Kamerbrief aan de Eerste Kamer inzake beschikbare en bestede financiële middelen voor Europavoorlichting in de periode voor en na het referendum over het Europees Grondwettelijk Verdrag (http://www.minbuza.nl:80menulm_nl:)
15-11-2006 | 16:28
Samenvatting:
Inhoud:
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 11 oktober 2006 met
kenmerk 136366U inzake beschikbare en bestede financiële middelen voor
Europavoorlichting in de periode voor en na het referendum over het Europees
Grondwettelijk Verdrag.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotEU-COMMUNICATIE VOOR EN NA HET REFERENDUM OVER HET EUROPEES
GRONDWETTELIJK VERDRAGDE AANLOOP NAAR HET REFERENDUM OVER HET EUROPEES GRONDWETTELIJK
VERDRAGBeschikbare middelenBij het ministerie van Buitenlandse Zaken was in 2005 een budget van in
totaal ¤ 10,02 miljoen beschikbaar voor EU-communicatie. Het grootsste deel
daarvan, ¤ 6,25 miljoen, was bestemd voor de referendumcampagne. ¤ 3 miljoen was
bestemd voor reguliere EU-communicatieactiviteiten, zoals de activiteiten van
het ministerie om het onderwerp van Europese integratie een steviger plaats in
het onderwijscurriculum te geven. Voor het Europafonds was in 2005 een bedrag
van in totaal ¤ 770.000 beschikbaar voor subsidies.ReferendumcampaggneIn de periode voorafgaand aan het referendum over het Europees Grondwettelijk
Verdrag is door de Nederlandse overheid vanuit drie verschillende invalshoeken
gecommuniceerd over het Grondwettelijk Verdrag en het referendum (29993, nr. 1
d.d. 7 februari 2005). Onder verantwoordelijkheid van de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in de maanden voor het referendum
een neutrale opkomstcampagne gevoerd. De referendumcommissie op zijn beurt heeft
zich beziggehouden met neutrale informatievoorziening over het Verdrag. De
evaluatie van de opkomstcampagne en de neutrale informatievoorziening is aan het
parlement gestuurd (29993, nr. 19, bijlage d.d. 15 september 2005). De
betreffende evaluatie bevat tevens een financiële paragraaf.Naast deze opkomstcampagne en de neutrale informatievoorziening heeft het k
abinet campagne gevoerd om het eigen standpunt t.a.v. het Grondwettelijk Verdrag
voor het voetlicht te brengen. Deze campagne was er derhalve op gericht om de
kiezer ervan te overtuigen vóór het Grondwettelijk Verdrag te stemmen. Deze
'ja-campagne' werd gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Een
evaluatie hiervan is aan het parlement gestuurd (29993, nr. 24, 7 november
2005). Ook deze evaluatie bevat een financiële paragraaf, waarin staat
beschreven hoe het geld is besteed. In totaal was voor de 'ja-campagne' ¤ 6,25
miljoen aan financiële middelen beschikbaar, waarvan uiteindelijk ¤ 4,75 miljoen
is besteed (30550 V, nr.1, p.76). Kort samengevat is in eerste instantie geld
uitgegeven aan 'vrije publiciteit', publieksdebatten, een interactieve website,
de inhuur van een projectleider en aan kiezersonderzoeken. In een later stadium
en op verzoek van het parlement is geld uitgegeven aan additionele
informatievoorziening aan de burger. In de eindfase van de campagne zijn spots,
advertenties en folders ingezet.Reguliere EU-communicatieactiviteiten in 2005Voor reguliere EU-communicatieactiviteiten, die niet direct gelieerd waren
aan de referendumcampagne, was in 2005 in totaal ¤ 3 miljoen beschiikbaar.
Hiervan is uiteindelijk ¤ 1,83 miljoen euro uitgegeven. Deze middellen zijn
besteed aan de websites www.bestbelangrijk.nl1
en www.europaeducatief.nu2, aan betaalde
publiciteit, aan de Nationale Onderwijstentoonstelling en aan het genereren van
zgn. 'vrije publiciteit'. In 2005 vond het grootste deel van de
communicatieactiviteiten plaats in de periode voorafgaand aan het referendum.
