Provincie Noord-Holland

Datum

20-11-2006

Onderwerp

Hoger beroep aanbesteding hogesnelheidsveerdienst Velsen - Amsterdam

Katja Grevers

Op vrijdag 17 november diende het hoger beroep in het geschil over de aanbesteding van de hogesnelheidsveerdienst Velsen Amsterdam. In haar pleidooi heeft de provincie uiteengezet waarom zij vindt dat zij zorgvuldig de gevoerde aanbestedingsprocedure heeft doorlopen en dat zij terecht het contract voor de hogesnelheidsveerdienst wil gunnen aan BBA. Hieronder is een samenvatting van het pleidooi van de provincie weergegeven.

Aanleiding voor het hoger beroep is een geschil over de door BBA aangegeven streefwaarden in haar offerte voor de exploitatie van de veerdienst. Op vrijdag 14 juli sprak de rechter zich uit in een kort geding dat was aangespannen door Connexxion, de andere inschrijver voor de exploitatie van de veerdienst Amsterdam-Velsen. Connexxion eiste dat de offerte van BBA terzijde gelegd moest worden, omdat de offerte niet realistisch zou zijn vanwege hoge streefcijfers op het gebied van reizigersgroei, klanttevredenheid en betrouwbaarheid van de dienstregeling. De rechter heeft deze eis niet overgenomen, maar heeft de provincie wel bevolen om binnen vier weken na de uitspraak met Connexxion en BBA in onderhandeling te treden. Hierbij moest de provincie aangeven welke mate van reizigersgroei, klanttevredenheid en betrouwbaarheid haalbaar is. De provincie en BBA zijn in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.

Hoger beroep
Tijdens de zitting van het Hof van Amsterdam op 17 november heeft de provincie erop gewezen dat een aanbestedende overheid niet kan bepalen wat het maximum mag zijn van de streefwaarden die vervoerders offreren. Daarmee zou zij te veel op de stoel van de vervoerder gaan zitten, terwijl de provincie juist optimaal gebruik wil maken van de expertise en creativiteit van de vervoerder. Dit is ook in de geest van de Wet personenvervoer 2000. Ook Connexxion en BBA vinden overigens dat de provinvie onmogelijk kan aangeven wat een realistisch maximum is wat de vervoerders mogen aanbieden.

Streefwaarden
Als BBA de geoffreerde streefwaarden niet haalt, heeft de provincie de mogelijkheid een malus (boete) van ongeveer 150.000 euro per jaar op te leggen. Dat ontslaat BBA echter niet van haar overige contractverplichtingen, zoals die zijn vastgelegd in het contract dat de provincie met de vervoerder zal sluiten. Belangrijk is dat het te sluiten contract voldoende garanties biedt voor een goede kwaliteit. Zo krijgt BBA de opbrengsten uit kaartverkoop en heeft er daarom zelf belang bij om zoveel mogelijk reizigers te vervoeren. Ook heeft BBA in haar offerte harde toezeggingen gedaan over de inzet van nieuwe schepen, het varen met hogere frequenties, tariefacties, maatregelen om de stiptheid te garanderen, enzovoort. Bovendien stelt het Programma van Eisen van de provincie tal van eisen aan het vervoer. Zou BBA zich in de uitvoering van het contract niet houden aan de eisen en aan haar eigen offerte, dan heeft de provincie verschillende mogelijkheden om BBA hiertoe te dwingen. Zo kan ze de vervoerder boetes opleggen of in het uiterste geval het contract ontbinden.

De provincie heeft gekozen voor de offerte van BBA omdat deze van uitstekende kwaliteit is. Bij gunning aan BBA krijgt de provincie een dienstenpakket dat gelijkwaardig is aan het dienstenpakket dat Connexxion had aangeboden tijdens de aanbestedingsprocedure, maar tegen lagere kosten. Daarom vindt de provincie de voorgenomen gunning niet alleen juridisch rechtmatig, maar ook kwalitatief en maatschappelijk verantwoord.

Ht Gerechtshof zal op 14 december 2006 uitspraak doen.

Achtergrondinformatie
De provincie Noord-Holland is opdrachtgever voor de hogesnelheidsveerdienst over het Noordzeekanaal tussen Amsterdam en Velsen (IJmuiden). Omdat het huidige contract op 31 december 2007 met vervoerder Connexxion afloopt, heeft de provincie een aanbestedings-procedure gevoerd voor het nieuwe contract dat per 1 januari 2008 moet ingaan.

Op 9 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland besloten om de opdracht voor de uitvoering van de hogesnelheidsveerdienst op het Noordzeekanaal tussen Velsen en Amsterdam te gunnen aan BBA Personenvervoer NV. Het nieuwe contract geldt voor een periode van tenminste zes jaar.

De provincie had bij de gunning de volgende overwegingen:
* De provincie had een jaarlijkse bijdrage gesteld van maximaal
1.127.400 beschikbaar gesteld. BBA biedt de provincie op dit bedrag een jaarlijkse korting van 250.000.

* Tegelijk heeft BBA aanzienlijk meer vervoer aangeboden: ten opzichte van 2006 een stijging van het aantal afvaarten tussen Velsen en Amsterdam van 50%.

* De bestaande halfuurdienst in de spitsuren blijft gehandhaafd. Daarnaast wordt in de daluren, op zaterdagen en op zondagen de bestaande uurdienst uitgebreid tot een halfuurdienst. Op werkdagen en op zaterdagen wordt s avonds langer doorgevaren.
* BBA schaft drie nieuwe schepen aan. Deze vaartuigen zijn rolstoeltoegankelijk. Fietsen worden gratis vervoerd.
* Daarnaast introduceert BBA speciale actiekaartjes en andere promotieactiviteiten.

Streefwaarden
Naast de hierboven genoemde criteria, keek de provincie ook naar de opgegeven streefwaarden op het gebied van reizigerstevredenheid, betrouwbaarheid van de dienstregeling en opbrengsten uit de kaartverkoop.

Onderwerp van discussie zijn de door BBA geoffreerde streefwaarden. Een vervoerder die hoge streefwaarden offreerde, kreeg hiervoor bij de beoordeling van de offerte meer punten toegekend dan een vervoerder met lage streefwaarden. In de uitvoering van het contract wordt de vervoerder afgerekend op de werkelijk behaalde resultaten wat betreft reizigerstevredenheid, betrouwbaarheid en opbrengsten: worden de geoffreerde streefwaarden niet gerealiseerd, dan krijgt de vervoerder een malus. Deze kan oplopen tot ongeveer 150.000 per jaar.

Op vrijdag 14 juli sprak de rechter zich uit in het kort geding dat was aangespannen door Connexxion, een van de inschrijvers voor de exploitatie van de veerdienst Amsterdam-Velsen. Connexxion eiste dat de offerte van BBA, de andere inschrijver, terzijde gelegd moest worden. De offerte zou niet realistisch zijn vanwege hoge streefcijfers op het gebied van reizigersgroei, klanttevredenheid en betrouwbaarheid van de dienstregeling. De rechter heeft deze eis niet overgenomen, maar heeft de provincie wel bevolen om binnen vier weken met Connexxion en BBA in onderhandeling te treden. Hierbij moest de provincie aangeven welke mate van reizigersgroei, klanttevredenheid en betrouwbaarheid haalbaar is.

De provincie Noord-Holland heeft, net als BBA, hoger beroep ingesteld bij het Hof Amsterdam tegen de uitspraak van de rechter in het kort geding over de aanbesteding van de hogesnelheidsveerdienst Amsterdam - Velsen. De uitspraak impliceerde onder meer dat de provincie bij deze en volgende aanbestedingen op de stoel van de vervoerder moet gaan zitten. Dit vindt de provincie principieel onjuist, omdat dit niet in de geest is van de Wet personenvervoer 2000, die terughoudendheid vraagt van de overheid. Dit om de creativiteit en expertise van vervoerders niet te beperken.