European Union



IP/06/1589

Brussel, 21 november 2006

Samen sterker in ICT: Europa verenigt particuliere, nationale en EU-onderzoekinspanningen om concurrentievermogen te vergroten

Voor het eerst in haar geschiedenis is de Europese Unie de financieringsmethode voor belangrijk technologisch onderzoek aan het veranderen door het opstarten van zogenaamde gezamenlijke technologie-initiatieven (GTI's) . Het idee voor de GTI's werd bedacht door de Europese Commissie en kreeg de steun van de Europese staatshoofden en regeringsleiders tijdens hun recente informele top in Lahti (Finland). Via GTI's zullen de middelen van privé-bedrijven, EU- en nationale programma's gebundeld worden om ambitieuze gemeenschappelijke onderzoeksdoeleinden na te streven. Het eerste gezamenlijke technologie-initiatief dat begin 2007 van start zal gaan, is ARTEMIS. Het ARTEMIS-GTI zal Europees onderzoek aansturen met betrekking tot ingebedde computersystemen, die in vele bedrijfstakkensteeds belangrijker worden. Dit initiatief zal model staan voor latere gelijkaardige initiatieven. Vandaag komen bedrijfsleiders en nationale en EU-onderzoeksdeskundigen in Helsinki samen om deze nieuwe financieringsmethode voor Europees onderzoek nader te bespreken.

"Ik heb meermaals gezegd dat Europa middelen moet bijeenbrengen en zijn investeringen in onderzoek naar informatie- en communicatietechnologie moet verhogen," zei Viviane Reding, EU-Commissaris voor Informatiemaatschappij en media. "ARTEMIS levert al het sprekende bewijs van hoe de voornaamste belanghebbenden in Europa kunnen samenwerken en zo de basis leggen voor een voorspoedige en concurrentiële toekomst. Nu het voorbeeld is gegeven op het gebied van ingebedde systemen, moeten andere gelijkaardige initiatieven snel volgen als Europa zijn achterstand op concurrerende landen wil inlopen en zijn informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid echt wil opbouwen."

Verwacht wordt dat GTI's de komende jaren een belangrijk hulpmiddel worden om Europa's innovatievermogen te ontwikkelen. Daarmee zullen die industriële partners en lidstaten die er het meeste belang bij hebben, hun investeringen op één lijn kunnen brengen met die van de Europese Unie rond gemeenschappelijke doelstellingen en agenda's. Volgens artikel 171 van het Verdrag kunnen GTI's opgericht worden als onafhankelijke juridische entiteiten die door het bedrijfsleven gestuurde onderzoeksagenda's nastreven. Ze kunnen financiële middelen uit allerhande bronnen ontvangen en beheren, onder meer ook nationale en EU-steun, en andere - overheids- of particuliere - partners kunnen zich daarbij aansluiten.

Het is de bedoeling dat GTI's, die een pioniersrol vervullen inzake privé-publieke partnerschappen, investeringen in Europees onderzoek bevorderen en een kritische massa opbouwen door inspanningen die momenteel versnipperd zijn, bijeen te brengen en daarbij doelmatig en efficiënt beheer te waarborgen.

Het ARTEMIS-initiatief zal het leiderschap van Europa op het gebied van ingebedde systemen versterken. De investeringen van de Europese industrie in onderzoek op dat vlak worden geschat op ongeveer 15 à 20 miljard euro per jaar. Vandaag investeert bijna 50% van de 100 grootste Europese bedrijven in onderzoek rond ingebedde systemen en de meeste van de top 25 van Europese investeerders in onderzoek doen een beroep op ingebedde systemen voor hun goederen en diensten. Aangezien het de essentiële bouwstenen zijn voor toekomstige toepassingen in alle bedrijfstakken, zal het behoud van deze leidersplaats van groot belang zijn voor een hogere productiviteit en meer banen en tevens maatschappelijke voordelen bieden.

Naar verwachting zal voor het ARTEMIS-initiatief ongeveer 3 miljard euro worden uitgetrokken over een periode van zeven jaar. Meer dan de helft daarvan zou van de bedrijvensector komen en de rest zou worden gefinancierd door de EU-lidstaten en de betrokken geassocieerde staten, en door de Commissie. Het voorgestelde mechanisme zou 7 euro extra aan algemene O&O-inspanningen genereren voor elke euro die wordt bijgedragen door de Gemeenschap.

ARTEMIS werd in juni 2004 opgericht als Europees technologieplatform (zie IP/04/804 en MEMO/06/331) waarbij tot op heden 17 grote Europese bedrijven zijn betrokken, zoals Philips, Nokia, Thales, Daimler Chrysler and ST Microelectronics. Een 14-tal Europese regeringen hebben zich eveneens bereid getoond om zich aan te sluiten bij het geplande gezamenlijke ARTEMIS-initiatief. Alle EU-lidstaten en andere partners die zich in een latere fase wensen aan te sluiten, zullen daartoe de mogelijkheid krijgen. Tijdens een vergadering die vandaag wordt gehouden in Helsinki, zetten Europese ondernemingen en andere O&O-actoren die actief zijn in deze sector, hun inspanningen voort om een formele branchevereniging op te richten die kan deelnemen aan het gemeenschappelijke initiatief, dat operationeel zou zijn vanaf 2008.

Er wordt eveneens een GTI met betrekking tot nano-elektronica (ENIAC) voorbereid.

Achtergrond:

De digitalisering en de oprichting van netwerken van gebruikselektronica, huishoudapparaten, amusementsapparatuur en de convergentie van PC's en communicatie, heeft reeds geleid tot een nieuw soort intelligente gebruikselektronica. Zo zullen digitale TV's in de toekomst bijvoorbeeld toegang geven tot allerlei soorten inhoud, zoals digitale foto's of opgeslagen films, alsook tot het internet of spelletjes. Het samenbrengen van ingebedde systemen biedt mogelijkheden om een "collectieve intelligentie" op te bouwen die meer gebruiksgemak, meer veiligheid en een hogere productiviteit kan bieden op alle gebieden, van individuele tot industriële omgevingen.

Gezamenlijke technologie-initiatieven helpen een kritische massa op te bouwen en synergieën in onderzoek te bereiken; ze dragen bij tot het voorkomen van de overlapping en verspilling die anders zouden kunnen ontstaan door vele afzonderlijke initiatieven welke parallel zouden worden ontwikkeld in verschillende lidstaten en partnerschapsprojecten. Deze initiatieven kunnen worden vastgesteld op grond van artikel 171 van het Verdrag. Op die manier kan de Commissie gemeenschappelijke ondernemingen - onafhankelijke juridische entiteiten die financiële middelen kunnen ontvangen uit elke bron en openstaan voor iedereen - oprichten voor de doeltreffende uitvoering van O & O-programma's van de Gemeenschap.

Voor nadere informatie i.v.m. de 9 miljard euro die zal worden geïnvesteerd in Europees ICT-onderzoek, zie IP/06/1590.