Via het Europafonds kon in 2005 in totaal ¤
770.0003 aan subsidies worden besteed om
organisaties te ondersteunen die een bijdrage leveren aan voorlichting over het
Europese integratieproces en stimulering van het debat over Europese integratie.
Voor ¤ 675.000 zijn in 2005 nieuwe subsidies toegekend. Het restereende bedrag is
besteed aan subsidies die in eerdere jaren reeds waren toegekend. Van het
Europafonds is een evaluatie over de jaren 2001 - 2004 beschikbaar (30303,
nr.22, d.d. 7 juni 2006). In 2008 zal het Fonds wederom worden geëvalueerd.De voorwaarden en criteria voor het toekennen van subsidies uit het
Europafonds worden jaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant. Het
subsidieplafond voor het jaar 2005, inclusief alle randvoorwaarden en criteria
voor toekenning, is in de Staatscourant gepubliceerd op 24 december 2004 (p.
12), en gewijzigd op 17 november 2005 (p. 11). De gehanteerde
toekenningscriteria voor 2005 hielden onder andere in, dat het project diende te
beogen een bijdrage te leveren aan een grotere betrokkenheid van de burger bij
het Europese integratieproces, een hoger informatiepeil en een levendig
Europadebat.Jaarlijks wordt bezien welke accenten in het komend jaar dienen te worden
gelegd. Deze accenten vinden hun weerslag in het beleidsvoornemen met aangepaste
criteria dat, voorafgaand aan het jaar waarin de subsidies beschikbaar zijn,
wordt gepubliceerd in de Staatscourant.EU-COMMUNICATIE TIJDENS DE REFLECTIEPERIODEBeschikbare middelen in 2006Voor EU-communicatie heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken in 2006 in
totaal ¤ 5,0 miljoen euro beschikbaar. Het ministerie houdt â''¬ 2,5 miljoen euro
beschikbaar voor eigen EU-communicatieactiviteiten. ¤ 2,5 miljoen bbetreft het
Europafonds, dat vanaf 2006 structureel is opgehoogd naar dit bedrag.Nederland in de Europese reflectieperiodeZoals in de brief d.d. 7 november 2005 van de staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer (30303, nr.18) staat aangegeven, is in
het najaar van 2005 een begin gemaakt met de voorbereidingen voor een
grootschalig kwantitatief opinieonderzoek middels de website
www.nederlandineuropa.nl. Doel
van dit onderzoek was inzicht te krijgen in hoe het Nederlandse publiek
tegenover bepaalde Europese vraagstukken staat. Kwalitatief onderzoek met behulp
van focusgroepen vond plaats voor de nodige verdieping, ten einde de
kwantitatieve resultaten van de internetenquete beter te kunnen duiden.
