European Union



MEMO/06/424

Brussel, 14^ november 2006

Concentraties: samenvatting van de door GdF en Suez gedane toezeggingen

De Europese Commissie heeft de fusie van Gaz de France (GdF) en de Suez-groep goedgekeurd op grond van de EU-concentratieverordening, mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd (zie IP/06/1558). Met deze voorwaarden worden de toezeggingen die de partijen op 13 oktober 2006 hebben voorgesteld, juridisch bindend. Zij omvatten vijf belangrijke punten:

i) afstoting van het belang van Suez in Distrigas;

ii) afstoting van het belang dat GdF (via Segebel) in SPE heeft;

iii) herstructurering van de activiteiten van Fluxys NV en opgeven van alle controle over deze onderneming;

iv) een reeks aanvullende maatregelen (vooral investeringen) in verband met de gasinfrastructuur in België en Frankrijk;

v) afstoting van Cofathec Coriance en de stadsverwarmingsinstallaties die door Cofathec Services worden geëxploiteerd.

Afstoting Distrigas

Suez doet zijn belang in Distrigas over aan een derde partij, die moet beschikken over relevante ervaring in de energiesector en met name de downstreamlevering aan eindgebruikers. De kandidaat-overnemer moet door de Commissie worden goedgekeurd.

Distrigas wordt in zijn geheel verkocht, met alle materiële en immateriële activa, met inbegrip van de upstream-leveringscontracten die het momenteel in zijn inkoopportfolio heeft.

Vooraleer de fusieonderneming haar belang in Distrigas van de hand doet, sluit zij een of meer leveringscontracten met Distrigas om een deel van de behoeften te dekken van de gasgestookte centrales van Electrabel en de behoeften van Electrabel Customer Solutions (ECS) om haar klanten te bedienen (vooral huishoudens). Deze contracten zijn goed voor maximaal 70 terawattuur (TWh) op het tijdstip van de afstoting, en nemen mettertijd af. Na vijf jaar blijven er contracten voor slechts 20 TWh over.

Tot slot zeggen de partijen toe dat, wanneer bestaande openbare gasdistributeurs in België die klant zijn bij ECS, door Distrigas of een door haar beleverde wederverkoper worden overgenomen, de opslagcapaciteit in België en de overeenkomstige opgeslagen volumes onmiddellijk aan Distrigas worden overgedragen.

Afstoting SPE

De partijen zeggen toe dat GdF haar 50%-belang in het kapitaal van Segebel van de hand doet; Segebel heeft zelf een 51%-belang in het kapitaal van SPE.

Reorganisatie van de activiteiten van Fluxys en opgeven van zeggenschap over Fluxys NV wat betreft de gereguleerde activiteiten

De activiteiten van Fluxys worden ondergebracht in twee entiteiten: Fluxys NV en Fluxys International NV. Fluxys International NV, dat ontstaat uit het huidige Fluxys LNG NV, wordt eigenaar van de LNG-terminal in Zeebrugge en de niet-gereguleerde Belgische en buitenlandse activa (BBL, Huberator, Gas Management Services Ltd, Belgian Pipe Control, C4Gas en Endex). De andere entiteit (Fluxys NV) wordt eigenaar van het volledige Belgische net voor gastransmissie/-transit en van de volledige Belgische infrastructuur voor gasopslag. Met het oog daarop krijgt Fluxys NV van GdF haar 25%-belang in Segeo (bedrijf voor gastransmissie/-transit) overgedragen, terwijl zij van Suez het bedrijf Distrigas & Co (dat transitcapaciteit op de Troll- en rTr-routes verkoopt) overgedragen krijgt.

Fluxys NV exploiteert alle infrastructuur die volgens de Belgische wetgeving wordt gereguleerd (transmissie-/transitnet, opslag, LNG-terminal).

De partijen zeggen toe geen zeggenschap over Fluxys NV uit te oefenen, noch in rechte of in feite, noch via een aandeelhoudersovereenkomst. Als garantie voor deze toezeggingen zijn de partijen de volgende verbintenissen aangegaan:

Wat Fluxys NV betreft, zeggen de partijen toe:


- niet meer dan 45% van het kapitaal van Fluxys NV aan te houden; Publigas heeft overigens al 45% van dit kapitaal in handen;


- niet meer dan 7 van de 21 vertegenwoordigers te hebben in de raad van bestuur - even veel als Publigas - en geen voorstellen te doen voor de benoeming van de 7 onafhankelijke bestuurders die ook lid zullen zijn van deze raad van bestuur;


- dat geen van de directeuren van Fluxys NV enige verantwoordelijkheid heeft wat betreft gasleveringsactiviteiten;


