Administratieve lasten voedselketen
Kamerstuk, 17-11-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/PSL2730466
17 november 2006
Op 5 juli 2006 informeerde ik u over de uitkomsten van een onderzoek
naar administratieve lasten in de voedselketen uitgevoerd door SIRA
Consulting (Kamerstuk 2006-2007, 29515, nr.150). In die brief ben ik
al ingegaan op het algemene beeld uit het onderzoek en de Europese
dimensie van de regelgeving. Op 3 november 2006 heb ik u samen met de
minister van LNV geïnformeerd over een samenhangend pakket van
vernieuwingen van het handhavingsbeleid van de Voedsel en Waren
Autoriteit (VWA) (Kamerstuk 2006-2007, 26991, nr. 147).
In deze brief breng ik u op de hoogte van de wijze waarop ik vervolg
geef aan de aanbevelingen uit het SIRA rapport die niet op het terrein
van de handhaving liggen.
Betere implementatie regelgeving
In het proces dat leidt tot nieuwe regelgeving is regulier overleg met
de betrokken branches van groot belang. VWS maar ook de
belanghebbenden uit het bedrijfsleven hebben in dat verband goede
ervaringen met het Regulier Overleg Warenwet (ROW).
Informatieverstrekking over nieuwe regelgeving geschiedt onder meer en
wordt ondersteund via een daarvoor ontwikkelde ROW-website. Daarnaast
geeft de VWA via haar eigen website bekendheid aan bestaande en nieuw
in te voeren regelgeving. Ik zal in overleg met betrokken partijen en
EZ bezien hoe in de loop van de komende jaren verdere verbetering van
communicatie naar bedrijven over bestaande en nieuwe regelgeving op
het gebied van voedselveiligheid kan plaatsvinden en welke rol het in
ontwikkeling zijnde bedrijvenloket van EZ daarin kan spelen.
SIRA bepleit clustering van wijzigingen van regelgeving zodat
bedrijven zo min mogelijk te maken krijgen met opeenvolgende
verandermomenten. Daarnaast pleit SIRA voor voldoende tijd tussen het
bekend worden van nieuwe regels en het moment van invoeren ervan. Wij
onderschrijven deze aanbevelingen en passen deze in de kabinetsaanpak
Vaste Verandermomenten in. Op het gebied van voedselveiligheid vergt
dit in veel gevallen ook van de Europese wetgever meer discipline waar
het de kwaliteit van de wetgeving betreft en in het tijdig bekend
maken van nieuwe regels alsmede de interpretatie daarvan.
Afstemming en evaluatie hygiënecodes
Bedrijven ervaren de verplichting tot het zelf vastleggen van de
resultaten van temperatuurcontroles in koelinstallaties als belastend
en onnodig. De VWA komt aan deze klacht tegemoet door in de toekomst
geen sancties meer op te leggen ten aanzien van deze eis. Voor de
langere termijn wil ik onderzoeken in hoeverre het nodig en effectief
is dit soort 'middelvoorschriften' in hygiënecodes op te nemen.
Bedrijven ervaren het als belastend dat er verschillen zijn in
hygiënecodes. Zo wordt gewezen op vereisten die aan het begin van de
keten worden gesteld en doorwerken naar andere ketens. De codes worden
opgesteld door het bedrijfsleven. De VWA heeft een adviserende rol, de
ministers van VWS en LNV stellen de codes vast. Alle codes worden in
het ROW besproken. Dit is ook het forum waar afstemmingsproblemen
gesignaleerd en besproken kunnen worden. In 2007 zal een evaluatie
plaatsvinden van de hygiënecodes, waarbij het aspect van de onderlinge
afstemming speciale aandacht zal krijgen.
Certificatie en audits
Uit zowel het onderzoek van SIRA als de "reis door de voedselketen"
komt naar voren dat bedrijven veel investeren in zogenaamde
zelfcontrolesystemen bestaande uit certificatie van kwaliteitssystemen
en audits door derden. Deze systemen doen een groot beroep op de
administratieve capaciteit van de bedrijven. Zoals mijn ambtsgenoot
van LNV en ik al aangaven in de eerdergenoemde brief van 3 november,
kan het toezicht worden verminderd in bedrijven die er voor zorgen dat
ze de zaken goed op orde hebben. De VWA zal enkele van deze
zelfzorgsystemen onderzoeken en op basis van dat onderzoek criteria
opstellen waaraan systemen moeten voldoen wil het verantwoord zijn om
tot verminderd toezicht te komen.
Ontzien ambachtelijk sector bij etiketteringsverplichtingen
Vroegtijdige betrokkenheid van Nederland bij nieuwe of veranderende
Europese regelgeving is van groot belang. Nederland heeft, in
samenwerking met het Verenigd Koninkrijk, in februari 2006 een
Europese conferentie georganiseerd over voedingsmiddelenetikettering.
Europese consumentenorganisaties, industrie en overheden wisselden
daar ideeën uit. De Europese Commissie kwam niet lang na deze
conferentie met een discussiedocument waarin veel van de
gepresenteerde ideeën waren verwerkt. De Commissie stelt onder meer
voor om te kijken naar andere manieren van aanbieden van informatie
dan via het etiket, en wil flexibiliteit in de informatieoverdracht
verder onderzoeken. Nederland heeft daar positief op gereageerd.
De etiketteringverplichtingen zijn voor zowel de industriële als de
ambachtelijke sector een belasting. De industriële sector heeft te
maken met producten van verschillende herkomst, samenstelling en
productielocaties en met verschillende interpretaties en eisen in
nationale etiketteringsvoorschriften. De ambachtelijke sector beschikt
over beperkte middelen om aan de informatieplicht te voldoen. Het
invoeren en opplakken van etiketten gebeurt veelal handmatig. De
ambachtelijke sector ziet een flexibel en creatief assortiment als de
belangrijkste toegevoegde waarde. De producten zijn daardoor niet
standaard en vaak wisselend van samenstelling. Daarnaast wil de
ambachtelijke sector beter gebruik kunnen maken van de korte afstand
tussen producent en consument bij de informatieoverdracht.
Ik zal in samenspraak met betrokken branches en de VWA in 2007 een
proefproject starten bij ambachtelijke bedrijven. Ik wil daarmee
onderzoeken of de wettelijk verplichte informatie op het etiket op een
voor de ambachtelijke ondernemer minder belastende manier aan de
consument kan worden gegeven. De ervaringen van consumenten, en zeker
die met een allergie, zullen worden gepeild. De resultaten van dit
proefproject zal ik gebruiken in mijn discussie met de Europese
Commissie en de andere lidstaten over de noodzakelijke grondige
herziening van de etiketteringsrichtlijn.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport