Verslag bijdrage Minister Pieter Winsemius (VROM) op Aedes-congres
"Corporaties zijn altijd in de buurt", Apeldoorn, 16 november 2006
Dames en heren,
Inleiding
Ik wil u om te beginnen een paar plaatjes laten zien.
Het eerste is een typisch laat negentiende-eeuws schilderij. Dit
drabbige kerkje zou een Larense school kunnen zijn. Van zulke
schilderijen gingen er destijds dertien in een dozijn. De variatie was
beperkt - het aantal mensen (zeven in dit geval), de windrichting en
al dan niet meer blad aan de boom. Waarom schilderde men zo? Omdat het
zo hoorde. Omdat dat van schilders werd verwacht. Dan zal ik het
tweede schilderij laten zien. Het is van dezelfde schilder, maar dan
een paar jaar later.
Van Goghs sterrennacht, zo heeft u inmiddels wel gezien. Volgens
sommigen het mooiste schilderij van de wereld. Het hangt in het Museum
of Modern Art, in New York. Als ik daar ben, dan ga ik daar naartoe om
me er 20 minuten aan te vergapen. Want alle andere schilderijen vallen
van de muur, vergeleken met dit schilderij.
Gestalt-switch
De reden waarom ik deze twee plaatjes laat zien, is een vraag: hoe kan
één mens zo van raamwerk wisselen? En dat in zo korte tijd. Het eerste
schilderij, één van de twee die uit het Van Gogh Museum gestolen zijn,
stelt het kerkje van Nunen voor. Slechts een paar jaar later volgt de
sterrenhemel boven de Provence. Hoe kun je zo van raamwerk wisselen?
Van schilderijen die 'standaard' zijn naar schilderijen die honderd
jaar later bovenaan alle goede lijstjes staan? Eigenlijk is dat ook de
vraag die op ons afkomt, op corporaties en op VROM, als het gaat om de
woonomgeving in ons vaderland. De uitdaging om iets van die
woonomgeving te maken vergt een andere manier van werken.
Er is natuurlijk al heel veel goeds gedaan. Toch is dat niet langer
voldoende. Er zijn signalen te over dat u anders met uw taken om moet
gaan.
Politiek-Publiek-Publicitaire Druk
Om te beginnen de wens van Europees Commissaris Nelie Smit-Kroes dat
de sociale corporatieactiviteiten van de commerciële gescheiden
worden. Dan het 'graaien in de kas'. Het lijkt erop of alle politieke
partijen doorhebben dat de corporaties geld over hebben, zonder dat
iemand weet van wie dat geld is. Het maatschappelijk vermogen blijft,
zo is het beeld, in een dode hand. Dat het veel is, staat vast. Toen
ik aantrad, stuitte ik op de bestemmingsheffing die binnenkort naar de
Eerste Kamer gaat. Het is weliswaar een tijdelijk instrument, maar als
zo'n instrument eenmaal bestaat blijft men er in Den Haag begerig naar
kijken. Zeker omdat de politieke en publicitaire druk hoog is met tal
van kwetsbare dossiers. Van de ophef over topsalarissen en fusies, via
de opstelling als Vastgoedontwikkelaar, tot de zogenaamde
'oneigenlijke activiteiten'. Maar ook het toezicht, de visitatie, de
governance en de gedragscodes. Al met al een fors pakket.
De Knikkers
Maar belangrijker dan dat pakket is dat waar het echt om gaat: de
grote maatschappelijke uitdagingen, de bouwafspraken en de productie
die u en wij, VROM, samen op gang hebben gebracht. De sociale
inspanning, die soms al op stoom is, komt daar nog eens bij. In deze
zaal zie ik echte helden zitten, en mensen die nog bekeerd moeten
worden tot het heldendom. Dat er een bekering komt, staat wel vast.
Door mij of door een opvolger. Het bestaande raamwerk, met
gedragscodes en BBSH, draagt te weinig oplossingen aan. In zo'n
gedragscode staan lovenswaardige regels over bijvoorbeeld goed gedrag.
Maar wat betekent dat concreet? Hoe maken we afspraken hard?
Daarom hebben wij op VROM geprobeerd de contouren van een nieuw
raamwerk te schetsen. Denkt u alstublieft met ons mee, want wij hebben
u net zo hard nodig als u ons nodig heeft. Die contouren heb ik aan de
Tweede Kamer toegezegd. Ik heb gezegd dat ik die brief zou sturen in
de laatste week dat ik in het Kabinet zit. Inclusief een tussenstand
van het overleg met de corporaties.
De timing is niet onbelangrijk. De Kabinetsformateurs zullen hun werk
tegen die tijd hebben gedaan. Een nieuw kabinet treedt aan. En als je
dan geen verstandig 'openingsbod' hebt gedaan, dan komen anderen met
een eigen, al dan niet verstandig bod. Ik kom hier nog op terug.
Nieuw Raamwerk
1. Bewoners centraal
Het eerste punt van een nieuw raamwerk is: bewoners centraal. Dat
klinkt logisch, maar is nog niet bij alle corporaties het geval.
Vandaag nog sprak ik met mensen van de Woonbond, door de wol geverfde
ervaringsdeskundigen in de herstructurering. Zij brachten een aantal
punten naar voren.
Ten eerste worden bewoners te laat betrokken. En twee: als het eenmaal
zo ver is, dan zijn de door gemeente en corporatie ingenomen
stellingen volledig verhard. Ten derde constateert de Woonbond een
tekort aan aandacht voor de woonomgeving tijdens de herstructurering:
wat doe je in die lange periode dat het oude wordt afgebroken terwijl
het nieuwe nog niet is gebouwd?
De Woonbond stelde dat er zat helden zijn (mijn woorden), maar dat nog
teveel corporaties op dat punt steeds weer opnieuw het wiel uitvinden.
Hoe vertalen we tevredenheid in een concrete maatstaf? Hoe regelen we
de opvang van schrijnende gevallen? Het centraal stellen van bewoners,
ook in normale tijden, de borging van hun betrokkenheid - het staat
allemaal in die mooie gedragscodes. Maar het gebeurt te weinig of niet
goed genoeg.
Een buitengewoon ervaren wethouder vertelde mij over de Amsterdamse
gemeentelijke urgentie commissie. De Amsterdamse corporaties hebben
zich bereid verklaard 4000 schrijnende gevallen per jaar onderdak te
bieden. Waarom vindt dit elders geen navolging?
Wie oog heeft voor bewoners, heeft ook oog voor de levensloop.
Nog steeds zijn er gescheiden segmenten: voor starters, voor
gevorderden en tot slot het wonen met zorg.
Hoe verbind je die segmenten met elkaar zodat een wooncarrière in
stapjes mogelijk wordt? Hoe gaan we de verkoop van huurwoningen nog
sterker stimuleren? Hoe zorgen we ervoor dat de lage woonlasten van
mensen die niets te makken hebben ook laag blijven? Moet je naar
woningen met twee huren toe: eéntje voor normale huurders, en ééntje
voor huurders die minder kunnen betalen? Misschien nog veel sterker
dan tot nu toe. Bewoners centraal wil dus ook zeggen: een brede
taakstelling. Niet alleen het stenen stapelen (de woningen), maar ook
de mensen die er in wonen.
2. Woonvisie als basis
Het tweede punt voor een nieuw raamwerk is de welbekende woonvisie. De
gemeente stelt een woonvisie op voor een gebied, waarna alle
corporaties daar een bod op kunnen doen. Als het goed is in een
gezonde wisselwerking. Maar de woonvisie blijft het uitgangspunt voor
het maken van heel concrete afspraken.
Traditioneel is de kerntaak van corporaties het produceren van
woningen. Wellicht moeten we nu meer de nadruk gaan leggen op
kwaliteit. Want een fixatie op kwantiteit lijkt soms ten koste te gaan
van de kwaliteit. Hoewel, dat moet ik er eerlijk bij zeggen, u maakt
hier al veel werk van.
De economie zit weliswaar mee, maar ook de corporaties hebben de
productietaak weer vol ter hand genomen. Maar in die BBSH staat ook
dat u maatschappelijk betrokken zult zijn. Ook daar zal je een
kwantitatief toetsbare taakstelling moeten hebben. Anders stelt de
politiek zelf wel een taak. Dat is immers een taak van de overheid:
een sterkere focus op de meest kwetsbare buurten.
We hebben in Nederland - de cijfers zijn nog in ontwikkeling -
ongeveer honderdveertig buurten die de komende jaren nog echt serieus
aandacht behoeven.
Veertig daarvan zijn echt heel kwetsbaar. Niet dat daar morgen
banlieue-toestanden ontstaan, maar wel dat mensen daar niet veilig
wonen. Alle indexen staan op fout: qua werkloosheid, qua onderwijs,
qua leefbaarheid.
Daarnaast lopen zo'n honderd buurten het risico af te glijden. En dat
afglijden gaat snel als het éénmaal begint. Dat is een kwestie van een
jaar of vijf, tien. We hebben geen enkel excuus om niets te doen,
omdat we inmiddels wel weten wat werkt. En als anderen niet meewerken,
dan hebben zij geen excuus. Gij zult meewerken. Andere smaken zijn er
niet. We hebben daarbij - en dat is echt fantastisch om te zien - een
aantal corporaties die echt geweldig werk verzetten. Als alle
corporaties zo zouden werken, dan hebben we meer dan vierhonderd
corporaties met duizenden mensen aan de frontlinie van de stedelijke
vernieuwing.
Duizenden mensen die exact weten waar het om gaat. Die weten wat je
wel en niet kunt doen, en hoe. Als we hun denkvermogen kunnen
activeren, dan lossen we dit probleem op. Sociale verandering kost
meer dan tien jaar in een buurt. Wie beter dan de corporaties kan hier
het voortouw nemen?
De politieke horizon op welzijnswerk reikt een jaar of twee, hooguit
vier. Maar zeker geen tien. U, corporaties, heeft als geen ander de
kennis, het geld, en een aanwezigheid in de buurt. En de vraag is dus
niet of u het gaat doen, maar hoe.
3. Lerende partners
Het derde punt voor een nieuw raamwerk is dat van de lerende partners.
Dit punt zal hoe dan ook terugkomen, of ik nu minister ben of iemand
anders. Wij hebben u nodig. Zonder u lossen we de sociale problemen
niet op, zonder u bouwen we geen huizen. Maar u heeft ons ook nodig.
Want als wij u dwarszitten, dan krijgt u het benauwd.
En we hebben elkaar nodig om al die andere partijen te prikkelen om
goede dingen te doen. Daarbij leren we continu. Regels uit het heden
bieden niet per se soelaas voor de problemen van vandaag. Daarom
moeten we ze opnieuw kritisch tegen het licht houden.
Neem de informatievoorziening, vooral aan lokale partijen. Elke
organisatie is gebaat bij tegenspel. Tegenspel houdt je wakker en
scherp. Als corporatie heeft u belang bij goed tegenspel van huurders,
van een gemeentebestuur. Als je een zwak gemeentebestuur hebt, of
zwakke ambtenaren, dan moet je ze constant bij de hand nemen. Heb je
actieve goede mensen, dan wordt het pas echt spannend en interessant.
Maar voor goed tegenspel, heb je een goede informatievoorziening aan
al die andere partijen nodig. De visitatie, bijvoorbeeld, is van groot
belang. Mits de uitkomst publiek wordt gemaakt. Zodat anderen jou
scherp kunnen houden, zodat je eerlijk blijft staan waarvoor je staat.
Sloop versus renovatie
Over sloop versus renovatie kan ik kort zijn. We slopen te snel en
renoveren te weinig. Slopen is een relatief makkelijk instrument: je
krijgt daar zo een bak met geld voor. Renovatie is lastiger. De
instrumenten zijn er niet goed op toegepast.
Misschien moeten we in de meest kwetsbare buurten de ruilverkaveling
van woningbezit bevorderen. Dat botst natuurlijk met het economische
geloof dat concurrentie predikt. Maar we weten ook dat we in de meest
kwetsbare buurten de grootste kans op succes hebben als daar één
corporatie zit die de kar wil trekken. Dan moet je toch die
ruilverkaveling meer bevorderen dan we tot nu toe hebben gedaan. Op
een aantal plaatsen is het al gelukt. Maar misschien moeten we de
spelregels nog verder aanpassen.
Verhandelbare sociale rechten
Waar het om gaat is dat de sociale prestaties van corporaties worden
geborgd. Op dit moment brengen we via matching rijke en armere
corporaties bij elkaar. Want sommige corporaties hebben een relatief
zware maatschappelijke taakstelling in combinatie met een relatief
lege kas. In dat verband zou ik een voorstel willen doen:
verhandelbare sociale rechten. VROM heeft al soortgelijke ervaring
opgedaan met de handel in CO2-emissierechten. Hoe zou zo'n systeem
eruit zien? Corporaties die 1 euro uitgeven aan een maatschappelijk
doel, krijgen daar één punt voor. Twee punten krijgen ze als die euro
besteed is aan een kwetsbare wijk of een bijzondere groep zoals
senioren. En een euro in een brandhaard of voor een buitengewoon
moeilijke groep zoals junks levert drie punten op. Een taakstelling
zou kunnen zijn dat je gemiddeld twee punten haalt voor elke euro die
je uitgeeft. Maar als u een beter idee hebt om sociale prestaties te
stimuleren, dan hoor ik dat uiteraard graag.
Waar het om gaat is dat uw maatschappelijk vermogen rendeert op
plaatsen waar het het hardst nodig is. Of dat in uw thuisgemeente is
of niet, is bijzaak. Want dat geld is geen luxe. Het is een noodzaak.
Verantwoording en governance
Natuurlijk hoort daar een goede verantwoording bij: governance,
gedragscodes, geschilbeslechting.
Maar ook toptoezicht door een Rijk dat de Raad van Commissarissen naar
huis sturen kan. Omdat het soms niet anders kan. En omdat niemand
meewerkt als zwartrijders ongestoord hun gang kunnen gaan. Daarom
moeten zwartrijders zwart worden gemaakt.
Tenslotte zal je als corporatie duidelijk je maatschappelijke
positionering moeten bepalen. Wat is de opvolger van de
bestemmingsheffing? Een dubbele bestemmingsheffing wellicht? Of gaan
we iets anders doen, zoals toch vennootschapsbelasting betalen?
Het kan ook anders. Je kan ook een sociale inspanningsverplichting
aangaan die daadwerkelijk hout snijdt. De vraag waar u en ik voor
staan is wat we
gaan doen om ons te positioneren als onderdeel van de maatschappij.
Zodat het drabberige kerkje plaatsmaakt voor de schittering van de
Sterrennacht.
Slot - een goed voorstel
Dames en heren,
Ik zal de heer van Leeuwen niet teleurstellen: de
turbo moet erop. Het is tijd voor een goed voorstel aan de politiek.
Voor een goed voorstel aan de Kabinetsformateur. Een voorstel dat
zegt: wij kennen de opgave en we gaan hem te lijf. We hebben daar nog
drie maanden voor.
Ik hoop dat u daarover met ons mee wil denken. Zodat we vlak voor de
Kabinetsformatie in die brief aan de Tweede Kamer kunnen zeggen: wat
we doen is spannend. Hier kun je niet omheen. We zijn bezig met
maatschappelijk verantwoord corporeren. En dat zou nieuw zijn.
Ik dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer