Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/3090
datum : 21-11-2006
onderwerp : Beëindiging afschermplicht i.v.m. insleepdreiging van vogelgriep
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In vervolg op mijn brief over de wijziging van afschermplicht voor pluimvee van 25 september jl. (Tweede Kamerstuk 2006-2007, 28807, nr.
112) wil ik u informeren over mijn besluit tot beëindiging van de afschermplicht per 21 november 2006 in verband met de afgenomen dreiging van de insleep van het vogelgriepvirus.

Ingevolge de Europese beschikking 2005/734/EG dienen de lidstaten passende en uitvoerbare bioveiligheidsmaatregelen te treffen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene Aviaire Influenza (AI) van in het wild levende vogels naar gehouden pluimvee en andere gehouden vogels. Deze beschikking biedt lidstaten de mogelijkheid om op basis van een risicoanalyse te bepalen of de getroffen maatregelen nog in stand gehouden moeten worden. Op grond van deze beschikking ben ik nagegaan of er aanleiding is om de afschermplicht voor pluimvee en andere bepaalde gehouden vogels, die sinds 1 september jl. van kracht is, in te trekken in verband met eventuele wijzigingen in het risico van insleep van het vogelgriepvirus.

Gedurende deze najaarstrek is er in Nederland en Zweden een monitoringsprogramma uitgevoerd, waarin wilde vogels die de Oost-Atlantische migratieroute van noord naar zuid volgen, zijn onderzocht. Voorts is in Nederland onderzoek gedaan naar aangetroffen dode vogels. Dit onderzoek heeft eveneens in andere lidstaten plaatsgevonden. In geen enkel onderzoek bij wilde vogels zijn besmettingen met het hoogpathogene vogelgriepvirus van het type H5N1 aangetroffen. Ook zijn er in de ons omringende landen geen uitbraken van vogelgriep onder gehouden pluimvee gemeld. Bovendien loopt volgens vogeltrekdeskundigen de najaarstrek van wilde vogels binnen afzienbare tijd ten einde.

Gelet op bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het risico van insleep van het vogelgriepvirus thans duidelijk is verminderd. Vanwege deze gunstige ontwikkelingen heb ik besloten om de afschermplicht voor bedrijfsmatig en hobbymatig gehouden pluimvee en andere bepaalde gehouden vogels met ingang van 21 november 2006 te beëindigen. Ik heb de tijdelijke regeling maatregelen ter wering van AI hierop aangepast.

Indien de situatie onverhoopt verslechtert en er bijvoorbeeld op de voor Nederland belangrijke vogeltrekroutes alsnog een met het hoogpathogene AI-virus besmette wilde vogel wordt gevonden, zal ik opnieuw op basis van een risicoanalyse nagaan of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.

De overige verplichtingen die zijn neergelegd in voornoemde regeling blijven overigens onverminderd van kracht. Het gaat hierbij onder meer om de verplichting voor bedrijfsmatige houders om de dieren afgeschermd te voederen en te drenken, het voor deze houders eveneens geldende verbod om oppervlaktewater te geven dat toegankelijk is voor wilde vogels, en het verbod bepaalde vogels tijdelijk op een locatie te verzamelen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman