Secretarie
Communicatiebureau/Bestuur
informatie
| |Postbus 16200 | | |3500 CE Utrecht | | |Telefoon: (030) 286 1132 | | |Fax: (030) 286 1143 | | |Internet: www.utrecht.nl |
Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders
1. Ontwerp nieuwe begrenzing bebouwde kom Boswet
De huidige gebiedsgrenzen van de bebouwde kom (Boswet) worden vernieuwd. Ze zijn sterk verouderd want de Utrechtse grenzen zijn vast gesteld in 1964 en die van Vleuten-De Meern in 1984. Ook zijn ze achterhaald door de samenvoeging met Vleuten-De Meern en de bouw van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn.
De ligging van de grenzen is bepalend voor de toestemming die nodig is om een boom te mogen vellen. Buiten de bebouwde kom moet het voornemen om een boom te vellen gemeld moet worden aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Binnen de bebouwde kom moet een velvergunning bij burgemeester en wethouders worden aangevraagd (voor bomen, waarvan de stam op 1,3 meter hoogte dikker is dan 15 cm).
De gemeenteraad kan de grenzen van de bebouwde kom in de zin van de Boswet vaststellen. Het ontwerp van de nieuwe begrenzing wordt 30 dagen ter inzage gelegd en belanghebbenden kunnen zienswijzen naar voren brengen. Na de inzagetermijn en het verwerken van eventueel ingekomen zienswijzen gaat een voorstel tot het vaststellen van de grenzen naar de gemeenteraad. Na het raadsbesluit moet deze grenswijziging ook nog worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Meer informatie: Erlijn Mulder, 030- 286 11 48
2. Overdracht politietaken aan gemeente
De politie regio Utrecht verricht op dit moment taken die wettelijk zijn opgedragen aan de gemeente Utrecht. In een brief aan het college (d.d. oktober 2005) geeft de politie aan de taken te willen overdragen. Het gaat hierbij om taken als 'Vergunningverlening en handhaving van onder andere horeca-instellingen', 'Verloren en gevonden voorwerpen' en 'Opsporen en verwijderen van voertuigwrakken'. Na overdracht van deze taken, kan de politie meer capaciteit inzetten op toezicht, handhaving en opsporing.
Het college heeft ingestemd met de notitie over de overdracht van de taken en heeft opdracht gegeven de organisatievoorstellen rondom de taken uit te werken. Bij de Voorjaarsnota 2007 zal de definitieve besluitvorming over de organisatie en de financiering van takenoverdracht plaatsvinden. In de loop van 2007 zullen de taken geleidelijk aan worden overgedragen. Mogelijk zijn de taken dan per 1 januari 2008 volledig door de gemeente overgenomen.
Meer informatie: Sari Klatter, 030- 286 14 90
3. Mogelijk nieuwe regeling voor doorschuiven naar een andere woning binnen hetzelfde complex
Er is een nieuwe regeling gemaakt voor het doorschuiven naar een andere woning binnen hetzelfde wooncomplex of portiek. Het gaat hierbij om verhuizen binnen een complex door onder meer senioren of jongeren naar een gunstiger gelegen woning (bijvoorbeeld op de zuidzijde of dichter bij de lift gelegen). De regeling die hier nu voor bestaat is niet inzichtelijk, omdat de vrijkomende woningen niet in de Woningkrant worden gepubliceerd. Ook de nieuwe regionale huisvestingsverordening, die dit jaar van kracht is geworden, maakte het noodzakelijk dat er over een nieuwe 'doorschuifregeling' nagedacht werd. Inschrijftijd is voortaan de maat voor toewijzing van een sociale huurwoning. Zowel De Bundeling als de Stichting Utrechtse Woningcorporaties hebben eerder aangegeven dat zij de doorschuifregeling, in aangepaste vorm, willen houden. Zowel de leefbaarheid als de saamhorigheid in een complex varen er wel bij. Voor de nieuwe regeling is echter nog wel toestemming van Bestuur Regio Utrecht nodig.
In het plan voor de nieuwe regeling worden de vrijkomende woningen wel in de Woningkrant geplaatst. Woningzoekenden die ingeschreven staan bij Woningnet kunnen met voorrang reageren op een vrijkomende woning in hun eigen bouwblok. De inschrijfduur bij Woningnet bepaalt de volgorde. De nieuwe woning moet gelijkwaardig zijn aan de oude woning. Als er toestemming voor deze regeling komt, kan deze mogelijk per 1 januari a.s. ingevoerd worden.
