Politie Gelderland-Zuid
Korpsen treffen maatregelen na onjuiste geurproeven
NO-Nederland, 14-11-2006 Naar aanleiding van signalen uit de eigen
organisatie op grond waarvan geconcludeerd kon worden dat bij het
uitvoeren van geuridentificatieproeven met speurhonden niet conform
het voorgeschreven protocol gehandeld zou zijn, hebben de korpsen
Twente en Noord- en Oost-Gelderland een intern oriënterend onderzoek
ingesteld.
De in totaal zes speurhondengeleiders van de oefengroep
speurhondengeleiders van de korpsen in Noord en Oost Nederland zouden
geuridentificatieproeven met speurhonden niet volgens het
voorgeschreven protocol hebben uitgevoerd (Keuringsreglement
Politiespeurhond menselijke geur 1997 en Keuringsreglement
Politiespeurhond menselijke geur 2006). Er zou nagelaten zijn om de
proeven blind uit te voeren. Ook zou de ambtelijke verslaglegging niet
conform de regels hebben plaatsgevonden.
Het gaat om speurhondgeleiders uit de korpsen Gelderland-Zuid,
Gelderland-Midden, Noord- en Oost-Gelderland, Twente, IJsselland en
Flevoland.
Op basis van de resultaten van het interne oriënterende onderzoek
hebben de korpschefs en de korpsbeheerders van de betrokken regios
onmiddellijk enkele maatregelen genomen.
Zo zijn de betrokken politiemensen voorlopig uit hun functie ontheven
en worden zij gedurende het onderzoek met andere, niet-executieve
werkzaamheden belast. De oefengroep is voorlopig ontmanteld en de
honden zijn teruggegaan naar het KLPD (Korps Landelijke Politie
Diensten), de eigenaar van de speurhonden. De geuridentificatieproeven
worden gedurende die tijd verricht door andere gecertificeerde
medewerkers en hun honden.
Tevens hebben de korpschefs opdracht gegeven de organisatorische
inbedding en aansturing van deze solitaire functie door te lichten en
voorstellen ter verbetering te doen. Op korte termijn moeten deze
voorstellen aan de korpschefs worden voorgelegd.
Op verzoek van de zes betrokken politiekorpsen in Noord en Oost
Nederland stelt de Rijksrecherche in opdracht van het Openbaar
Ministerie in Zutphen op dit moment een oriënterend strafrechtelijk
onderzoek in naar de werkzaamheden van zes speurhondgeleiders. Op dit
moment is nog niet duidelijk om hoeveel zaken het gaat en welke
gevolgen dit onderzoek voor die zaken zal hebben. Het onderzoek strekt
zich uit over de periode van september 1997 tot maart 2006.
Nader toelichting is te verkrijgen bij de woordvoerder van de politie
Noord- en Oost-Gelderland.