RWI en HBO-raad: Manifest onderwijs - arbeidsmarkt

Raad voor werk en inkomen

PERSBERICHT RWI EN HBO-RAAD

Unieke samenwerking tussen onderwijs, sociale partners en gemeenten Breed akkoord over verhogen scholingsniveau en verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

Den Haag, 15 november 2006

Sociale partners, onderwijsveld en gemeenten zijn het eens geworden over de manier waarop zij gezamenlijk het dreigende kennistekort en de aansluitingsproblemen tussen onderwijs en arbeidsmarkt gaan aanpakken. In het vandaag gepresenteerde manifest 'Talent ontwikkelen, talent benutten' staan de inspanningen die zij de komende jaren samen gaan plegen. De ondertekenende partijen doen een oproep aan het nieuwe kabinet en de nieuwe Tweede Kamer om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte en middelen komen om deze gezamenlijke agenda daadwerkelijk uit te kunnen voeren.

Het manifest is aan onderwijszijde ondertekend door VSNU, HBO-raad, MBO-raad en VO-raad. Aan arbeidsmarktzijde hebben werkgevers-, werknemersorganisaties en gemeenten, verenigd in de Raad voor Werk en Inkomen (RWI), hun handtekening geplaatst. De breedte van dit front geeft aan dat in zowel het onderwijs- als het arbeidsmarktveld een groot gevoel van urgentie leeft.

Het manifest is een initiatief van de RWI en de HBO-raad, als vervolg op hun gezamenlijke analyse 'Kennistekort in Nederland' uit mei dit jaar. Doel van het manifest is om kennistekorten op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door elk talent maximaal te ontwikkelen en toptalent extra te stimuleren. Voorwaarde hiervoor is een kwaliteitsverbetering in het onderwijs. Verder willen de ondertekenaars de mogelijkheden en wensen van (beroeps)onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar gaan afstemmen. Dit vooral met als doel de knelpunten in de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt zo veel mogelijk op te lossen.

Brede consensus over gezamenlijke aanpak
Het bijzondere karakter van het manifest schuilt in het feit dat brede maatschappelijke consensus is bereikt over een gezamenlijke aanpak. Onderwijsveld, sociale partners en gemeenten intensiveren de onderlinge samenwerking en lokale/regionale netwerkvorming. Zij willen gezamenlijk beter anticiperen op nieuwe eisen aan kennis en vaardigheden, op ontwikkelingen in de vraag van werkgevers naar arbeid en op de dreigende tekorten op de arbeidsmarkt. In het manifest leggen zij vast welk beleid zij voor ogen hebben. De ondertekenaars realiseren zich dat hun plannen gevolgen kunnen hebben voor de inrichting van het onderwijs.

Onderwijs en arbeidsmarkt gaan meer doen aan personele en kennisuitwisseling. Sociale partners willen bijvoorbeeld bevorderen dat mensen uit het bedrijfsleven naast hun baan vaker gaan lesgeven in het beroepsonderwijs. Branches en bedrijven gaan meer profiteren van de kennis van hogescholen en universiteiten.

Inhoudelijke afspraken
De ondertekenaars roepen de overheid op hun doelstellingen te ondersteunen door het bieden van meer beleids- en financiële ruimte. Partijen willen onder meer:
- prestatie-afspraken om school- en studieuitval te verminderen;
- bestrijding gebrek aan basiskennis (talen, wiskunde en rekenen) en andere achterstanden;
- differentiatie en maatwerk;

- flexibele studiepaden (minder taboe op 'zitten blijven' en meer ruimte voor 'switchen');
- verbreding, in overleg met het bedrijfsleven, van de beginfase van opleidingen. Hierdoor krijgen leerlingen/studenten meer tijd voor verdere keuzes (zoals specialisatie);
- versterking van praktijkcomponenten, óók in het HBO en WO;
- meer coaching en begeleiding, bijvoorbeeld in de vorm van een bindend studieadvies na één jaar;

- erkenning van het belang van de HBO-masters voor met name HBO-bachelors met enkele jaren werkervaring;

- meer bevordering van ondernemerschap;

- in samenwerking met uitkeringsinstanties scholing aanbieden voor middelbaar en hogeropgeleide (langdurig) werklozen.

Als fundament onder hun gezamenlijke plannen vragen partijen van de politiek om in het hele onderwijs een innovatiebudget in te voeren dat onderwijsinstellingen samen met het bedrijfsleven en andere partners kunnen besteden. Dit budget zou na gebleken succes uiteindelijk moeten groeien naar ongeveer 5% van de onderwijsbegroting.

Kans op 'tweede carrière' voor elke werknemer
Om doorstroom en mobiliteit te vergroten, wordt het fenomeen 'een leven lang leren' vernieuwd. Richtpunten zijn niet meer alleen functiebehoud en functieontwikkeling, maar vooral loopbaanontwikkeling en functieverandering, ook buiten de eigen sector of het oude beroep. Elke werknemer moet de kans krijgen op een 'tweede carrière'. De ondertekenaars willen af van de formele opleidingsbelemmeringen en vinden daarom dat elke werknemer de mogelijkheid moet krijgen tot een zogeheten 'loopbaan-EVC' (Erkenning van eerder Verworven Competenties). Een loopbaan-EVC geeft een breed inzicht in beroepsmogelijkheden en de daarvoor benodigde scholing, maar maakt geen deel uit van een regulier onderwijstraject. Partijen verwachten hierdoor meer dynamiek en mobiliteit op de arbeidsmarkt. Sociale partners zijn bereid te bezien of dit soort punten via opneming in CAO-s versterkt kunnen worden.

Modernisering van het docentschap
Voor goed en efficiënt onderwijs is een versterking van de positie van de docent noodzakelijk. Modernisering van het docentschap is cruciaal. Het manifest bepleit daarom investeringen in meer functiedifferentiatie, loopbaanperspectief en een nieuwe beloningsstructuur, waarin onderwijsgebonden prestaties uitzicht bieden op promotie.

Voor de redactie,