MINBZK: Parlementsonderzoek 2006: Referendum uit de gratie
Ministerie bzk
http://www.minbzk.nl
PARLEMENTSONDERZOEK 2006: REFERENDUM UIT DE GRATIE
Slechts 27% van de Tweede Kamerleden vindt een beslissend correctief wetgevingsreferendum
wenselijk. Op het gebied van de staatkundige hervormingen is er wel een meerderheid voor
een wijziging in het kiesstelsel en voor de verkiezing van de burgemeester door de
gemeenteraad. Verder is het vertrouwen in het functioneren van democratie en parlement
bijzonder groot. Dat blijkt uit de eerste resultaten van het Parlementsonderzoek 2006.
Het onderzoek is een initiatief van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). De Rob bracht
in september 2005 het advies 'Over de staat van de democratie' uit. Daarin was de Raad
kritisch over het functioneren van de Tweede Kamer. Tegen die achtergrond is het
Parlementsonderzoek verricht. Het onderzoek gaat over de taken en het functioneren van de
Tweede Kamer. De eerste resultaten zijn nu bekend.
De uitvoering ligt in handen van prof. J. Thomassen (Universiteit Twente) en prof. R.
Andeweg (Universiteit Leiden).
Tevreden met democratie en parlement
Van de Tweede Kamerleden is 81% tamelijk of zeer tevreden over het functioneren van de
democratie in Nederland. Tevreden met het functioneren van het parlement is 80%.
Minder strakke regeerakkoorden
Er is een verschil tussen het dualisme als norm en de praktijk. Zo zegt 43% van de Tweede
Kamerleden dat het parlement de hoofdlijnen van het beleid moet bepalen. Op de vraag wie
feitelijk de hoofdlijnen van het beleid bepaalt, zegt maar 16% dat dit het parlement is.
Minder strakke regeerakkoorden kunnen volgens 79% van de ondervraagden de parlementaire
democratie ten goede komen.
Kloof tussen kiezers en gekozenen
Tweederde van de Kamerleden vindt dat er een kloof bestaat tussen de kiezers en henzelf.
Sommige Kamerleden zien dat als onvermijdelijk, omdat Kamerleden het algemeen belang
moeten stellen tegenover het eigen belang. Anderen zien de kloof als resultaat van de
houding van kiezers, waaronder desinteresse en een afkeer van de politiek. En tot slot
zijn er Kamerleden die vinden dat het ligt aan de politiek zelf.
Gevraagd naar mogelijke oorzaken van de kloof, worden onder andere genoemd: de wijze
waarop journalisten verslag doen van de politiek (84% tamelijk/zeer belangrijk); politici
doen teveel beloften die ze niet kunnen waarmaken (73% tamelijk/zeer belangrijk); minder
duidelijke verschillen tussen politieke partijen in de ogen van de kiezers (61%
tamelijk/zeer belangrijk).
Weinig steun voor staatkundige hervormingen
Staatkundige hervormingen krijgen in het algemeen weinig steun van de Kamerleden.
Referenda en directe verkiezing van de burgemeester of de minister-president halen geen
meerderheid. Een kiesstelsel waarin de kiezer een stem heeft voor een landelijke lijst en
een stem voor een kandidaat in een district krijgt wel de steun van een meerderheid (53%).
Dat geldt ook voor verkiezing van de burgemeester door de gemeenteraad: 61% is hiervoor.
Kamerleden zien in het algemeen meer heil in een cultuuraanpak en het vergroten van de
betrokkenheid van burgers dan in stelselwijzigingen.
Meer controle op Europa
65% van de Kamerleden is tegen referenda over toekomstige Europese verdragen. En maar
liefst 77% vindt dat het Nederlandse parlement te weinig controle uitoefent op de
opstelling van de Nederlandse regering in de Raad van Ministers van de Europese Unie. De
coördinerende rol van de minister-president in Europese aangelegenheden moet volgens
59% van de Kamerleden worden versterkt.
Instrumenten
Schriftelijke en mondelinge vragen vinden de Kamerleden weinig effectief (respectievelijk
60 en 62%). Wél effectief vinden de Kamerleden de interpellatie (82%) en de motie
(84%).
Voor de toekomst zien de Kamerleden veel in het instellen van themacommissies (63%) en het
kunnen horen van ambtenaren (72%). Dit zijn twee voorstellen die onlangs door de Nationale
Conventie zijn gedaan.
Politiek en media
Kamerleden vinden dat ze teveel reageren op incidenten en berichten in de media. Ook
vinden de Kamerleden dat ze teveel bezig zijn met details.
De media op hun beurt schenken in de ogen van de Kamerleden teveel aandacht aan het
politieke spel en de poppetjes, en te weinig aan de inhoud.
Aan het Parlementsonderzoek namen 114 Tweede Kamerleden deel (76%) . Het onderzoek past in
een reeks. Vergelijkbare onderzoeken zijn gedaan in 1968, 1972, 1979, 1990 en 2001. Het
volledige onderzoeksrapport komt in februari 2007 beschikbaar.