VAO Health care governance: motie-Kant en motie-Arib over normering
maximumsalaris in de zorg
Kamerstuk, 24-11-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/ABA/2696198
24 november 2006
Bij het VAO Health care governance van 18 mei 2006 is de motie-Kant
ingediend over een normering van het maximumsalaris in de zorg ter
hoogte van het salaris van een minister (TK 2005-2006, 27 659, nr.
74). Die motie is een week later, op 23 mei 2006, bij de stemmingen
aangenomen. Ik wil u hierbij meedelen dat ik de motie onder de
aandacht heb gebracht van de commissie-Dijkstal met de vraag die te
betrekken bij de rapportage die de commissie opstelt over de
vraagstelling uit de motie-Bakker (TK 2005-2006, 30300, nr. 53).
Tijdens dezelfde stemmingen over het VAO Health care governance van 23
mei 2006 heeft uw Kamer de motie aangenomen van het lid Arib over de
wettelijke verankering van de eis tot uitleg bij afwijking van de good
governance code (TK 2005-2006, 27 659, nr. 75). Hierbij wil ik graag
aangeven hoe aan deze motie uitwerking is gegeven.
In de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) zijn de wettelijke
transparantie-eisen over be-stuursstructuur en bedrijfsvoering voor
zorginstellingen opgenomen. Dit betreft de reactie van de overheid op
de aanbevelingen van de Commissie-Health care governance, onder
voorzitterschap van prof.dr. P. Meurs, om een regeling voor het
onafhankelijke toezicht en de toegang tot de Ondernemingskamer bij
stichtingen in de zorg te treffen.
Aan de WTZi is een ministeriële Regeling Jaarverslaglegging WTZi
verbonden, het zoge-naamde Jaardocument. De aangewezen
zorginstellingen die verzekerde zorg willen leveren
(Zorgverzekeringswet of AWBZ) dienen in het Jaardocument publiekelijk
verantwoording af te leggen of ze voldoen aan de wettelijke
transparantie-eisen en de governance. In de Rege-ling verslaggeving
WTZi is ook het `pas toe of leg uit'-principe opgenomen. Dit alles
valt onder het toezicht van de accountant die zijn goedkeuring geeft
op het Jaardocument. Ik zie er op toe dat die goedkeuring is verleend.
De zorgbrede governancecode is een code voor én door het veld. Daar
ziet de sector primair op toe. De verantwoording over de zorgbrede
governancecode is een verplichting die het veld zich zelf oplegt en
hiervoor bied ik middels de governanceparagraaf in het Jaardocu-ment
een aanvullend formeel kader. Hiermee is de verankering geregeld.
Ik hoop hiermee uiteen te hebben gezet dat aan de motie van het lid
Arib voldoende uitwer-king is gegeven.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport