Gemeente Assen
Actueel
Landschap Deurzerdiep in ere hersteld
Assen, 24 november 2006
Het stroomdallandschap van de Drentse Aa wordt steeds een beetje
mooier. Zo zijn kortgeleden 5 gebieden uit het project 'Tien kansen
voor het Deurzerdiep' afgerond. Dit project is ontwikkeld om de
natuurlijke waterhuishouding van het stroomdal te versterken, de
natuur- en cultuurhistorische waarden van het gebied te behouden en te
versterken en recreatief gebruik te stimuleren.
In de Horstmaat, een ongeveer 30 hectare grote polder ten oosten van
het Deurzerdiep, werd de waterhuishouding verbeterd waardoor de
natuurlijke plantengroei weer terugkomt. Bij het buurtschap Anreep,
ten oosten van Assen, zijn het Deurzerdiep, het Anreeperdiep en de
Anreeper Ruimsloot aan elkaar gekoppeld. Het gebied is ingericht als
natte ecologische verbindingszone, die de natuurgebieden van het
Deurzerdiep en het Geelbroek met elkaar verbinden.
In het voormalig oud heideveld Het Dijkveld (tussen de Asser wijk
Marsdijk en Loon) werd een slenk opnieuw gegraven. Voor de wandelaar
is een uitkijkheuvel aangelegd en kan men hier naar hartelust in het
gebied rondstruinen. Het gebied wordt door koeien begraasd. Ten slotte
is het strakke afwateringskanaal van het Deurzerdiep gedeeltelijk
voorzien van natuurvriendelijke oevers, plasbermen en poelen. Op een
oude meander van het Deurzerdiep-Zuid is een waterloopje aangesloten,
waarvan vooral de natuur in en om de beek zal profiteren.
'Tien kansen voor het Deurzerdiep' is een initiatief van
Staatsbosbeheer en waterschap Hunze en Aa's. Na intensieve
samenwerking met Recreatieschap Drenthe, de Landinrichtingscommissie
Drentsche Aa, provincie Drenthe, Waterleidingmaatschappij Drenthe
(WMD), Defensie en de gemeenten Aa en Hunze en Assen werden de
projecten onlangs afgerond. Het Deurzerdiep-gebied is onderdeel van
het in 2002 ingestelde "Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche
Aa (NBEL). De plannen uit het 10 Kansen Deurzerdiep -project zijn
mede gefinancierd door regionale en Rijks- en Europese subsidies. De
uitvoering van het project was in handen van adviesbureau Arcadis en
NONAK, de Noord Nederlandse Aannemerscombinatie.