Uiteindelijk hebben meer dan 100.000 mensen deelgenomen aan het kwantitatieve
deel van het onderzoek en vond kwalitatief onderzoek plaats middels
focusgroepen. Het onderzoek is onder de aandacht gebracht via radiospots,
advertenties in landelijke en regionale dagbladen en webmarketing. Het
onderzoeksrapport van
www.nederlandineuropa.nl, dat
werd opgesteld door onderzoeksbureau Anker Solutions in samenwerking met het
Sociaal en Cultureel Planbureau, is door het kabinet gebruikt als input voor een
analyse van de Europese bezinningsperiode. Deze analyse is op 19 mei 2006 naar
de Eerste en Tweede Kamer gestuurd (30303, nr. 20, met in bijlage het
onderzoeksrapport).De toenmalige staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft vervolgens zijn
ideeën over de toekomst van Nederland in Europa op schrift gesteld ten behoeve
van een breder publiek, dat normaliter niet wordt bereikt via brieven aan het
parlement. Deze publicatie is in een oplage van 22.000 exemplaren uitgegeven en
is inmiddels nagenoeg uitgeput. Het publiek kon de publicatie gratis aanvragen
via het internet, waarvan massaal gebruik is gemaakt.In totaal is aan de uitvoering van het opinieonderzoek, bouw van de website,
betaalde publiciteit en de publicatie van de toenmalige staatssecretaris een
bedrag van ongeveer ¤ 1,5 miljoen euro besteed.Het onderzoeksrapporrt van www.nederlandineuropa.nl geeft niet louter weer wat
de resultaten van het opinieonderzoek zijn, maar besteedt ook aandacht aan de
hoeveelheid deelnemers en aan de aard van de reacties. Immers: het genereren van
debat, weer in gesprek komen met de burger, was in dit geval niet alleen een
middel om tot nieuwe inzichten te komen, maar ook een doel op zich. Met 100.000
deelnemers en een grote hoeveelheid kritische maar serieuze reacties lijkt deze
opzet te zijn geslaagd. Uit de aldus tot stand gekomen inventarisatie van de
wensen van de Nederlandse burger ten aanzien van de toekomst van Europa wordt
ook nu nog geregeld geciteerd in de media. Het onderzoek heeft bovendien een
grote rol gespeeld in de Europese Verkenning (30802, bijlage).Overige EU-communicatieactiviteiten in de reflectieperiode
De structurele Europacommunicatie is tijdens het onderzoek op
www.nederlandineuropa.nl niet
stopgezet. In veel gevallen, zoals bij de lancering van een jongerenvariant op
het 'grote' internetonderzoek via de jongerenwebsite
www.europaeducatief.nu, versterkten
initiatieven elkaar en waren ze complementair.OnderwijsIn de eerste helft van 2006 is verder invulling gegeven aan de ambitie om het
thema van Europese integratie een structureel steviger plek in het
onderwijscurriculum te geven. Op 7 september jl. is door de ministers van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Buitenlandse Zaken een brief over Europa
in het onderwijs naar het parlement gestuurd (30303 nr A, 7 september 2006). De
brief is het resultaat van gezamenlijke inspanningen van beide ministeries op
dit gebied. Doel van de inspanningen is, leerlingen te helpen invulling te geven
aan hun `Europees burgerschap' door Europa op verschillende plaatsen te laten
terugkomen in nieuw geformuleerde kerndoelen en eindtermen. Om invulling te
geven aan dit 'Europees burgerschap', moet Europa meer aandacht krijgen in het
onderwijs. Dit is een van de doelen waar de ministers naar streven in hun
samenwerking.De website
www.europaeducatief.nu van het
ministerie van Buitenlandse Zaken biedt maandelijks nieuw en actueel
lesmateriaal op het gebied van Europa aan basisscholen, HAVO en VWO. De site is
inmiddels uitgegroeid tot een onderwijsportal van formaat. In 2006 heeft op
Europadag, op 9 mei, de prijsuitreiking van een EU-filmwedstrijd onder een
aantal VMBO-scholen in de grote steden plaatsgevonden. De filmwedstrijd werd
georganiseerd in samenwerking met een groot aantal organisaties. Op regelmatige
basis worden nieuwsbrieven naar een groot deel van de Nederlandse scholen
gestuurd over Europa in het onderwijs. Via het EU-onderwijspunt van het
ministerie van Buitenlandse Zaken kan door docenten informatie en materiaal over
Europa in het onderwijs worden aangevraagd. In het eerste half jaar van 2006
hebben de kosten van de onderwijscommunicatie over de Europese Unie in totaal
ongeveer ¤ 250.000 bedragen.EuropafondsIn 2006 is in totaal â''¬ 2,5 miljoen beschikbaar voor de financiering van
projecten uit het Europafonds. Verdeling van deze som geschiedt in 2006 in twee
tranches. De eerste tranche van ¤ 1.145.666,03 euro (Staatscourant d.d. 18
oktober 2006, pag. 16) is inmiddels verdeeld over 11
projecten4. Een besluit over de tweede tranche is
begin november genomen: in totaal 17 projecten werden goedgekeurd voor een
bedrag van ¤ 1.351.323,00. Hiermee is het Europafonds voor 2006 uittgeput.De randvoorwaarden en criteria voor toekenning van subsidies in het kader van
het Europafonds stonden gepubliceerd in de Staatscourant van 28 december 2005
(p.53). Prioritaire onderwerpen voor het Europafonds in 2006 zijn bijvoorbeeld
Europa in het onderwijs en de relevantie van Europa voor de Nederlandse burger.
