AzG: Noodhulp nodig voor duizenden Somaliërs na overstroming
Artsen zonder grenzen
Artsen zonder Grenzen roept hulporganisaties op in actie te komen
Amsterdam, 23 november 2006 - Zware regenval heeft ervoor gezorgd dat twee rivieren in het
zuiden van Somalië, de Juba- en de Shebellerivier, zijn overstroomd. Duizenden mensen
zijn hun huizen ontvlucht en zijn in nood. Teams van Artsen zonder Grenzen geven medische
zorg en hulpgoederen zijn onderweg. 'We doen wat we kunnen, maar er is nog veel meer
nodig, vooral schoon drinkwater. Daarom roepen we andere hulporganisaties op om
humanitaire hulp te komen verlenen aan de slachtoffers van de watersnood in
Somalië,' bericht Colin McIlreavy, landencoördinator voor Artsen zonder Grenzen
vanuit Somalië.
Door de overstromingen is meer dan zeventig procent van de natuurlijke waterbronnen
vervuild. Om te voorkomen dat een gevaarlijke ziekte als cholera op grote schaal
uitbreekt, is schoon drinkwater nodig. Er zijn al meerdere gevallen van cholera gemeld.
Ook is er een groot tekort aan voedsel. Duizenden mensen hebben op dit moment geen
onderdak waardoor zij dag en nacht blootgesteld zijn aan de stortregen en
luchtwegontstekingen en malaria op de loer liggen.
'Het kolkende water maakt het moeilijk voor ons om de mensen die hulp nodig hebben, te
bereiken', vertelt Colin McIlreavy. 'Door het stijgende water kunnen mensen niet bij ons
ziekenhuis in Marere komen, dat zelf ook bedreigd wordt door het water. Ook 750
ondervoede kinderen die wij behandelen in de dorpen, zijn onbereikbaar voor
hulpverleners. Alle wegen zijn onbegaanbaar; onze medicijnen, voedsel en boten moeten per
vliegtuig worden aangevoerd.' De bevolking rondom Marere telt zo'n vijftigduizend mensen.
Artsen zonder Grenzen werkt in diverse locaties in het zuiden en midden van Somalië,
waaronder in Marere, Mogadishu, Jowhar, Galkayo, Galgaduud, Huduur en Dinsoor.
Medewerkers van Artsen zonder Grenzen zijn ook actief in de Dadaab vluchtelingenkampen
bij de grens tussen Kenia en Somalië.