20 november 2006
EMBARGO TOT 24 NOVEMBER 2006 16.15 UUR
Oratie: Traditioneel beeld van slachtoffers van criminaliteit miskent hun eigen weerbaarheid
Oratie victimoloog prof.dr. Jan van Dijk
Gedupeerden van misdrijven worden in alle moderne Europese talen aangeduid als 'slachtoffer'. Volgens prof. Jan van Dijk is dat een beladen term, die slachtoffers stigmatiseert en hun bevestigt in hun kwetsbare positie. In zijn oratie stelt hij deze etikettering aan de kaak en zoekt naar een nieuwe identiteit van gedupeerden.
Het Engelse woord victim is afgeleid van het Latijnse woord voor slachtoffer: victima. Het gebruik van deze aanduiding moet volgens prof. Jan van Dijk worden begrepen tegen de achtergrond van de aandacht voor het lijden van slachtoffers in de christelijke cultuur. Aan dit heersende slachtofferbeeld zitten volgens hem zowel positieve als negatieve kanten.
De positieve consequentie van deze aanduiding is dat in de Westerse wereld tegenwoordig op grote schaal slachtofferhulp en slachtofferzorg wordt aangeboden. Het etiket 'slachtoffer' is echter volgens Jan van Dijk ook belastend voor slachtoffers omdat het impliceert dat het leed geduldig wordt ondergaan en de dader zal worden vergeven. Deze morele opvatting zou de verklaring vormen voor de verwaarlozing van het slachtoffer in het Westerse strafrecht.
Dat slachtoffers zich lang niet altijd als zielig of kwetsbaar willen zien maar juist weerbaar kunnen zijn, blijkt wel uit de ervaringen van Natascha Kampusch en Mukhtar Mai. Kampusch zat acht jaar vast in de kelder van haar ontvoerder, maar heeft zich altijd sterker dan haar kidnapper gevoeld. Mai, slachtoffer van een groepsverkrachting in Pakistan, zou volgens de lokale gewoonten uit schaamte zelfmoord moeten plegen. Ze koos ervoor de wereld haar verhaal te vertellen: ze noemt zichzelf geen slachtoffer maar overlever. Zo zijn er meer slachtoffers die niet passen in het stereotype plaatje dat de criminologie en de victimologie heeft van slachtoffers: het zijn lang niet altijd mensen die snel professionele hulp nodig hebben maar net zo vaak mensen die het heft weer in eigen handen nemen.
De jonge wetenschap van de victimologie heeft volgens Van Dijk de slachtofferhulp bevorderd maar onbedoeld ook bestaande vooroordelen over slachtoffers bevestigd. De eerste victimologen benadrukten de eigen rol van slachtoffers in de voorgeschiedenis van het misdrijf en droegen daardoor bij aan blaming the victim: het slachtoffer is door zijn gedrag zelf medeschuldig aan het misdrijf waaronder hij nu lijdt. De latere psychologische victimologie was te eenzijdig gericht op de behoefte van slachtoffers aan hulp om depressiviteit en angstgevoelens te overwinnen. De sterke kanten van slachtoffers, zoals hun weerbaarheid en sociaal activisme, werden hierdoor verwaarloosd. Door de pleitbezorgers van dader-slachtoffer bemiddeling als alternatief voor het strafrecht wordt eveneens uitgegaan van een onrealistisch slachtofferbeeld. Voor slachtoffers van ernstige misdrijven is bestraffing van de dader van essentieel belang.
Volgens Van Dijk is het de taak van de nieuwe victimologie om de sociale etikettering van slachtoffers aan de kaak te stellen. Slachtofferhulp en strafrecht moeten meer ruimte bieden aan slachtoffers om zelf te bepalen wat hun behoeften en wensen zijn. Zij moeten meer kans krijgen hun eigen rol en identiteit in te vullen. Als voorbeeld van voorzieningen waarbij veel slachtoffers van ernstige criminaliteit baat kunnen hebben, noemt Van Dijk het spreekrecht in het strafproces en ontmoetingen tussen slachtoffers met daders die hun gevangenisstraf uitzitten. Alle slachtoffers zouden volgens Van Dijk het recht moeten krijgen hun daders persoonlijk te confronteren met de gevolgen van hun gedrag.
Jan van Dijk (Amsterdam, 1947) promoveerde in 1977 aan de Nijmeegse universiteit op een proefschrift over geweldmisdrijven. Hij was als hoofd onderzoek werkzaam op het Ministerie van Justitie, en als deeltijd-hoogleraar criminologie aan de Universiteit Leiden. Hij was een van de oprichters en eerste voorzitter van Slachtofferhulp Nederland. Sinds 1998 was hij in verschillende functies werkzaam bij de Verenigde Naties in Wenen. Sinds 1 februari 2006 is hij als onderzoekdirecteur verbonden aan het International Victimology Institute Tilburg
(Intervict,
Noot voor de pers
Prof.dr. J.J.M. van Dijk spreekt zijn oratie Het Abelsteken; over de etikettering van slachtoffers van criminaliteit uit op vrijdag 24 november 2006 (16.15 uur, aula van de Universiteit van Tilburg, Warandelaan 2 te Tilburg). De (Engelse) tekst van de oratie is onder embargo verkrijgbaar bij de Afdeling Voorlichting & Externe Betrekkingen (013 - 466 2000, e-mail
Universiteit van Tilburg