Ministerie van Financiën

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Gerkens over de uitvoering van de huurtoeslag.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

G. Zalm

2060702200

Vragen van het lid Gerkens over de uitvoering van de huurtoeslag.

(Ingezonden 30 oktober 2006)

Vraag 1

Klopt het dat huurders die een (deel van een) voorschot huurtoeslag moeten terugbetalen, bovendien een wettelijke rente van 4,25% in rekening wordt gebracht?

Vraag 2

Herinnert u zich de aanleiding voor het betalen van voorschotten, te weten de capaciteitstekorten bij de Belastingdienst?

Vraag 3

Is u bekend dat aanvragers, aan wie beloofd is dat de definitieve beschikking voor 1 april 2006 zou worden afgegeven in werkelijkheid vaak maanden langer op hun beschikking hebben moeten wachten?

Vraag 4

Acht u het gezien deze achtergrond redelijk dat de Belastingdienst aan deze huurders een wettelijke rente in rekening brengt en bent u bereid om deze renteclaim te laten vervallen?

Antwoord op de vragen 1 tot en met 4

Het betalen van voorschotten voor de huurtoeslag is inderdaad een gevolg van aanloopproblemen bij de Belastingdienst. Zoals ook eerder aan uw Kamer is gemeld heeft het belang van de toeslaggerechtigde, namelijk het kunnen beschikken over het toeslagbedrag, op de voorgrond gestaan. Keerzijde van deze opzet is dat teveel uitgekeerde toeslagbedragen moeten worden teruggevorderd. Bij die terugvordering wordt geen rente berekend. Het is de bedoeling dat de betrokken huurders het 'kale' bedrag aan teveel ontvangen huurtoeslag terugbetalen. Daarvoor geldt een terugbetalingstermijn van twee maanden. Alleen als een huurder het verschuldigde bedrag niet binnen die termijn voldoet wordt op grond van artikel 29 van de Awir wel rente in rekening gebracht over het nog openstaande bedrag. Dit betreft de zogeheten invorderingsrente, de rente die ook geldt bij het niet betalen van belastingschulden. De renteberekening start de dag na de vervaldag van de betaling. De renteberekening heeft geen terugwerkende kracht; over de periode tot en met de vervaldag is de belanghebbende geen rente verschuldigd.