Visie scholieren basis van toekomstbeeld: Drenthe op de schop door
klimaatverandering
23 Nov 2006
Een geborgen leven op de rustige zandgronden, dynamiek en
bedrijvigheid in de lage gebieden en de groene metropool Drenthe Stad
met snelle shuttleverbindingen. Dit beeld van Drenthe schetsen drie
adviesbureaus in een rapport, dat ze in opdracht van de provincie
hebben opgesteld. Basis van het rapport zijn de ideeën van ongeveer
150 scholieren, die mee hebben gedaan aan het provinciaal project
Klimaatverandering 2050. De Grontmij, KNN Milieu en Arrow Consultants
hebben het rapport vandaag in het provinciehuis in Assen tijdens de
afsluiting van het project gepresenteerd.
Het startschot van Klimaatverandering 2050 viel vorig jaar maart. De
provincie Drenthe heeft de burgers toen gevraagd mee te denken over de
gevolgen van een verandering van het klimaat voor de eigen
woonomgeving. Die vraag is ook voorgelegd aan leerlingen van het
voortgezet onderwijs. Het IVN Consulentschap voor natuur- en
milieueducatie ontwikkelde een lesprogramma en begeleidde de
leerlingen bij de uitwerking van hun ideeën en voorstellen, die in
april dit jaar zijn gepresenteerd. De provincie heeft vervolgens de
drie adviesbureaus gevraagd de inzichten van de jongeren uit te werken
en te verwerken in een gezamenlijk scenario. Daarbij namen ze ieder
een andere invalshoek, te weten water, energie en omgeving.
In hun visie is de provincie over ongeveer vijftig jaar in grofweg
drie verschillende gebieden verdeeld. Voor elk van deze gebieden wordt
beschreven hoe het energiesysteem in ingebouwd, de uitstoot van
broeikasgassen is beperkt, hoe met water wordt omgegaan en hoe er
wordt geleefd. De meeste bedrijvigheid vindt plaats in de lage
veengebieden in het oosten en zuidoosten van Drenthe. Nadat in vroeger
dagen daar de turfontginning een belangrijke rol speelde, is de
energieproductie in 2050 opnieuw een belangrijke bedrijvigheid. Het is
de economische motor met snelle verbindingen naar omliggende gebieden.
Het tweede gebied is metropool Drenthe Stad, die is ontstaan uit het
samengaan van steden. Het gaat om een dynamisch gebied met een groot
groen hart, waar van de rust kan worden genoten. Dat kan ook in het
derde gebied, de hoge zandgronden, waar veel ruimte is en zich
gemeenschappen hebben ontwikkeld die voor een belangrijk deel
zelfvoorzienend zijn.
Van politici en andere beleidsmakers wordt in de toekomstvisie
verwacht dat de bevolking meer dan nu wordt betrokken bij de
uitwerking van initiatieven. De overheid bepaalt weliswaar het
speelveld, maar de bewoners moeten zelf invulling geven aan het
gebiedsgerichte beleid. Het huidige ruimtelijke beleid is volgens de
adviesbureaus zeker niet strijdig met de gewenste ontwikkeling, maar
er zal wel een aanvullend beleid en instrumentarium moeten worden
ontwikkeld. Als voorbeeld wordt de realisering van dynamische
bestemmingsplannen genoemd. Op basis van een gezamenlijke visie en
afspraken, die vastliggen, blijft het plan in de uitvoering flexibel.
Een wijk- of dorpsondernemingsplan bepaalt niet alleen wat er met de
grond in een woongebied gebeurt, maar ook welke financiële en
organisatorische ruimte wordt geschapen voor voorzieningen en
activiteiten. Dat kan bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer zijn.
De Drentse gedeputeerde Klip-Martin (VVD) prijst de creatieve en
innovatieve geest van de jongeren, die een `denkbaar en voorstelbaar'
scenario voor 2050 hebben gevisualiseerd. De professionele aanpak van
de drie adviesbureaus van deze ideeën hebben volgens haar geleid tot
een duidelijke richting voor de provincie. "Er is draagvlak voor en we
moet er zeker mee doorgaan".
Ongeveer negentig vertegenwoordigers van gemeenten, waterschappen en
andere maatschappelijke organisaties hebben in het provinciehuis in
Assen de afsluitende bijeenkomst van het project Klimaatverandering
2050 bijgewoond.
Provincie Drenthe