Nederland sceptisch over toekomstig pensioen
Zwitserleven
Nederland sceptisch over toekomstige pensioensituatie en voorziet forse verslechtering
financiele positie senioren
Amstelveen, 16 november 2006 De Nederlandse bevolking is zeer sceptisch over de
toekomstige pensioensituatie. Feitelijk inzicht in de eigen situatie ontbreekt nog altijd
en bijna vier op de tien Nederlanders verwachten op 65-jarige leeftijd zelfs geen AOW meer
te krijgen. Dat blijkt uit de derde editie van de Pensioenbarometer van Zwitserleven. De
werkende bevolking is ook pessimistisch over de waarde van de oudedagsvoorziening. Zo
verwacht veertig procent van de bevolking dat de financiële situatie zal
verslechteren. Bijna de helft (47%) verwacht zelfs dat 65-plussers straks niet goed meer
kunnen rondkomen. Nederland is van mening dat er nu adequate voorlichting moet
plaatsvinden. De absolute voorkeur (86%) gaat daarbij uit naar een centrale rol voor de
Belastingdienst. Zij zou de burger ieder jaar moeten voorzien van informatie over de
pensioensituatie en de ruimte die men beschikbaar heeft om belastingvrij te sparen om
uiteindelijk uit te komen op een aanvaardbaar pensioenbedrag.
De Pensioenbarometer is een jaarlijks onderzoek van Zwitserleven naar de pensioenbeleving
van de Nederlandse consument. Het onderzoek werd dit jaar voor de derde maal uitgevoerd.
TNS NIPO onderzocht in opdracht van Zwitserleven ruim duizend Nederlanders tussen de 18
en 65 jaar, die minimaal 15 uur per week werkzaam zijn.
Negatief beeld
Het Nederlands publiek heeft een zeer negatief beeld van de huidige AOW-situatie. Een
overgrote meerderheid (83%) vindt de AOW aan de lage kant en is van mening dat dit bedrag
verhoogd dient te worden. De mogelijke fiscalisering van de AOW beoordeelt men met een
ruime onvoldoende, namelijk met een 4,1 op een schaal van één tot tien.
Bijna een kwart van de ondervraagden geeft deze maatregel zelfs het cijfer 1.
Solidariteit moet de peiler blijven onder onze oudedags-voorziening. Ruime tweederde
(68%) van de respondenten is de mening toegedaan dat de jongere generaties de AOW moeten
betalen voor de oudere generatie, die met pensioen is. Nederland wordt tegelijkertijd
steeds pessimistischer over de beschikbaarheid van AOW. Bijna vier van de tien
ondervraagden verwachten straks geen AOW meer te ontvangen. Desondanks verwacht men wel
op 63 jarige leeftijd te kunnen stoppen met werken. Dit is al 3 jaar later dan de ambitie
om uiteindelijk op 60-jarige leeftijd te willen stoppen.
Gebrek aan vertrouwen en behoefte aan communicatie
Het gebrek aan vertrouwen is groot in de samenleving. Nederland is sceptisch en zegt geen
vertrouwen te hebben in de overheid en politiek als het gaat om pensioenen. Men is ook
verdeeld over de vraag welke politieke partij het beste opkomt voor de belangen van de
toekomstig gepensioneerden. Bijna een kwart (24%) van de bevolking ziet in de PvdA de
beste belangenbehartiger. Gevolgd door het CDA en de SP met 20%. De VVD scoort laag met
slechts 11%. Vertrouwen heeft men wel in het pensioenfonds en de eigen werkgever.
Het onderzoek maakt duidelijk dat bij het publiek het besef groeit dat de
pensioenvoorziening steeds meer een individuele verantwoordelijkheid is. Dit wordt
versterkt door de groeiende onzekerheid over de solidariteitspeiler onder de
oudedagsvoorziening. De aandacht bij het publiek voor de pensioensituatie is er zeker,
maar de echte interesse ontbreekt als gevolg van het kennisgebrek. Dit ondanks alle
voorlichting in de markt. Illustratief is dat de helft van de respondenten niet weet of
men nu een eindloon- of middenloonregeling heeft in de huidige pensioenregeling. Sleutel
voor een ommekeer ziet het publiek toch in de communicatie over de pensioensituatie. De
grote meerderheid (86%) ziet de oplossing in een voorlichtende rol door de
Belastingdienst. Zij zou de burger ieder jaar moeten voorzien van informatie over de
pensioensituatie en de ruimte die men nog heeft om belastingvrij te sparen om
uiteindelijk uit te komen op een aanvaardbaar pensioenbedrag. Daarnaast spelen naast de
overheid ook de werkgevers en pensioenfondsen een belangrijke rol in de voorlichting,
vindt het publiek. Bijna de helft (44%) van de respondenten pleit voor een periodiek
terugkerende gratis check van de pensioensituatie.
Marco Keim, algemeen directeur van Zwitserleven, herkent de uitkomsten van het onderzoek.
'Het is duidelijk dat er heel snel iets moet gebeuren in de markt. We zien nu voor het
derde achtereenvolgende jaar dat de consument schreeuwt om hulp en die is ook nodig om te
voorkomen dat er straks een aanzienlijke verslechtering van de financiële positie
onder senioren ontstaat. Er is in de markt op zich voldoende voorlichting. Het
uniformeren van de pensioenoverzichten is ook weer een stap voorwaarts. Het probleem
blijft echter dat pensioeninformatie onvoldoende toegankelijk en relevant wordt gemaakt
voor de consument. Het is onduidelijk wat iemand bij pensionering overhoudt. Het uniform
pensioenoverzicht is daar een eerste aanzet voor. Maar om dat goed te kunnen
interpreteren, zal een groot deel van de Nederlanders een goed financieel adviseur nodig
hebben. Als niet duidelijk wordt wat iemand uiteindelijk bij zijn pensionering netto
overhoudt en dus ook mogelijk tekort komt, blijft de oudedagsvoorziening voor heel veel
Nederlanders de 'ver van mijn bed show'. Om het makkelijker te maken voor consumenten hun
eigen verantwoordelijkheid te nemen en bij te sparen voor hun oude dag, hebben we enkele
jaren geleden het idee gelanceerd dat inhoudt dat de Belastingdienst, naast de bekende
blauwe enveloppe, jaarlijks een 'rode enveloppe' toestuurt. Hierin kan voor iedere
Nederlander worden aangegeven wat hij nog kan bij sparen om zijn eventuele
pensioentekorten aan te vullen. Zo kan de Belastingdienst het leuker en makkelijker maken
zodat de Nederlander een financieel onbezorgde toekomst kan opbouwen. Nederlanders zien
dat als ultieme oplossing. Nu de overheid en politiek nog.'
EINDE PERSBERICHT
Noot voor de redactie,