Bovendien is aandacht voor het Europafonds gevraagd via de landelijke media, om
te voorkomen dat steeds dezelfde kleine groep organisaties aanvragen indient. Er
zijn grote aantallen aanvragen gedaan, van hoge kwaliteit. Dit betekent dat
sommige aanvragers worden teleurgesteld. Beoordelingen geschieden met
inachtneming van de selectiecriteria die voor een ieder inzichtelijk zijn.In 2008 zal het Europafonds voor de jaren 2005 tot en met 2008 worden
geëvalueerd.DE KOMENDE PERIODEOp 18 oktober jl. is de vernieuwde versie van
www.nederlandineuropa.nl
gelanceerd. De website bevat een discussieforum, een weblog van de minister van
Buitenlandse Zaken en informatie over actuele Europese thema's. Elke twee weken
worden lopende discussies afgesloten en nieuwe thema's geïntroduceerd. Dit wordt
steeds aangekondigd met een nieuwsbrief per e-mail aan tienduizenden
geïnteresseerden, die hebben aangegeven prijs te stellen op deze informatie. Het
aantal reacties op de door het ministerie aangeboden internetfora is dan ook
substantieel.Onderwijs blijft een speerpunt in de EU-communicatie. Het ministerie van
Buitenlandse Zaken werkt momenteel aan een CD-rom met lesmateriaal over Europa
speciaal voor het VMBO. Zodra de CD-rom gereed zal zijn, zal ook op het
onderwijsportal
www.europaeducatief.nu regelmatig
actueel lesmateriaal voor VMBO-leerlingen worden geplaatst. Begin 2007 zal samen
met de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland worden
deelgenomen aan de Nationale Onderwijstentoonstelling, die tweejaarlijks door
tienduizenden docenten wordt bezocht.Het Europafonds zal in 2007 worden gecontinueerd en zal het beschikbare
bedrag aan subsidies wederom ¤ 2,5 miljoen bedragen. Het ministeriee zal wederom
actief publiciteit zoeken voor het Europafonds om organisaties te blijven
aanmoedigen een subsidieaanvraag in te dienen om zodoende te komen tot een
gevarieerd pakket van kwalitatief hoogwaardige projecten van organisaties die op
deze manier meewerken aan en betrokken zijn met voorlichting over de EU en het
debat over de toekomst van Europa.Ten slotte zal in 2007 veel aandacht uitgaan naar het feit dat het in dat
jaar vijftig jaar geleden is dat het Verdrag van Rome werd gesloten. Via het
Europafonds zullen organisaties gestimuleerd worden projecten te ontwikkelen die
'Vijftig jaar Verdragen' als thema hebben. Het kabinet zal zelf ook activiteiten
ontwikkelen. Hiervoor worden momenteel de voorbereidingen getroffen.1: Inmiddels is deze website niet meer actief omdat de 'Europa. Best
belangrijk.'-campagne is stopgezet.
2: Website van ministerie van Buitenlandse Zaken over Europa in het
onderwijs
3: Het initieel beschikbare bedrag van ¤ 233.000 (Staatscourant d.dd. 24
december 2004, p. 12) is uiteindelijk opgehoogd naar ¤ 770.000 (Staaatscourant
d.d. 17 november 2005, p.11).
4: Alle projecten waaraan subsidie is toegekend staan genoemd op
www.minbuza.nl/europesesamenwerking/subsidies.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken