College van Beroep voor het bedrijfsleven


Weigering ontheffing verhuisplicht. Berekening schadevergoeding

Disciplinair ontslag wegens het niet voldoen aan de woonverplichting. Naar het oordeel van de Raad had het bestuur bij zijn besluit om ontheffing van de verhuisplicht te weigeren tevens uitstel dienen te verlenen van de datum waarop hij verhuisd diende te zijn. Gedurende de tijdelijke aanstelling werden geen werkelijk activiteiten van betrokkene met betrekking tot een verhuizing verwacht. Kort daarna werd betrokkene getroffen door een ernstige ziekte waardoor voor hem van de termijn van twee jaar waarbinnen hij diende te verhuizen in werkelijkheid slechts zes maanden overbleef. Dat slechts verzocht is om ontheffing van de verhuisplicht mocht het bestuur er niet van weerhouden zich als een goed werkgever jegens betrokkene te gedragen. De gevraagde vergoeding van wettelijke rente over de nabetaling van de bezoldiging komt voor toewijzing in aanmerking. Deze rente is verschuldigd over de bruto nabetalingen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de betalingen hadden moeten plaatsvinden tot aan de dag van de algehele voldoening toe. De hier bedoelde bruto nabetalingen bestaan uit het volledige bedrag van de bezoldiging zonder een eventuele vermindering van de bezoldiging met inkomsten uit arbeid. Dit leidt slechts uitzondering voor zover betrokkene over die periode een uitkering heeft genoten uit hoofde van een sociale verzekeringswet.

LJ Nummer

AY9051

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 20 november 2006 Naar boven