College van Beroep voor het bedrijfsleven


Huisbezoek. Onvoldoende waarborg dat verklaring in rapport een juiste zakelijke weergave is

De Raad stelt vast dat niet duidelijk is geworden wie het huisbezoek heeft afgelegd en dus ook niet tegenover wie betrokkene zijn verklaring heeft afgelegd. In het rapport is aangegeven dat in verband met onverwachte afwezigheid van de behandelaar T. het gesprek en het huisbezoek zijn overgenomen door ondergetekende van dat rapport. De naam van die persoon is niet goed leesbaar en deze persoon kon niet worden geïdentificeerd. Verder acht de Raad van betekenis dat in het rapport van behandelaar F. is opgenomen dat door T. wel een huisbezoek zou zijn afgelegd en dat betrokkene tegenover hem een verklaring heeft afgelegd. Voor deze tegenstrijdige informatie heeft het College geen verklaring kunnen geven. Wel kan worden vastgesteld dat de verklaring in ieder geval niet is opgemaakt op ambtseed of ambtsbelofte van een - tot opsporing bevoegde - sociaal rechercheur. Vervolgens is de verklaring betrokkene noch voorgelezen of ter lezing aangeboden noch ter ondertekening aan hem voorgehouden. Tot slot hecht de Raad in dit kader betekenis aan het gegeven dat betrokkene de verklaring zoals weergegeven in het voornoemde rapport van meet af aan in de bezwaarprocedure heeft betwist. De Raad is op grond van het voorgaande van oordeel dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de in het rapport opgestelde verklaring een juiste zakelijke weergave is van hetgeen betrokkene met betrekking tot zijn woonsituatie heeft verklaard. De Raad is voorts van oordeel dat evenmin van de juistheid van de overige bevindingen uit het rapport kan worden uitgegaan, reeds gelet op de onduidelijkheid omtrent de identiteit van degenen die het huisbezoek hebben afgelegd, alsmede de consequente weerspreking van de bevindingen door betrokkene.

LJ Nummer

AZ1819

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 23 november 2006 Naar boven