Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
134 Vragen van mevrouw ir. I.G.M. de Bondt
(vragen binnengekomen op 29 oktober 2006
en antwoorden van het college verzonden op 21 november 2006)

Veiligheid busbanen

Op 28-10-2006 is Utecht opgeschrikt door een zwaar ongeval op de busbaan op de Potterstraat. Dit is helaas niet het eerste ongeval op een busbaan in Utrecht. In de Commissievergadering van Verkeer en Beheer van 12 september 2006 heeft de VVD dit College al gewezen op drie andere ongelukken op busbanen in Utrecht in de afgelopen zomerperiode (2x op de Vleutenseweg en 1x op de Biltstraat). De VVD heeft aangegeven zich zorgen te maken over de veiligheid van busbanen voor langzaam verkeer. In antwoord op deze vragen heeft de Wethouder aangegeven dat de ongevallen op busbanen worden geregistreerd en dat de ongelukken op de busbanen als incidenten moeten worden beschouwd. Hij heeft aangegeven dat het College van mening is dat er geen sprake is van structurele onveiligheid van de busbanen.

Helaas laat het ongeval op de Potterstraat wederom zien dat voetgangers kwetsbaar zijn in het verkeer. De VVD is van mening dat bij de inrichting en gebruik van de busbanen meer rekening moet worden gehouden met deze kwetsbaarheid. Ook is het aantal ernstige ongevallen op de busbanen dermate hoog, dat het niet geoorloofd is om alle ongelukken op busbanen in de stad af te doen als "incidenten". Onderzocht moet worden waardoor het aantal ongelukken op busbanen hoog is en hoe busbanen veiliger kunnen worden gebruikt.

De VVD heeft de volgende vragen:

1. Deelt het College inmiddels de mening van de VVD dat het aantal ongelukken op busbanen hoog is? Zo nee, hoe kijkt het College dan aan tegen het hoge aantal ongelukken, dat de afgelopen maanden plaats heeft gevonden op een busbaan?


Nee, kijkend over een langere periode en afgezet tegen het totale beeld van de verkeersveiligheid in de stad, is het aantal ongevallen op de busbanen in Utrecht niet bovengemiddeld hoog. Uiteraard betreurt het College elk verkeersslachtoffer in de stad. In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan heeft de gemeente zich tot doel gesteld alle black spots (punten met concentraties van verkeersongevallen) uiterlijk in 2020 te hebben opgelost.

2. Is dit College bereid een onderzoek in te stellen naar de veiligheid van busbanen in Utrecht en de mogelijkheden om de veiligheid te vergroten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan bij dit onderzoek niet alleen worden gekeken naar de ongelukken die hebben plaatsgevonden, maar ook naar het aantal ongelukken, dat ternauwernood voorkomen wordt?


Nee, bij de vaststelling van de begroting in de raad op 9 november jl. is een motie met deze strekking in ruime meerderheid verworpen. Zoals aangegeven in antwoord 1 geeft het College prioriteit aan het wegwerken van de knelpunten met de hoogste concentratie aan verkeersongevallen.


Ongeacht of het College bereid is om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden om de veiligheid van busbanen te vergroten, heeft de VVD de onderstaande vragen. Vanzelfsprekend hoopt de VVD dat de antwoorden betrokken worden bij het gevraagde onderzoek.

3. Alle ongelukken worden volgens de wethouder geregistreerd. Kan een overzicht worden gegeven van alle ongelukken, die hebben plaats gevonden op busbanen in Utrecht, sinds het openen van de eerste busbaan?


Ja, wij zullen de beschikbare informatie over ongelukken sinds de opening van de eerste HOV-baan inzichtelijk maken en binnen afzienbare tijd aan u verschaffen.

4. Kan per ongeluk op het overzicht worden aangegeven wat de oorzaak was van het ongeval en welke maatregelen er achteraf zijn getroffen om herhaling te voorkomen?


Zie antwoord 3

5. Hoe wordt bij de inrichting van een busbaan rekening gehouden met de veiligheid voor fietsers en voetgangers op en naast de busbaan?


Fietsers en voetgangers hebben altijd aparte voorzieningen langs de busbanen; er is nergens sprake van medegebruik van HOV-banen door (brom)fietsers of voetgangers. Op alle plaatsen waar voetgangers of (brom)fietsers te verwachten zijn, zijn aparte voorzieningen getroffen in de vorm van voetpaden en/of (brom)fietspaden. In alle gevallen zijn deze paden minimaal middels een hoogteverschil van enkele centimeters afgescheiden van de HOV-baan. Bovendien is er sprake van verschil in materiaal, vaak in combinatie met verschil in kleur.

Bij het ontwerp van de busbanen worden de landelijke geldende ontwerprichtlijnen van CROW (het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) aangehouden. Oversteken voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) zijn voorzien van waarschuwingslichten of verkeerslichten en een akoestisch signaal, dat afgaat zodra er een bus aankomt.

6. Hekwerken langs de busbanen zouden vanzelfsprekend de veiligheid het meest vergroten. De VVD is er echter geen voorstander van dat busbanen en nog grote barrière gaan vormen in de stad. Daarom wil de VVD graag weten welke mogelijkheden er zijn voor snelheidsbeperking voor de bus op delen van de busbaan, zoals stapvoets rijden tijdens winkelopeningstijden?


Op de busbaan in de binnenstad geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur. Uit metingen onder GVU-bussen in 2005 is gebleken dat bussen zich aan deze maximumsnelheid hielden.

De bussen stapvoets laten rijden, vinden wij geen goed idee. Stapvoets rijden kan onduidelijkheid scheppen bij voetgangers en fietsers. Bovendien is doorstroming van het openbaar vervoer van belang.


---- --