Gemeente Utrecht
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
132 Vragen van de heer drs. C.A. Geldof
(vragen binnengekomen op 27 oktober 2006
en antwoorden van het college verzonden op 21 november 2006)
In het TV-programma Netwerk van 26 oktober 2006 is gerapporteerd dat veel ziekenhuizen niet voldoen aan de brandveiligheidseisen. Van de 10 onderzochte ziekenhuizen hadden er maar 3 een gebruiksvergunning, een verplicht gemeentelijk document dat zegt dat de brandveiligheid in orde is.
Ook werd in het programma aangegeven dat de vergunningen vaak rammelen, de ruimten met gevaarlijke stoffen staan niet aangegeven en operatiekamers zijn niet aangemerkt als brandgevaarlijk.
In het onderzoek dat Netwerk heeft uitgevoerd is men gestuit op gedoogsituaties en tevens bleek dat binnen enkele bezochte ziekenhuizen relevante veiligheidsvoorschriften, als het vrijhouden van vluchtwegen, niet worden nageleefd.
De rapportage geeft de VVD-Utrecht aanleiding tot de volgende vragen aan het College:
1. Is het College op de hoogte van de inhoud van de rapportage van Netwerk van 26 oktober?
Ja.
2. Hoe is de situatie met betrekking tot de gebruiksvergunningen voor ziekenhuizen in de Gemeente Utrecht? Hebben alle ziekenhuizen een geldige en actuele gebruiksvergunning?
In Utrecht zijn vier ziekenhuizen, te weten Diakonessenhuis, UMC, Mesos Oudenrijn en Mesos Overvecht. Alleen voor het Diakonessenziekenhuis is in 1998 een gebruiksvergunning afgegegeven. De andere drie ziekenhuizen hebben op dit moment geen gebruiksvergunning.
Zoals bekend is er een achterstand in het verlenen van gebruiksvergunningen en heeft de Gemeenteraad de prioriteiten aangegeven. De afgelopen jaren is de hoogste prioriteit gegeven aan het verlenen van gebruiksvergunningen aan kinderdagverblijven, scholen en studentenhuizen. Ook ziekenhuizen krijgen nu prioriteit. Wij verwachten dat in 2007 de ziekenhuizen over een actuele gebruiksvergunning beschikken.
3. Is er sprake van gedoogsituaties, al dan niet beschreven in een gebruiksvergunning?
In de letterlijke zin van het woord is er sprake van een gedoogsituatie, omdat immers niet alle gebruiksvergunningplichtige inrichtingen in Utrecht beschikken over een dergelijke vergunning. Maar dit is een bekend gegeven. In principe worden in verleende gebruiksvergunningen overigens geen gedoogsituaties opgenomen.
4. Hoe vaak wordt door de Brandweer de actualiteit van de gebruiksvergunningen en de naleving van de veiligheidsvoorschriften bij een ziekenhuis gecontroleerd?
Bij alle opleveringen van bouwvergunningen controleert de brandweer samen met bouwbeheer op brandveiligheid. Verder reageert de brandweer altijd op klachten en vragen over brandveiligheid. Tenslotte worden door de brandweer diverse controles op brandveiligheid uitgevoerd bij bij voorbeeld evenementen, milieucontroles en in de horeca.
Er wordt voor controle en handhaving op dit moment nieuw beleid ontwikkeld dat in het eerste kwartaal 2007 gereed komt.
5. Hoe vaak worden brandoefeningen in ziekenhuizen gehouden en welke leermomenten hebben de ziekenhuizen zelf en de Brandweer de laatste twee jaar uit die oefeningen kunnen opdoen? Is met ander woorden 'zichtbaar' dat er van deze oefeningen wordt geleerd?
Bij het oefenen richt de brandweer zich het meest op het grootste ziekenhuis van Utrecht, het UMC.
Naast een jaarlijkse oefening voor kleine blusmiddelen voor alle brandweerploegen (18), wordt ook jaarlijks voor iedere ploeg een grote oefening bij het ziekenhuis georganiseerd. Een dergelijke oefening wordt altijd geëvalueerd en de leermomenten doorgenomen met de belanghebbenden. Tot slot krijgen alle nieuwe brandweerlieden een rondleiding in het UMC om een indruk te krijgen van de specifieke onderdelen van een ziekenhuis. Voor alle ziekenhuizen geldt dat de contacten met het ziekenhuis goed zijn en dat de opvang bij een brandalarm goed geregeld is.
6. Is de bij 4 en 5 aangegeven frequentie voldoende en zo ja, waarop is dat oordeel gebaseerd?
Algemeen kan gesteld worden dat de kennis van de gebouwen en processen binnen de ziekenhuizen voldoende is voor een adequate inzet bij calamiteiten. Zowel op het gebied van preventie als repressie wordt hiervoor intensief samengewerkt. Van het Diakonessenhuis, Mesos Oudenrijn en Mesos Overvecht zijn zogenaamde bereikbaarheidskaarten gereed. Daarin staan b.v. de aanrijroute en specifieke kenmerken van de gebouwen vermeld. Van het UMC is deze bijna klaar, maar zoals gezegd in het antwoord op vraag 5 is de brandweer zeer goed bekend met het UMC.
7. Welke acties ziet u als noodzakelijk, naar aanleiding van de rapportage?
Ziekenhuizen hebben onverminderd hoge prioriteit in de vergunningverlening en handhaving en zullen als zodanig worden behandeld. Zie ook het antwoord op vraag 2.
8. In het verleden heeft de VVD-fractie enkele malen gevraagd naar de situatie rond de gebruiksvergunningen van scholen. Kunt u aangeven of inmiddels alle scholen in Utrecht een actuele gebruiksvergunning van de Brandweer hebben?
Ten aanzien van scholen loop een specifieke actie voor het controleren en afgeven van gebruiksvergunningen. 41 basisscholen hebben een gebruiksvergunning. De op dit moment afgegeven gebruiksvergunningen zijn afgegeven naar aanleiding van bouwvergunningen voor nieuwbouw of verbouw.
Onlangs zijn 38 scholen gecontroleerd op brandveiligheid. Hiervan zijn rapportages gemaakt waarin de geconstateerde gebreken zijn gerapporteerd. Naar aanleiding van de gebreken wordt door de verschillende scholen een plan van aanpak gemaakt om deze gebreken op te lossen. Bij geen van de gecontroleerde scholen zijn acute brandveiligheidsproblemen geconstateerd. Naar aanleiding van de controles wordt door de brandweer met verschillende schoolbesturen overleg gevoerd over het actualiseren van de brandveiligheidsvoorzieningen.
Zoals bekend zijn wij in het kader van het Het Masterplan primair- en (voortgezet) speciaal onderwijs van plan om de komende acht jaar de huisvesting van scholen te verbeteren, waarbij uiteraard ook de brandveiligheid van de gebouwen wordt verbeterd.
---- --