Persbericht, 13 november 2006.
EMBARGO TOT DINSDAG 14 NOVEMBER 09.00 UUR.
Beschermde status onvoldoende voor Waddenzee
Het Waddengebied ondervindt ondanks de status van beschermd natuurgebied
schadelijke gevolgen van de schelpdiervisserij. Daardoor zijn bepaalde
trekvogelsoorten in aantal afgenomen. Dat concluderen onderzoekers van
het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de
Rijksuniversiteit Groningen na een vergelijking van beviste en
niet-beviste wadplaten. Hun onderzoeksresultaten verschijnen morgen in
het online wetenschapsblad PLoS Biology.
De onderzoekers baseren hun bevindingen op de kwaliteit van wadplaten
als foerageergebied voor kanoeten. Deze trekvogels zijn voor hun voedsel
vooral afhankelijk van kokkels, in het wad levende schelpdieren. Uit het
onderzoek blijkt dat het wadoppervlak dat ongeschikt is als
foerageergebied voor kanoeten tussen 1988 en 2002 is toegenomen van 66
procent naar 87 procent. Die kwaliteitsverslechtering schrijven de
onderzoekers toe aan bevissing; alleen in onbeviste gebieden behield het
wadoppervlak dat wel als foerageergebied voldoet dezelfde omvang.
De schelpdiervisserij exploiteerde tijdens de onderzoeksperiode
driekwart van de wadplaten. Bij schelpdiervisserij gedurende een langere
periode verandert echter de samenstelling van de bodem. De bovenste vijf
centimeter van de wadbodem wordt omgewoeld. Alle organismen die groter
zijn dan 19 millimeter worden daarbij verwijderd. Dat leidt tot een
steeds grover sediment.
***Voedseldichtheid en voedselkwaliteit***
Schelpdieren uit de Waddenzee vestigen zich niet of nauwelijks in bodems
met grof sediment. Ook kunnen zij zich in grof zand minder goed voeden,
waardoor hun kwaliteit afneemt. Kanoeten kunnen zich via een vergrote
spiermaag aanpassen aan verminderde voedseldichtheid en
voedselkwaliteit. Dat lukt echter niet als beide verschijnselen
tegelijkertijd optreden.
Uit de vergelijking tussen beviste gebieden en ongestoorde gebieden
bleek dat de dichtheid van kleine kokkels gedurende de onderzoeksperiode
stabiel bleef in beviste gebieden, maar dat de kwaliteit van kleine
kokkels per jaar met 11,3 procent afnam. In ongestoorde gebieden nam het
aantal kleine kokkels met 2,6 procent toe terwijl de kwaliteit van de
kokkels stabiel bleef. De spiermaag van de kanoet groeide in die periode
echter niet genoeg waardoor vooral vogels met een kleine maag het loodje
leggen.
De biodiversiteit in de Waddenzee wordt onder meer beschermd door de
Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. Volgens de onderzoekers heeft de
verminderde kwaliteit van de kokkels en de afname van het aantal kokkels
tot een daling van het aantal kanoeten in de Waddenzee geleid. Deze
lokale afname kan op zijn beurt de achteruitgang van de gehele Europese
populatie verklaren.
Het artikel 'Shellfish Dredging Pushes a Flexible Avian Top Predator out
of a Marine Protected Area' verschijnt op 14 november in PLos Biology.
PLoS Biology is een open acces tijdschrift en kan kosteloos door
iedereen worden geraadpleegd op http://biology.plosjournals.org/.
Het NIOZ is een onderzoeksinstituut van de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
---
Noot voor de redactie,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek