Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis


---

Inleiding van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima bij de opening van het Huis voor de Culturele Dialoog, 24 november 2006

Rotterdam

Gesproken woord geldt

Burgemeester, mevrouw Van der Laan, dames en heren,

Vanavond openen we het Huis voor de Culturele Dialoog. Ik ben blij met de gelegenheid die u mij geeft om iets te zeggen.

Met mijn man heb ik een aantal weken geleden een bezoek gebracht aan Australië en Nieuw-Zeeland.

Een geweldige reis. Heel bijzonder vond ik de ontmoeting met de Nederlandse gemeenschap down under.

In Auckland (Nieuw-Zeeland) bezochten we een verzorgingstehuis voor oudere Nederlandse emigranten. Helemaal in Nederlandse stijl. Huisjes met pannendaken. Hollandse kleedjes op tafel. En in de tuin een palmboom, geplant in een melkbus.

Mensen vertelden me hoe het was om in een nieuw land een nieuw leven op te bouwen. Veel van hen waren in de jaren vijftig en zestig uit Nederland vertrokken, op zoek naar een betere toekomst. Dat was niet altijd gemakkelijk geweest. Sommigen misten de `Hollandse gezelligheid'. Maar de meesten waren van hun nieuwe vaderland gaan houden en waren trots op wat ze hadden bereikt.

Je culturele achtergrond neem je je leven lang mee. Als een kostbare kern die niemand je kan afnemen. Maar dat hoeft succes in een ander land beslist niet in de weg te staan!

Dames en heren, culturen kennen geen grenzen. Ze kunnen in elkaar overlopen. Ze kunnen zich vermengen. Ze kunnen elkaar versterken.

In het Huis voor de Culturele Dialoog dat we vandaag openen, vieren we onze Nederlandse culturele diversiteit.

Het Huis moet nog worden ingericht. Dat is spannend en leuk. Maar ook moeilijk.

Wordt het een gezellig dorpshuis waar iedereen makkelijk binnenloopt?... Of een keurige salon met een bordje "voeten vegen"? Wordt het een huis voor praters en denkers?... Of voor doeners? Wordt het een toonbeeld van goede smaak?... Of mag het Zigeunermeisje óók aan de muur hangen?

Of mag het allemaal? Maar dan liefst in verschillende kamers?

U gaat met dit soort vragen aan de slag. Hier in Rotterdam, maar ook in Amsterdam, Utrecht en Den Haag.

Natuurlijk kunt u daarbij gebruik maken van opgedane ervaringen. Van uzelf of van anderen.

Misschien mag ik u ook iets van mijn ervaringen meegeven.

Ten eerste: Samen praten is zilver. Samen dingen doen is goud.

Woorden vervliegen. Gedeelde ervaringen blijven.

Natuurlijk zijn dialoog en debat belangrijk. Maar mensen leren elkaar vaak pas echt kennen, als ze samen ergens aan hebben gewerkt. Als ze samen iets hebben gedaan.

Samen muziek maken. Samen een festival organiseren. Samen toneel spelen.

Een soap-opera in het buurthuis waarvoor mensen zelf de teksten, decors en kostuums maken, betekent misschien meer voor de culturele dialoog dan de prachtigste uitvoering van de Ring des Nibelungen.

Velen van u zullen het in uw werk ervaren: activiteiten door mensen hebben meestal meer impact dan activiteiten voor mensen.

Ten tweede: laten we niet teveel denken in etnische scheidslijnen en in contrasten. Mensen zijn te veelzijdig om binnen strakke etnische doelgroepen te passen. We kunnen beter de nadruk leggen op wat mensen verbindt dan op wat ze van elkaar onderscheidt.

Het gaat niet om culturen naast elkaar. Maar om culturen met elkaar.

Een jaar geleden waren mijn man en ik op bezoek in Marokko. We hadden een groepje jonge Nederlanders meegenomen. De helft van hen had een Marokkaanse achtergrond. Zij waren onze gidsen en onze tolken. Ze maakten ons wegwijs in de ideeën, de gebruiken, de culturen van het land. Het was voor ons allemaal een fantastische ervaring. Ik was enorm trots op ze.

Wie thuis is in twee culturen, kan verbindingen leggen. Kan bruggen bouwen. Ik hoop dat het Huis voor de Culturele Dialoog mensen daartoe inspireert.

Nog een derde en laatste punt. Dit gaat allemaal niet vanzelf. Het kan alleen als we over onze vooroordelen heenstappen.

Halleh Ghorashi - hoogleraar aan de Vrije Universiteit - zegt dat de basisgedachte in Nederland is dat migranten afwijken van de norm.

Zij zegt: "zolang deze gedachte niet ter discussie wordt gesteld, zal het wij/zij denken in Nederland worden gevoed". Een groot gevaar is volgens haar dat de competenties van migranten niet worden herkend en erkend. Onze vooroordelen staan ons daarbij in de weg.

Ook nieuwkomers hebben soms moeite anderen te aanvaarden.

Met al die vooroordelen doen we onszelf ernstig tekort. Ze belemmeren onze vrijheid, onze mogelijkheden om iets nieuws te ervaren, iets nieuws te ontdekken.

Dames en heren, ik hoop dat het Huis voor de Culturele Dialoog een Huis vol ontdekkingen wordt.

Een Huis waarin denkers èn doeners de ruimte krijgen.

Een huis waarin niet alleen serieus wordt gepraat, maar waarin ook wordt gelachen, gespeeld en gedanst.

Want als mensen eenmaal samen dansen, komt het met de culturele dialoog meestal ook wel goed...

Ik wens alle medewerkers van het Huis in alle vier de grote steden heel veel succes!

Dank u wel.

© RVD