Meer informatie: Sylvia Borgman, 030- 286 10 55
4. Nieuwe woningen aan de Van Lieflandlaan
De gemeente Utrecht is van plan om ongeveer 35 tot 40 woningen te gaan bouwen op het terrein aan de van Lieflandlaan. Het gaat om de herontwikkeling van een tijdelijk sportveld. Het college heeft hier een Concept Nota van Uitgangspunten voor vastgesteld. Hierin zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten geformuleerd, die de gemeente aan de nieuwbouw stelt. In Tuindorp/Voordorp wonen meer gezinnen met kinderen en ouderen dan gemiddeld in de stad Utrecht. Dit woningbouwprogramma is een aanvulling voor de wijk. Er is extra aandacht voor speelgelegenheid en seniorenwoningen in dit plan. Omwonenden kunnen meepraten over de plannen tijdens een informatieavond en worden verder op de hoogte gesteld via een wijkbericht. Daarna stelt de gemeente de definitieve Nota van Uitgangspunten vast.
Meer informatie: Erlijn Mulder, 030- 286 11 48
5. Parkeerplaatsen Aïdadreef
Het college van B&W heeft besloten om het trottoir aan de noordoost en oostkant van het kantoorgebouw aan de Aïdadreef 7 te verhuren, om er 30 tijdelijke parkeerplaatsen te kunnen maken. Het kantoorgebouw ligt dichtbij het station Overvecht en heeft jarenlang leeggestaan. Sinds enige tijd is het verhuurd aan de vakbeweging CNV. Het pand wordt verbouwd en gemoderniseerd. Op de begane grond worden parkeerplaatsen vervangen door kantoorruimte, waardoor het gebouw weer een levendige uitstraling krijgt. Nadeel van deze verbouwing is dat er minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn.
Om dit op te vangen mag de verhuurder op het trottoir aan de noordoost en oostkant van het gebouw en direct hieraan grenzend, dertig parkeerplaatsen realiseren. Deze zijn uitsluitend bestemd voor werknemers of bezoekers van het CNV. Bij het opstellen van de herinrichtingsplannen voor dit gebied wordt naar een definitieve oplossing voor het parkeren gezocht.
Om mogelijke overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken, wordt voor en na aanleg van de parkeerplaatsen de parkeerdruk gemeten. Als dit voor de buurt een negatieve uitkomst heeft, gaat de gemeente met het bedrijf en de omwonenden naar oplossingen zoeken.
Meer informatie: Erlijn Mulder, 030- 286 11 48
6. Uitzonderingsregels van het handhavingsbeleid Bouwbeheer
Het toestaan van (tijdelijke) overtredingen van de bouwregels is alleen in uitzonderingssituaties mogelijk. In 'Uitzonderingsregels van het handhavingsbeleid Bouwbeheer', heeft het college vastgelegd onder welke voorwaarden en in welke situaties uitzonderingen op de bouwregels mogelijk zijn. Deze situaties worden vastgelegd en bij de belanghebbenden bekend gemaakt. Daarmee ontstaat duidelijkheid over het Utrechtse beleid, waarmee de gemeente tegemoet komt aan een aanbeveling van de VROM-inspectie.
Overtredingen van de bouwregels worden door bouwinspecteurs van de gemeente gesignaleerd en aangepakt. Er zijn echter uitzonderingssituaties denkbaar, waarin de gemeente overtredingen wel toestaat. Bijvoorbeeld in het geval van een supermarkt, die een vergunning heeft voor een tijdelijke winkel tot het nieuwe winkelcentrum klaar is. Als de bouw van het winkelcentrum uitloopt, zal de vergunning aflopen en de tijdelijke winkel illegaal worden. In dat geval is het mogelijk dat de gemeente in de tijdelijke situatie niet handhavend optreedt, totdat het nieuwe winkelcentrum klaar is.
Overtredingen op bouwregels mogen alleen als de bestaande situatie binnenkort, bijvoorbeeld door aanpassingen in het beleid, legaal wordt. Of als het gaat om historisch gegroeide situaties waarbij zicht is op beëindiging van de illegale activiteit in het gebouw. Maar ook als het gaat om experimenten of als het overmacht- of noodsituaties betreft. In 'Uitzonderingsregels van het handhavingsbeleid Bouwbeheer' staan alle uitzonderingssituaties op een rij.
Besluit de gemeente de uitzonderingsregels toe te passen, dan moet de overtreding in tijd en omvang zo klein mogelijk zijn. Ook worden de belangen van betrokkenen zorgvuldig afgewogen. Bovendien blijft de gemeente de situatie in de gaten houden. De gemeente blijft controleren en legt de uitzonderingssituaties op schrift vast en maakt ze bekend aan de belanghebbenden.
Meer informatie: Dianne Westerink, 030- 286 11 48
---- --