Persbericht van de Universiteit Utrecht
Faculteit Sociale Wetenschappen
20 november 2006
Promotieonderzoek naar probleemgedrag scholieren
Persoonlijkheid scholieren van grote invloed op problematisch gedrag
Er bestaat een duidelijk verband tussen persoonlijkheid en probleemgedrag. Dat blijkt uit meerjarige studies van psychologe Joyce Akse. Akse heeft onderzoek gedaan bij meer dan 1000 schoolgaande jongeren uit de provincie Utrecht. Ze komt tot de conclusie dat om het probleemgedrag van jongeren te verminderen, hun persoonlijkheid in ogenschouw genomen moet worden. Akse promoveert op 24 november 2006 aan de Universiteit Utrecht.
Psychologe Joyce Akse stelt dat het probleemgedrag vrij laag is bij de schoolgaande jeugd en dat er duidelijke verschillen te zien zijn tussen jongeren. De groep jongeren, die extravert en impulsief is (30%), de zogenoemde 'ondercontrolers', heeft een grotere kans om agressief of crimineel gedrag te ontwikkelen. Terwijl introverte, aardige jongeren (35%), de zogenoemde 'overcontrolers', vaker depressieve of angstige gevoelens ontwikkelen. Toch ontwikkelt 24% van de overcontrolers zich in een veerkrachtige persoon. Bij hen nemen dan ook de angstgevoelens af. De groep veerkrachtige middelbare scholieren (35%) laat vrijwel geen probleemgedrag zien. Echter, van de laatste groep verandert 17.8% in een meer introverte, aardige persoon. Bij hen nemen de angstgevoelens dan ook toe. Daarnaast blijkt dat meisjes eerder depressief of angstig gedrag ontwikkelen dan jongens. Terwijl bij jongens de kans groter is dat zij zich meer agressief of crimineel gedragen dan meisjes.
Assertiviteitstraining of impulsbeheersing voor jongeren
Depressieve gevoelens en criminaliteit kunnen ook tegelijkertijd voorkomen. Dat wordt mogelijk veroorzaakt door egocontrole, dit is de mate waarin iemand zijn impulsen kan beheersen. Vooral de groep veerkrachtigen weet zich steeds aan een situatie aan te passen omdat ze goed kunnen inschatten wanneer ze zich moeten beheersen en wanneer dat niet nodig is. De andere jongeren hebben daar meer moeite mee. De overcontrolers hebben hun impulsen namelijk 'te goed' in bedwang, waardoor zij ook een grotere kans hebben om depressieve of angstige gevoelens te ontwikkelen. Terwijl de ondercontrolers hun impulsen juist de vrije loop laten en daardoor een grotere kans hebben om agressief of crimineel gedrag te vertonen. Jongeren met een introverte, aardige persoonlijkheid hebben waarschijnlijk meer baat bij een assertiviteitstraining. Terwijl extraverte, impulsieve scholieren meer gebaat zijn bij het leren beheersen van hun impulsen.
Beeld Nederlandse jeugd
De studie beslaat de volledige adolescentieperiode (van 12 tot 19 jaar). De onderzochte populatie is representatief voor de Nederlandse schoolgaande jeugd. De jongeren zijn gedurende vier jaar in de periode van 2001 tot 2004 gevolgd. Zowel de groep 12 jarige als de groep 16 jarige jongeren heeft jaarlijks een vragenlijst ingevuld over hun persoonlijkheid, over hun depressieve en angstige gevoelens en over hun agressieve en crimineel gedrag. Alle opleidingsniveaus zijn in het onderzoek vertegenwoordigd. Het aantal meisjes en jongens is ongeveer gelijk verdeeld over de onderzochte groep en een kleine 10% van de totale groep bestaat uit allochtone jongeren.
Nadere informatie
Maria Splinter, afdeling Voorlichting Sociale Wetenschappen, telefoon (030) 2536718, email m.m.splinter@fss.uu.nl.
B.g.g.: Perscommunicatie Universiteit Utrecht, telefoon (030) 2539300, email perscommunicatie@uu.nl.
Universiteit Utrecht