Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Eén toegang tot indicaties voor (jeugd)zorg en onderwijsondersteuning

Persbericht, 21-11-2006

Kinderen die naast (jeugd)zorg ook steun nodig hebben bij het onderwijs, moeten voortaan met één toegang worden geholpen. De wachttijden kunnen daardoor omlaag en duizenden kinderen kunnen jaarlijks sneller zorg krijgen.

Deze verwachting sprak staatssecretaris Ross vandaag uit, nadat ze het `kader integraal indiceren' had ontvangen van Steven van Eijck, commissaris jeugd- en jongerenbeleid van Operatie Jong. Dit kader is ontstaan uit experimenten in Drenthe, Brabant, Rotterdam, Overijssel en Amersfoort/Utrecht waar samenwerking en afstemming plaats vindt op de indicaties voor jeugdzorg en speciaal onderwijs enerzijds en AWBZ-zorg en speciaal onderwijs. Ross wil zo snel mogelijk het kader integraal indiceren bij wet verplichten, zodat afspraken tussen regio's worden ingevoerd en jongeren sneller geholpen worden. `Een snelle invoering van deze wijze van indiceren is ontzettend belangrijk, want kinderen hebben hier veel profijt van.'

Jongeren met handicaps of stoornissen hebben vaak een combinatie nodig van extra jeugdzorg of AWBZ-zorg en onderwijsondersteuning. Om deze verschillende soorten ondersteuning te krijgen, moeten jongeren en ouders nu nog meerdere indicatietrajecten doorlopen. Dit leidt tot lange doorlooptijden, tot dubbel onderzoek en tot veel administratieve lasten voor de ongeveer tienduizend jongeren die nu in meerdere sectoren hulp zoeken. De nieuwe werkwijze zorgt ervoor dat jongeren na binnenkomst bij een loket van speciaal onderwijs, MEE, Centrum indicatiestelling zorg of Bureau Jeugdzorg, een trajectbegeleider krijgen. Die trajectbegeleider is aanspreekpunt van het kind/ouders en zorgt dat er een integrale indicatie wordt geleverd.

Ross verwacht dat al vanaf volgend jaar duizenden jongeren profiteren van de afspraken die volgen uit het kader integraal indiceren. De partijen die ervoor moeten zorgen, zoals IPO (Interprovinciaal Overleg), MOgroep (Maatschappelijke Ondernemers Groep), MEE (organisatie voor mensen met een beperking), WEC-raad (speciaal onderwijs), LCTI (Landelijke Commissie Toezicht Indicatiestelling), CIZ (Centrum indicatiestelling zorg) en ZN (Zorgverzekeraars Nederland), hebben ingestemd met de invoering van de integrale indicatiestelling. Ross ziet louter voordelen: `Jongeren en hun ouders hoeven nog maar één keer hun verhaal te vertellen. Ze worden niet meer doorverwezen naar een ander loket. De kwaliteit van indicatiestelling zal verbeteren vanwege kortere doorlooptijden, administratieve lastenverlichting en integrale hulp. Dat is prettig voor de kinderen en hun ouders, maar ook voor de indicatieverleners; zij kunnen efficiënter werken en dat motiveert natuurlijk.'