving in de wetenschapscommunicatie van uitleg naar dialoog. Hoe kunnen universiteiten het publiek meer betrekken bij de wetenschap? Over John Durant

Perspectives on Scientific Practice from Science and the Science Studies

Lorentz Center workshop
27 november 1 december 2006

Wetenschappelijke coördinatoren: dr. Dirk van Delft, dr. James McAllister en prof. dr Rob Visser (Universiteit Leiden)

Programma en beschrijving

Informatie over deelname aan de workshop:

Links

* De workshop

* Het Lorentz Center

* Het NIAS

(14 november 2006/HP)