Beantwoording vragen leden Van der Staaij, Van Baalen, Herben, Ormel, Van Bommel, Huizinga-Heringa en Bakker over de situatie van christenen in Irak (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2006/11/Beantwoording-vragen-leden-Van-der-Staaij--Van-Baa.html)
20-11-2006 | 14:55
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door de leden Van der Staaij, Van Baalen, Herben, Ormel, Van Bommel,
Huizinga-Heringa en Bakker over de situatie van christenen in Irak. Deze vragen
werden ingezonden op 2 november 2006 met kenmerk 2060702450.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotAntwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse
Zaken op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Baalen
(VVD), Herben (LPF), Ormel (CDA), Van Bommel (SP), Huizinga-Heringa
(ChristenUnie) en Bakker (D66) over de situatie van christenen in Irak.
Vraag 1Kent u het bericht 'Iraq's Christian Minority Flee As Extremist Threat
Worsens', waarin geschat wordt dat mogelijk zo'n 200.000 christenen Irak
ontvlucht zijn? 1)AntwoordJa.Vraag 2Over welke informatie beschikt u met betrekking tot de situatie van
christenen in Irak en hoe deze situatie zich ontwikkelt? Bevestigt uw informatie
hetgeen in genoemd nieuwsbericht gemeld wordt? In hoeverre is de situatie in het
noorden, het centrum en het zuiden van Irak verschillend ten aanzien van de
christelijke minderheden? Wat zijn volgens u de oorzaken van hun verslechterde
situatie?AntwoordMijn informatie komt op delen overeen met het genoemde artikel. Ook
christenen in Irak hebben te lijden onder de slechte veiligheidssituatie en
straffeloosheid in Irak. Er is eveneens sprake van gerichte intimidatie en
aanslagen tegen christenen.Hoewel in geheel centraal-Irak intimidatie en aanslagen voorkomen, zouden
aanslagen jegens christenen recentelijk met name in en om Basra, Bagdad en Mosul
plaatsvinden. Er zijn velerlei redenen waarom christenen doelwit zijn. Net als
andere Irakezen zijn zij slachtoffer van bovengenoemde veiligheidsproblemen en
straffeloosheid. Naar verluidt, stellen voorts extremistische groeperingen
christenen gelijk met de buitenlandse militairen in Irak. Daarnaast is er sprake
van aanvallen door extremisten op personen, christenen, moslims en anderen, die
zich niet naar strenge islamitische regels gedragen. Ook de vermeende betere
sociaal-economische positie van christenen heeft er toe geleid dat christenen in
Irak het slachtoffer worden van geweld en ontvoering met geldelijk gewin als
doel.Vraag 3Naar welke landen vluchten christenen uit Irak en beschikken die landen ook
over schattingen van aantallen? Hoe wordt deze groep opgevangen in genoemde
landen?AntwoordEr is sprake van een uitstroom van mensen uit Irak, waaronder ook christenen.
Schattingen over het aantal christenen dat de afgelopen drie jaar vanuit Irak
naar de buurlanden is vertrokken, lopen op tot meer dan 200.000 mensen. Er zijn
echter weinig harde cijfers voorhanden. Een aanzienlijk aantal christelijke
families zou naar Jordanië en Syrië zijn gevlucht. Eerdere berichten duidden
erop dat overgrote deel van de aanvragen voor vluchtelingenstatus die de UNHCR
in Turkije ontvangt, zouden worden ingediend door Assyrische christenen.Personen afkomstig uit Irak kunnen - al dan niet na het verkrijgen vann een
visum - doorgaans gedurende drie maanden legaal in de buurlanden bllijven. Dit
kan in sommige gevallen met drie maanden worden verlengd. Gevluchte personen
kunnen zich laten registreren bij de UNHCR in bijvoorbeeld Jordanië, Syrië en
Turkije.Vraag 4Beschikt de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) over
voldoende mogelijkheden om deze groep bescherming te bieden? Op welke wijze zou
de situatie van christenen in Irak kunnen verbeteren?Antwoord De UNHCR kan zowel een bijdrage leveren aan de bescherming van Iraakse
vluchtelingen buiten Irak als aan ontheemden binnen Irak. Het kernmandaat van de
UNHCR vormt de bescherming van vluchtelingen. De bescherming van Internally
Displaced Persons (IDP's) valt in principe niet onder dit mandaat. Het is de
nationale overheid die primair verantwoordelijk is voor de bescherming en
hulpverlening aan ontheemden. Wel hebben VN-organisaties en NGO's zich verplicht
om in onderlinge samenwerking tot de meest effectieve bescherming van ontheemden
te komen. Binnen de zogenaamde clusterbenadering is overeengekomen dat UNHCR ook
voor ontheemden medeverantwoordelijkheid draagt.De UNHCR heeft deze week aangegeven dat ten aanzien van de totale groep uit
Irak gevluchte personen in de buurlanden en de ontheemden in Irak niet in de
noden kan worden voorzien. Dit hangt samen met de situatie die is ontstaan:
terwijl de humanitaire noden snel toenemen, is de aandacht van de internationale
gemeenschap voor Irak verminderd waardoor er onvoldoende financiële middelen
beschikbaar zijn. Voor Nederland en enkele andere donoren geldt dit minder:
Nederland geeft aan UNHCR een grote ongeoormerkte bijdrage van 40,9 miljoen
euro. Deze kan door de UNHCR daar worden ingezet waar de nood het hoogst is.
Daarnaast steunt Nederland met circa 1 miljoen euro een humanitair programma van
de IOM (International Organisation for Migration) voor ontheemden in centraal en
zuidelijk Irak. Het programma komt onder meer tegemoet aan behoeften op het
gebied van water, voedsel en gezondheidszorg. Ook ICRC voert in Irak een
omvangrijk programma uit waar Nederland middels een ongeoormerkt bedrag van
jaarlijks ongeveer 33 miljoen euro aan bijdraagt. Dit programma richt zich
vooral op bescherming van burgers in gewapend conflict.Ik zal de situatie van de christenen in Irak nauwgezet blijven volgen.1) New York Times, 17 oktober 2006
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken