Openbaar Ministerie

Strafrechtelijke vervolging van M. de Hond

Amsterdam, 24 november 2006

Het Openbaar Ministerie te Amsterdam heeft besloten de heer M. De Hond te vervolgen voor smaad en/of het verspreiden van smaadschrift tegen de man die in de Deventer moordzaak wordt aangeduid als âde klusjesmanâ.

De heer De Hond vraagt sinds enige tijd de aandacht voor de âDeventer moordzaakâ. Volgens hem heeft niet de thans veroordeelde man, maar een ander de moord gepleegd. Hij wijst ook concreet een ander aan (de klusjesman) als degene die volgens hem de dader is.

Na afsluiting van de eerste fase van het oriënterend vooronderzoek in deze zaak, heeft de heer De Hond op 23 juni 2006 een brief ontvangen van het Openbaar Ministerie. Onderdeel van deze brief was de waarschuwing personen niet publiekelijk als dader aan te wijzen.

Uit ontvangen aangiftes en nader onderzoek is de verdenking ontstaan dat de heer De Hond tussen 01 december 2005 en heden in het openbaar de âklusjesmanâ als dader heeft aangewezen. In het kader van het onderzoek heeft het Openbaar Ministerie de heer De Hond begin november als verdachte gehoord. Hij heeft te kennen gegeven in het openbaar uitlatingen te hebben gedaan en daar nog steeds achter te staan.

Naar het oordeel van het Openbaar Ministerie is op grond van het onderzoek de verdenking gerechtvaardigd dat de heer De Hond zich schuldig heeft gemaakt aan smaad. Smaad is een vorm van belediging, waarbij een verdachte iemand beschuldigt een feit te hebben gepleegd. Op dit feit staat maximaal zes maanden gevangenisstraf of een geldboete van maximaal 6.700 euro. Wordt de beschuldiging geopenbaard door geschriften of afbeeldingen, dan kan maximaal 1 jaar gevangenisstraf of een geldboete van 6.700 euro worden opgelegd.

Aan de heer De Hond is inmiddels een brief gestuurd waarin hem is medegedeeld dat hij zal worden vervolgd.

Op dit moment is nog niet te zeggen wanneer de zaak aan de rechtbank zal worden voorgelegd.