Gemeente Dinkelland
raadsvoorstel Dinkelland vernieuwing bestuurlijke samenwerking Twente
Voorstel
1. Uw standpunt van 27 juni 2006, luidende:
"-de regioraad stelt een territoriale bestuurscommissie voor de plattelandsgemeenten (ex. art. 112 Wgr-plus) in die qua bevoegdheden gelijkwaardig is aan de territoriale bestuurscommissie voor de niet-plattelandsgemeenten";
-de territoriale bestuurscommissie voor de plattelandsgemeenten bevat in ieder geval de plustaken zoals ook omschreven staat in op pagina 25 van de nota "Van Vorm en Beweging "Vernieuwing Samenwerking Twente"
blijven hanteren en uitdragen als standpunt van de gemeente Dinkelland in de verdere discussie omtrent de Wgr-plus.
2. Kennisnemen van de standpunten in de verkiezingsprogramma's van de grotere landelijke politieke partijen ten aanzien van de Wgr-plus.
3. Kennisnemen van het feit dat het ministerie van Binnenlandse Zaken aangeeft dat uitstel van besluitvorming geen formele en procedurele bezwaren kent.
4. Uitspreken dat er gelet op de actualiteit aanleiding bestaat de besluitvorming over de vernieuwing van de bestuurlijke samenwerking in Twente onder de Wgr-plus op te schorten met zes maanden, gerekend vanaf 1 april 2007, en dit standpunt in te brengen in de Regioraad.
Overwegingen
1. Op 31 maart 2006 hebben de gemeentebesturen van Dinkelland, Hellendoorn, Losser, Tubbergen, Rijssen-Holten en Wierden Gedeputeerde Staten van Overijssel verzocht om te bewilligen in uittreding uit de Plusregio Twente. Zulks op nader aan te voeren gronden. Op 11 april 2006 hebben GS van Overijssel een nadere termijn tot 1 juni 2006 gegeven ter onderbouwing van het uittredingsverzoek. Op 2 juni 2006 hebben GS van Overijssel deze termijn verlengd tot uiterlijk 30 juni 2006.
2. In uw vergadering van 27 juni 2006 heeft u uiteindelijk besloten om het uittredingsverzoek in te trekken onder de voorwaarden dat:
. de regioraad een territoriale bestuurscommissie instelt voor de plattelandsgemeenten (ex. art. 112 Wgr-plus) die qua bevoegdheden gelijkwaardig is aan de territoriale bestuurscommissie voor de niet-plattelandsgemeenten;
. de territoriale bestuurscommissie voor de plattelandsgemeenten in ieder geval de plustaken bevat zoals ook omschreven staat in op pagina 25 van de nota "Van Vorm en Beweging "Vernieuwing Samenwerking Twente".
3. Bij brief van 5 september 2006 hebben GS van Overijssel in reactie op uw besluit laten weten dat zij het uittredingsverzoeken van de zes vorengenoemde gemeente niet verder in behandeling zullen nemen.
4. In uw vergadering van 3 oktober 2006 heeft de voorzitter van uw raad u uitvoerig geïnformeerd over de stand van zaken rond de vernieuwing van de bestuurlijke samenwerking in Twente, met name waar het de invulling van de commissie voor de landelijke gemeenten betreft. Daarbij is ondermeer ingegaan op het bestuurlijk overleg van diezelfde datum in Holten inzake de invulling van de commissie voor de landelijke gemeenten.
5. Op 18 oktober 2006 heeft vervolgens een informele Regioraadsvergadering plaatsgevonden, waar de voorzitter van de Regioraad tezamen met de heer drs. R. Schouten van de B&A-groep de stand van zaken rond de vernieuwing van de bestuurlijke samenwerking heeft gepresenteerd. De hand-outs van deze presentatie zijn inmiddels aan uw raad beschikbaar gesteld. Blijkens deze presentatie wordt op 29 november 2006 een eerste reactie van de Regioraad verwacht. Ter voorbereiding op deze Regioraadsvergadering is het van wezenlijk belang om het actuele standpunt terzake van uw raad te vernemen. Daarbij is het navolgende van belang.
