BredeSchoolNet


Ontschotten jeugdbeleid kost 345 miljoen

maandag 27 november 2006

Gemeenten denken 345 miljoen euro nodig te hebben om Operatie Jong uit te voeren. Dat blijkt uit een quick scan van de VNG.

De VNG, de vereniging Nederlandse gemeenten, is blij met het advies van jeugdcommissaris Steven van Eijck over het jeugdbeleid. De centrale boodschap hierin is dat het jeugdbeleid zich moet afspelen op lokaal en regionaal niveau, dichtbij jeugdigen en ouders. Prachtig vinden de gemeenten, alleen missen zij een financiële paragraaf in Kompas voor het nieuwe kabinet, zoals het advies heet. Daarom liet de VNG een quick scan uitvoeren. Die moest duidelijk maken hoeveel geld er nodig is om de ambities van Operatie Jong op lokaal niveau te realiseren. De scan komt uit op 345 miljoen extra per jaar.

De gemeenten vertalen het rijksbeleid voor de jeugd in de zeven activiteiten. Centra voor jeugd en gezin, 100% dekkende zorgadviesteams, structurele impuls opvoed- en opgroei-ondersteuning voor alle gemeenten, evidence based opvoedondersteuning (bijvoorbeeld Triple P), overname door gemeenten van bureau jeugdzorg afgebouwde taken, onderhoud elektronisch kinddossier, digitale verwijsindex en bestuurlijke regievoering gemeenten.

Respectievelijk kosten de zeven activiteiten:

Centra voor jeugd en gezin

95 miljoen

100 % dekkende zorg en adviesteams

145 miljoen

Structurele impuls opvoed en opgroei-ondersteuning voor alle gemeenten

58 miljoen

Evidence based programmas

15 miljoen

Overname door gemeenten van door bureau jeugdzorg afgebouwde taken

8.7 miljoen

Onderhoud Elektronisch kinddossier

13,6 miljoen

Digitale verwijsindex


1 miljoen

Bestuurlijke regievoering gemeenten

8,7 miljoen

Totaal bedrag

345 miljoen

De 345 miljoen euro bedrag moet, samen met de bestaande regelingen, worden ondergebracht in één financiële regeling en worden toegevoegd aan het gemeentefonds. Bundeling van bestaande financieringsstromen tot een structureel budget voor alle gemeenten is het antwoord op de versnipperde, incidentele en tijdrovende projectfinanciering, waarmee gemeenten nu te maken hebben.