- binnen Fluxys NV een directiecomité op te richten dat exclusief bevoegd is voor i) het beheer (met inbegrip van de zakelijke strategie) van de gereguleerde infrastructuur, en ii) het algemene investeringsplan voor gereguleerde infrastructuur in België. De raad van bestuur kan het algemene investeringsplan niet verwerpen, behalve wanneer een dergelijke investering impact zou hebben op de onderneming (vrijwaring van de financiële belangen van aandeelhouders optredend als investeerders). In dat geval stemmen de partijen om de financiering van de investeringen door een derde partij mogelijk te maken en, zo nodig, het kapitaal van Fluxys NV voor derden open te stellen met als specifieke doel de financiering van die investeringen;


- geen controle uit te oefenen op het directiecomité, noch in feite of in rechte, noch via een aandeelhoudersovereenkomst.

Wat Fluxys International NV betreft, zeggen de partijen toe dat:


- de fusieonderneming niet meer dan 60% van het kapitaal van de onderneming in handen heeft;


- het reeds vermelde directiecomité van Fluxys NV een algemeen investeringsplan opstelt voor de LNG-terminal en de Hub Zeebrugge. De raad van bestuur van Fluxys International NV kan dit plan niet verwerpen, behalve wegens de financiële impact ervan op de onderneming (vrijwaring van de financiële belangen van aandeelhouders optredend als investeerders). Het directiecomité van Fluxys NV kan ook op eigen initiatief aanvullende investeringen voorstellen voor de gereguleerde en niet-gereguleerde activa die eigendom zijn van Fluxys International NV of haar dochterondernemingen. Mochten deze investeringen worden verworpen door de raad van bestuur van Fluxys International NV, dan stemmen de vertegenwoordigers van de fusieonderneming om de financiering van de investeringen door een derde partij mogelijk te maken en, zo nodig, het kapitaal van Fluxys International NV voor derden open te stellen met als specifieke doel de financiering van die investeringen.

Aanvullende maatregelen in verband met gasinfrastructuur in België en Frankrijk

België

De partijen zeggen met name toe in Zeebrugge één entry-point te creëren, waarin de hub voor pijpleidingen, de LNG-terminal, het arrival-point van de Interconnector Zeebrugge Terminal (IZT) en het arrival-point van de Zeepipe Terminal (ZPT) worden samengebracht.

Frankrijk

LNG-opslag en -terminals

De partijen zeggen met name toe nieuwe opslagcapaciteit (80 Mm³ op de locatie Trois Fontaines (beschikbaar eind 2009) en 60 Mm³ in de Alsace-locatie (beschikbaar uiterlijk 2018)) en nieuwe capaciteit op de Montoir-terminal (beschikbaar vanaf 2007) te ontwikkelen. Deze nieuwe capaciteit wordt op de markt aangeboden vóór ze beschikbaar komt, ten dele al vóór eind 2007. Wat de toegang tot de Fos Cavaou-terminal betreft, wordt, bij de ingebruikneming en dit voor capaciteit die niet voor de lange termijn is gereserveerd, in samenspraak met de toezichthouder CRE een transparante en niet-discriminerende verkoopwijze uitgewerkt.

Correctiemechanismen voor het GRTgaz-netwerk

De partijen zeggen toe een reeks uiteenlopende maatregelen te nemen ter verbetering van de werking van de use it or lose it-mechanismen en de capaciteit die kan worden teruggegeven.

Investering in deodorisering

De partijen zeggen toe dat GRTgaz op het Taisnières H entry-point een deodoriseringsinstallatie zal bouwen die een fysieke stroom van 300 000 m³ per uur richting België aankan.

Governance en transparantie

De partijen zeggen met name toe:


- GRTgaz meer onafhankelijkheid te geven wat betreft communicatie en de garanties te versterken in verband met de bescherming van gevoelige informatie;


- de activiteiten van de exploitant van de LNG-terminal over te dragen aan dochterondernemingen in overeenstemming met regels inzake onafhankelijkheid die zijn afgestemd op die bij GRTgaz.

Stadsverwarmingsnetten

De partijen zeggen de afstoting toe van:

i) Cofathec Coriance en alle onderdelen die haar handelsfonds uitmaken, met inbegrip van alle werknemers en alle contracten, doch met uitsluiting van haar belang in stadskoelingsnetwerken (nl. Climespace, dat het stadskoelingsnet in Parijs exploiteert, en SESAS, dat het stadskoelingsnet van het Stade de France exploiteert), en

ii) de vijf stadsverwarmingsnetwerken die Cofathec Services exploiteert, alsmede de medewerkers die in de exploitatie van deze netwerken actief zijn.