College van Beroep voor het bedrijfsleven
Overschrijding redelijke termijn. Geen geldelijke vergoeding voor
immateriële schade
Pas na acht jaar neemt het bestuursorgaan een beslissing op bezwaar.
De Raad is van oordeel dat deze omstandigheid ertoe moet leiden dat de
Minister, ongeacht het eigen aandeel van betrokkene in die trage
besluitvorming, de redelijke termijn voor het nemen van een besluit op
bezwaar heeft overschreden, waardoor betrokkene ervan is afgehouden om
het in artikel 6 EVRM neergelegde recht op berechting binnen redelijke
termijn te effectueren. In de omstandigheden van het geval ziet de
Raad evenwel geen aanleiding een geldelijke vergoeding toe te kennen
voor immateriële schade. Betrokkene heeft jarenlang voordeel kunnen
genieten van het onverschuldigde betaalde bedrag dat pas in 2005 is
terugbetaald. De immateriële schade is voldoende gecompenseerd met de
vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6 EVRM.
LJ Nummer
AZ0644
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 23 november 2006 Naar boven