6. Inmiddels bestaat een grote mate van zekerheid over de artikel 112-status van de commissie voor de landelijke gemeenten. Daarmee is aan één van de voorwaarden voldaan die uw raad op 27 juni 2006 heeft gesteld bij het intrekken van het uittredingsverzoek. Over de taken en bevoegdheden van deze commissie bestaat echter nog géén overeenstemming. In concreto betekent dit dat aan onze tweede voorwaarde, namelijk dat de territoriale bestuurscommissie voor de plattelandsgemeenten belast zal worden met de plustaken, niet wordt voldaan.
7. Om die reden wordt u geadviseerd opnieuw onze voorwaarden onder de aandacht te brengen als zijnde een voorwaarde van de gemeente Dinkelland om deel te nemen in de Wgr-plus.
8. In mei 2006 heeft de minister van BZK de discussienotitie "Maatwerk in het middenbestuur" gepresenteerd. Op basis van deze discussienotitie heeft de minister van BZK een aantal regiobijeenkomsten georganiseerd over de toekomst van het middenbestuur. Op 11 mei 2006 heeft een regiobijeenkomst in Zwolle plaatsgevonden, waar naast de minister eveneens de Directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur van het ministerie van BZK, de heer Van Halder, een toespraak heeft gehouden. Één van de belangrijkste stellingen in deze toespraak was, dat de Wgr-plus weliswaar nu noodzakelijk is, maar op termijn kan worden opgeheven. De regionale debatten zijn inmiddels afgerond en hebben eind oktober 2006 geleid tot de verkenning "De toekomst van het decentrale bestuur, het decentrale bestuur van de toekomst". In deze verkenning ziet de minister van BZK intergemeentelijke samenwerking uitsluitend als een zinvolle aanvulling op de reguliere gemeentelijke bestuursvorming, indien zij beperkt blijft tot beleidsarme taken. De Wgr-plusregio nadert, wat betreft de minister, de grens van wat met een dergelijke hulpconstructie mag worden geregeld, vooral op het vlak van de democratische legitimiteit. Een verdere uitbreiding van het takenpakket van de plusregio's is niet aan de orde. Op termijn dient de provincie hier naar het oordeel van de minister effectiever op te sturen.
9. Vorenstaande sluit aan bij hetgeen daarover in de landelijke verkiezingsprogramma's van de politieke partijen is opgenomen. Zo is het CDA van mening dat bij het streven naar een transparante verdeling van taken geen ruimte is voor een geformaliseerde vierde bestuurslaag. De PvdA wil het middenbestuur terugbrengen tot ten hoogste twee bestuurslagen, waarbij in ieder geval het waterschap verdwijnt. Per regio krijgen provincies en gemeente een jaar de tijd om met een voorstel te komen voor een afgeslankt middenbestuur te komen. Zo niet, dan komt de landelijke overheid met een plan. Ook de VVD is van mening dat in een democratie de macht daar moet liggen waar de kiezer er greep op heeft. Groen Links is van mening dat bestuurlijke drukte die veroorzaakt wordt door allerlei bestuurlijke tussenlagen moet worden afgeschaft. De Christen Unie stelt dat het primaat moet komen te liggen bij democratisch gelegitimeerde organen als gemeenten, provincies en de rijksoverheid. De SP tenslotte is van mening dat in de huidige regiobesturen een transparante en effectieve democratische controle niet is verzekerd.
10. Gelet op hetgeen hiervoor is beschreven is er reële grond voor twijfel over de toekomst van de Wgr-plus. Daarvan uitgaande is het standpunt gerechtvaardigd om het proces van bestuurlijke vernieuwing in Twente onder het regime van de Wgr-plus in afwachting van landelijke beleidsontwikkelingen te temporiseren. Voorgesteld wordt om dit standpunt in te brengen bij de regioraad in die zin dat wordt voorgesteld om de besluitvorming met zes maanden op te schorten, gerekend vanaf 1 april 2007. Navraag bij het Ministerie van BZK heeft uitgewezen dat hiertegen geen formele of procedurele bezwaren bestaan.
Burgemeester en Wethouders van Dinkelland,
De secretaris, De burgemeester,
Drs. A.B.A.M. Damer Mr. F.P.M. Willeme
---- --