KNMG
Belang patiënt gaat boven belang zorgverzekeraar
Reactie op plan Menzis om gezondheidscentra op te zetten
Zorgverzekeraar Menzis gaat in eigen beheer een keten opzetten van circa 50 gezondheidscentra met huisartsen, fysiotherapeuten, apothekers en psychologen. Leidt dat niet tot onacceptabele invloed van de verzekeraar op de zorg, en tot verschraling van de zorg voor de patiënt?
Nee, zegt de directeur zorg van Menzis. Wij weten het echter zo net nog niet. Een oogmerk van Menzis is immers, dat patiënten minder snel naar het ziekenhuis worden doorverwezen. En als ze al worden doorverwezen, dan naar 'specialisten waarvan èn de verzekeraar èn de huisarts vinden' dat ze goed en voordelig werken. Goedkopere zorg, geeft Menzis toe, is een belangrijke drijfveer voor deze gezondheidscentra. Een bedenkelijke ontwikkeling, want patiënten zijn immers gebaat bij de juiste zorg, die lang niet altijd 'goedkoper' is.
Nu is er niets tegen zorg die zowel goed als voordelig is, maar als we Menzis goed beluisteren staat het belang van de patiënt niet persé voorop. Cruciale vraag is welke zeggenschap de baas (Menzis) over de zorg in die centra zal hebben, in relatie tot de verantwoordelijkheid van de arts, en wat dat uiteindelijk betekent voor wat patiënten mogen verwachten.
In commercieel geëxploiteerde gezondheidscentra, ziekenhuizen en behandelcentra ligt steeds het gevaar op de loer dat commerciële overwegingen belangrijker zijn dan de zorg zelf. Dat is waar wij bezwaar tegen hebben, en niet zozeer tegen het feit dat de zorgverzekeraar gezondheidscentra gaat exploiteren.
Daarom vinden wij het belangrijk dat bij commerciële exploitatie van zorginstellingen, of dat nu door een zorgverzekeraar of door anderen gebeurt, vóóraf afspraken worden gemaakt over de verdeling van verantwoordelijkheid tussen de exploitant en de artsen die in het centrum of de instelling werken. De zorgverzekeraar exploiteert, de arts bepaalt welke diagnostiek en welke therapieën en verwijzingen nodig zijn. Patiënten moeten altijd op de professionaliteit van hun arts kunnen vertrouwen, die zich houdt aan de medische richtlijnen. Dat is immers het enige houvast dat zij hebben en de enige garantie dat zij de best mogelijke zorg krijgen. Dat vertrouwen mag nooit beschaamd of geschonden worden doordat artsen financieel gestuurd worden door de zorgverzekeraar of welke commerciële exploitant dan ook.
De verzekeraar heeft rekening te houden met de verzekerde, de dokter met zijn patiënt. De vergaande invloed die commerciële initiatieven in de Verenigde Staten hadden en hebben op de inhoud van de zorg en het handelen van artsen kan daarbij gelden als afschrikwekkend voorbeeld.
P.C.H.M. Holland, voorzitter KNMG
Gepubliceerd in Trouw, d.d. 25 november 2006