Radboud Universiteit Nijmegen


Verbieden van roken helpt niet, een goed gesprek wel

Afspraken die ouders met hun kinderen maken om niet te roken voor hun achttiende bijvoorbeeld, werken niet. Een goed gesprek werkt wèl, concludeert de Nijmeegse onderzoekster Zeena Harakeh. Ze promoveert 27 november.

Zeena Harakeh volgde ruim 400 gezinnen met twee opgroeiende kinderen over een periode van drie jaar en heeft de afzonderlijke gezinsleden bevraagd over hun gedrag. Opvallend is dat veel ouders niet weten en ook niet goed kunnen inschatten of hun kinderen ooit hebben gerookt of nu roken. Omgekeerd hebben adolescenten wel een juist beeld van het rookgedrag van hun ouders. Naast leeftijdgenoten spelen ouders een rol bij het al dan niet gaan roken van kinderen: door hun opvoeding, door hoe ze over roken denken en door hun eigen voorbeeldgedrag qua roken. Opmerkelijk genoeg heeft het verbieden van roken of afwijzing van roken, of het uitvaardigen van een rookverbod, geen invloed op het gaan roken van jongeren. Vaak praten over roken helpt niet om jongeren van de sigaret af te houden, sterker nog: het kan zelfs averechts werken. Een goed gesprek over rookgerelateerde onderwerpen met respect voor elkaars positie kan wel leiden tot het gewenste gedrag. De onderzoekster vindt dat preventieprogramma's niet alleen gericht moeten zijn op de jongeren, maar ook op de omgeving; familie, vrienden en leeftijdgenoten.

In de 400 gezinnen die Zeena Harakeh volgde, rookte ongeveer 7 procent van de 13-16 jarigen wekelijks; van de 15-18 jarigen was dat 15%. Uit ander onderzoek van het Behavioural Science Institute blijkt dat slechts één op de vijf jongeren die regelmatig rookt van plan is op korte termijn te stoppen. En van degenen die stoppen lukt dat slechts een klein percentage. Zojuist is aan de Radboud Universiteit een nieuwe studie gestart te achterhalen waarom stoppen zo moeilijk is en wat er voor zorgt dat de ene jongere het stoppen wél volhoudt en de andere niet.
Meer informatie over dit onderzoek: zie de link hiernaast.