KNMI volgt vulkanen en bevingen Bovenwindse Eilanden
Nieuw seismisch waarneemnet ook voor tsunami waarschuwingen
15 november 2006 - De Meteorologische Dienst van de Nederlandse
Antillen & Aruba (MDNA) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut (KNMI) gaan gezamenlijk seismische metingen doen op de
eilanden St. Maarten, St. Eustatius en Saba.
Onlangs hebben KNMI en MDNA drie seismometers geplaatst, die
belangrijke informatie moeten gaan geven over de seismiciteit die
gevoeld kan worden op de eilanden. Het nieuwe netwerk van seismometers
maakt deel uit van een proefproject om vulkanen en bevingen op de
eilanden beter te monitoren.
In de laatste tien tot twintig jaar hebben de MDNA en het KNMI het
potentiële gevaar van aardbevingen , vulkaanuitbarstingen en tsunami's
onderkend. De Nederlandse regering heeft eind 2005 een voorstel van
het KNMI voor de opzet van een seismisch waarnemingssysteem in de
Nederlandse Antillen goedgekeurd. Dit voorstel houdt in: (1) de
installatie van drie breed-band seismometers, een op elk van de
eilanden van St. Maarten, St. Eustatius en Saba. (2) data uitwisseling
in real-time van de seismische stations naar zowel MDNA als KNMI en
andere seismologische instituten in het Caribische gebied, waarmee een
virtueel regionaal netwerk gecreëerd wordt.
De seismische stations zullen ook bijdragen aan het Tsunami
waarschuwingssysteem voor de Caraïben, dat in oprichting is.
Bovendien wordt, naar voorbeeld van de KNMI-site (Zie onder Verder
lezen- Beeft de aarde nu?), een speciale website ontwikkeld waar
informatie over the huidige seismische activiteit op de Bovenwindse
Eilanden in real-time kan worden gevolgd
Het monitoren van de seismiciteit in de Nederlandse Antillen zal
voorlopig vanuit het KNMI in De Bilt plaats vinden. Tegelijkertijd
worden medewerkers van MDNA opgeleid, zodat de analyse van de
seismiciteit later ook in de regio zelf kan worden uitgevoerd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of
Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 of 030
2206386. E-mail: Persvoorlichting.
Persbericht: KS 06/24
Eerste uitgave: 15-11-06
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut