Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Doses ten gevolge van beroepsmatige blootstelling aan
ioniserende straling

De stralingsdoses die werknemers ontvangen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden worden opgenomen in het Nationaal Dosisregistratie- en Informatiesysteem (NDRIS). Dit is een gecentraliseerd databestand waarin alle door een persoon ontvangen doses worden samengebracht. De blootgestelde personen zijn onder meer werkzaam in ziekenhuizen, laboratoria, de industrie of bij reactoren. Minder bekend is dat ook de doses van het vliegend personeel in dit bestand worden opgenomen vanwege de verhoogde blootstelling aan kosmische straling. NRG is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen als beheerder van het NDRIS.
Doelstelling telefoon (026) 356 85 55 Het voornaamste doel van het NDRIS is alle gemeten en berekende 12% 21% Radon/thoron stralingsdoses van een persoon samen te brengen in één systeem, 3% fax ongeacht bij welke werkgever de doses zijn ontvangen en door wie Externe straling (026) 445 07 87 deze zijn vastgesteld. Dit garandeert dat te allen tijden overschrij- bouwmaterialen dingen van de in het Besluit stralingsbescherming vastgestelde Externe straling aardbodem e-mail 20% info.im@nrg-nl.com dosislimieten kunnen worden gesignaleerd. Daarnaast biedt de cen-
trale registratie de beste garantie dat de individuele dosisgegevens Externe straling kosmos internet beschikbaar blijven gedurende de vastgelegde termijn van dertig Natuurlijke straling in het www.dosimetrie.nl jaar na beëindiging van de werkzaamheden of totdat betrokkene de 44% lichaam leeftijd van 75 jaar heeft bereikt of zou hebben bereikt.
Op basis van de in het NDRIS verzamelde gegevens worden statis-
tische analyses verricht voor het ministerie van SZW, onder meer Figuur 2. Verdeling van de natuurlijke stralingsdosis van ter signalering van eventuele trends in de blootstelling. Voorts de bevolking naar bron worden overzichten gemaakt ten behoeve van internationale or-
ganisaties zoals de Europese Unie en UNSCEAR, een organisatie
vallende onder de Verenigde Naties.
Sinds een aantal jaar worden ook de doses van het vliegend personeel Herkomst gegevens in het NDRIS opgenomen. Deze stralingsdoses zijn het gevolg van In figuur 1 is een overzicht gegeven van de herkomst van de ver-
kosmische straling, waarvan het niveau op vlieghoogte vele malen schillende dosisgegevens. Het leeuwendeel wordt geleverd door groter is dan op grondniveau. Deze doses worden niet door middel van de vijf in Nederland erkende dosimetriediensten, t.w. Philips, TU een persoonsdosismeter vastgesteld maar via een berekeningsmodel. Eindhoven, de Vrije Universiteit van Amsterdam en NRG met Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met het aantal vluchten, twee dosimetriediensten, respectievelijk in Arnhem en Petten. het vluchtprofiel naar hoogte en tijd alsmede de zonneactiviteit. Deze diensten maken gebruik van zogenoemde thermolumines- Daarnaast worden in het NDRIS de stralingsdoses opgenomen die centiedosismeters, die door de gebruiker tijdens het uitvoeren van individuele werknemers hebben ontvangen in het buitenland. Daar- bij wordt gebruik gemaakt van een zogenoemd stralingspaspoort. De verantwoordelijke stralingsbeschermingseenheid van het buitenlandse Philips TUE VUA bedrijf maakt hierin een aantekening van de ontvangen stralingsdo- sis, waarna deze gegevens in het NDRIS worden overgenomen. Ook gegevens met betrekking tot blootstellingen die het gevolg zijn van in- wendige besmettingen met radioactieve stoffen worden in het NDRIS opgenomen. R eportage aan
R eportage aan Gegegevensbestand NDRIS Het huidige aantal werknemers dat in Nederland beroepsmatig aan NDRIS Gebruikers
databases straling wordt blootgesteld bedraagt ongeveer 47.000. Daarnaast SZW
en bevat het NDRIS ook de gegevens van zo'n 100.000 personen die EU
software UNSCEAR momenteel geen radiologisch werk meer verrichten of zijn gepen- sioneerd. Individuele dosisgegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de stralingsbescherming. Ter bescherming van de persoonlijke gegevens verstrekt NRG informatie over individuele dosisgegevens slechts aan direct betrokkenen en, als deze daarom vraagt, de Arbeidsinspectie. De persoonsregistratie is aangemeld bij het College bescherming Figuur 1. De verschillende informatiestromen in het NDRIS persoonsgegevens onder nummer m1010955. Het reglement is als pdf-file beschikbaar op www.dosimetrie.nl.

Natuurlijke straling radiologische handelingen worden gedragen. Het detectormate- De in de wetgeving vastgelegde dosislimieten voor beroepsmatig riaal slaat daarbij de dosisinformatie op. Nadat de gebruiker van blootgestelde werkers zijn exclusief de straling die van nature wordt een nieuwe dosismeter is voorzien, wordt de gebruikte dosismeter ontvangen, tenzij deze natuurlijke component verhoogd is zoals bij- door de desbetreffende dienst uitgelezen. Tijdens verhitting van de voorbeeld bij vliegtuigbemanningen en in enkele andere sectoren het detector komt de opgeslagen stralingsenergie vrij als licht (thermo- geval is. Op de gemeten stralingsdoses wordt daarom de van nature luminescentie); de hoeveelheid licht die wordt uitgezonden, wordt ontvangen stralingsdoses in mindering gebracht. gemeten en is evenredig met de geabsorbeerde dosis ioniserende Figuur 2 toont een diagram met betrekking tot de bijdrage van de straling. Na deze verhitting is de detector weer in zijn oorspron- verschillende natuurlijke stralingsbronnen in Nederland. De dosis die kelijke staat teruggekeerd en kan opnieuw worden gebruikt. De een Nederlander hierdoor oploopt, bedraagt gemiddeld ongeveer 2 kernenergiecentrale in Nederland gebruikt daarnaast elektronische millisievert (mSv) per jaar. De beroepsmatig ontvangen stralingsdosis bedrijfsdosismeters, waarvan de dosisuitslagen gekoppeld kunnen heeft een gemiddelde waarde van ca. 0,6 mSv per jaar. De toegestane worden aan die van het NDRIS. maximale individuele jaardosis bedraagt in Nederland 20 millisievert.


6% 1%

21% Figuur 3. verdeling van het aantal bloot- gestelde personen naar sector (linkerdeel) Medische toepassingen 26% en van de totaal ontvangen stralingsdosis Nucleaire industrie (rechterdeel) door dezelfde sectoren. 4% Industriële toepassingen 57% 6% Luchtvaart
8% Diverse toepassingen 68% 3%
Beroepsmatige blootstelling Dit percentage is af te lezen op de rechter verticale as. Uit het Zoals hiervoor reeds aangegeven, worden de gegevens uit het verloop van deze curve blijkt dat de doses die in de luchtvaart NDRIS gebruikt voor het maken van overzichten en het doen worden ontvangen zelden meer bedragen dan 3 millisievert per van statistische analyses. Hiervan zal een aantal voorbeelden jaar. worden gegeven. In figuur 3 zijn twee diagrammen opgenomen,
De gegevens in het NDRIS worden ook gebruikt om eventuele links de verdeling van het aantal blootgestelde personen over trends in de tijd te kunnen vaststellen. In figuur 5 is het verloop

de verschillende sectoren en rechts van de dosis die door de over de afgelopen tien jaar in beeld gebracht voor alle blootge- betreffende sector als geheel is ontvangen. Uit het linkerdeel stelde werkers tezamen, excl. die uit de luchtvaart. Per jaartal zijn van dit figuur blijkt dat de meeste blootgestelde werkers zich in
drie staven gegeven, die het percentage van de werkers aangeven de medische sector bevinden. De dosis die deze beroepsgroep die respectievelijk de jaardosis van 1 millisievert, 6 millisievert ontvangt bedraagt echter slechts ca. 21% van de totale beroeps- of 20 millisievert hebben overschreden. Na een aanvankelijke matige dosis. De grootste dosisbijdrage wordt geleverd door de daling lijkt de laatste jaren een stabilisatie op te treden. Dit is luchtvaartsector (68%) door 26% van de blootgestelde werkers. ook terug te vinden in de zogenoemde collectieve dosis, de totale dosis van alle werkers tezamen. Het verloop hiervan in de tijd is
6% 100% in figuur 5 door middel van een getrokken lijn aangegeven.

90% Dergelijke grafi eken kunnen ook per sector worden gemaakt. 5% 80% Cumulatief percentage Een voorbeeld daarvan betreft de nucleaire industrie (fi guur 6). 70% De staven en lijn hebben een zelfde betekenis als in de grafi ek 4%
60% hiervoor. De dosis van alle werkers in deze sector tezamen (de 3% 50% zwarte lijn in figuur 6) is in de afgelopen jaren aanzienlijk ver-

40% minderd. Dit is met name te danken aan een ingrijpende revi- 2% 30% sie die bij de centrale te Borssele heeft plaatsgevonden in 1997. Percentage van bemanning Figuur 6 laat in dat jaar een eenmalige stijging zien, die wordt 20%
1% gevolgd door een sterke afname. In de jaren 1999, 2002, 2003 en 10% 2005 is tijdens de brandstofwisselperiode het waterniveau in de 0% 0% 0 0.5 1 1.5 2 2.5 3 reactor hoog gebleven en daarmee de afscherming van de radio- actieve bron. In 1998, 2000 en 2004 is het waterniveau verlaagd Figuur 4. Verdeling van de jaardosis (in 2005) van het vliegend om onderhoud te kunnen plegen aan stoomgeneratoren en personeel. De bij de staven behorende percentages zijn weerge- appendages. Zoals figuur 6 laat zien, resulteert dit in een hogere

geven op de linkeras. De rode curve, behorende bij de rechteras, collectieve dosis voor die jaren. geeft het percentage van de bemanning met een dosis hoger dan
de gegeven dosiswaarde op de horizontale as.
100 3.5 Nucleaire industrie 3.0 Collectieve dosis (mensSv) 10 Figuur 4 toont een staafdiagram waarin de verdeling van de door 2.5 het vliegend personeel ontvangen jaardosis is weergegeven. Het ) 2.0 percentage van de bemanning per dosisinterval is af te lezen op (% E 1 de linker verticale as. Het verloop van de verdeling hangt samen NR 1.5 met het aantal vluchten dat is gemaakt en de in dat jaar gevlogen

1.0 routes. De rode curve in figuur 4 geeft aan welk percentage van
0.1 het vliegend personeel een bepaalde jaardosis, aangegeven op 0.5 de horizontale as, te boven gaat.
0.01 0.0
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
10 12.0 Alle toepassingen excl. luchtvaart Figuur 6. De staven geven het aantal personen aan met een jaar-
10.0 Collectieve dosis (mensSv) dosis van meer dan respectievelijk 1 millisievert (blauwe staven), 6 millisievert (groene staven) of 20 millisievert (rode staven) voor de
1 8.0 periode 1996-2005. Dit aantal is als percentage weergegeven op de linkeras. De getrokken lijn, behorende bij de rechteras, laat het (%) E 6.0 verloop van de collectieve dosis over deze jaren zien. NR
0.1 4.0 Meer informatie In dit documentatieblad is slechts een aantal voorbeelden gegeven
2.0 van mogelijke informatie uit het NDRIS. Voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een uitgebreid overzicht sa- 0.01 0.0
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 mengesteld met meer dan 100 tabellen. Dit rapport is als pdf-fi le beschikbaar op www.SZW.nl en www.dosimetrie.nl. Figuur 5. De staven geven het aantal personen aan met een jaar-
dosis van meer dan respectievelijk 1 millisievert (blauwe staven),

6 millisievert (groene staven) of 20 millisievert (rode staven) voor de periode 1996-2005. Dit aantal is als percentage weergegeven
op de linkeras. De getrokken lijn, behorende bij de rechteras, laat
het verloop van de collectieve dosis over deze jaren zien.

30-08-2006 K5098/06.075647