Groningen
Cosun onderzoekt haalbaarheid bio-ethanolfabriek in Groningen
22 november 2006
Royal Cosun - het moederbedrijf van Suiker Unie en Nedalco -
onderzoekt de haalbaarheid van de bouw van een bio-ethanolfabriek bij
de suikerfabrieken in Groningen. Dit maakten drs. A. Roberti (algemeen
directeur Suiker Unie), dr. ir. G. Bemer (algemeen directeur Nedalco)
en gedeputeerde Bleker (provincie Groningen) gisteren bekend tijdens
een persconferentie, in bijzijn van Minister Wijn van Economische
Zaken. De nieuw te bouwen fabriek moet jaarlijks twee honderd miljoen
liter bio-ethanol produceren en wordt de eerste bio-ethanolfabriek in
Noord-Nederland.
Als de overname van CSM door Cosun doorgaat (de NMa heeft aangegeven
dat een vergunning vereist is), ontstaat in het noorden de
mogelijkheid om deelstromen uit twee suikerfabrieken te gebruiken voor
de productie van bio-ethanol. De bouw van de nieuwe fabriek moet
plaatsvinden op een locatie in de buurt van beide fabrieken in
Groningen en Vierverlaten.
Voor de productie van bio-ethanol dienen suikerbieten als grondstof.
In zuivere vorm of vermengd met benzine is bio-ethanol te gebruiken
als transportbrandstof. Cosun verwacht dat de vraag naar bio-ethanol
de komende jaren flink zal toenemen. De productie van bio-ethanol
sluit goed aan bij het Europese en Nederlandse beleid om fossiele
transportbrandstoffen in toenemende mate te vervangen door
biobrandstoffen. Doelstelling is het terugbrengen van CO2-uitstoot in
het wegverkeer en de transportsector minder afhankelijk te maken van
olie.
Leveranciers van brandstoffen zijn met ingang van 2007 verplicht 2% en
in 2010 tot 5,75% biobrandstoffen bij te mengen in de fossiele
transportbrandstoffen. De in Groningen te bouwen fabriek kan daarmee
zo'n 4% van de Europese ethanolmarkt bedienen.
Cosun wil met de productie van bio-ethanol nieuwe markten aanboren die
aanvullend zijn op de huidige markt voor suiker. Regionaal betekent de
bouw van deze fabriek een versterking van de economie en de positie
van de twee suikerfabrieken. In termen van directe werkgelegenheid
levert de bio-ethanol fabriek werk aan ongeveer 40 medewerkers.
Indirect ontstaat er extra werkgelegenheid voor circa 500 werknemers.
Deze werkgelegenheid ontstaat door verlengde bietencampagnes, een
uitbreiding van het suikerbietenareaal met zo'n 25.000 hectare, een
grotere
vraag naar logistieke diensten en opdrachten voor firma's en
toeleveranciers.
Het haalbaarheidsonderzoek zal naar verwachting in het eerste kwartaal
van 2007 zijn afgerond. Bij de uitvoering van het
haalbaarheidsonderzoek zijn o.m. de provincie en de gemeente Groningen
en Energy Valley betrokken.
22 november 2006
Provincie Groningen