Radboud Universiteit Nijmegen
Partnergeweld moeilijk te herkennen
Uit nationaal en internationaal onderzoek is bekend, dat één op de
vier à vijf vrouwen thuis mishandeld wordt. Bij vrouwen die de
huisarts bezoeken ligt dit aantal nog hoger: van hen wordt ongeveer
één op de drie mishandeld door partner of ex-partner. Mishandelde
vrouwen vinden het moeilijk om het partnergeweld bij de huisarts aan
te kaarten en ook de huisarts zelf begint er niet graag over.
Huisartsen die een speciale training hebben gevolgd, zijn beter dan
voorheen in staat om huiselijk geweld te herkennen en bespreekbaar te
maken. Dit staat in het proefschrift van huisarts en onderzoekster
Sylvie Lo Fo Wong, waarop zij 14 november promoveert.
Stapje voor stapje
Het is voor artsen lastig om te doorgronden of een vrouw, die ze in de
spreekkamer tegenover zich hebben mishandeld is, erkent Sylvie Lo Fo
Wong. Zij is huisarts in Rotterdam, onderzoekster bij de afdeling
Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van het UMC St Radboud, en
gespecialiseerd in het onderwerp vrouwenmishandeling. Jaren geleden al
kwam ze er achter, hoe vaak het probleem eigenlijk voorkomt. Dat was
een hele schok, want patiëntes beginnen er haast nooit over. `Vrouwen
zeggen niet dat ze mishandeld zijn, ze schamen zich ervoor. Ze komen
naar de dokter met vage pijnklachten, zoals nekklachten, buikpijn of
psychische klachten door stress. Als de arts al mishandeling vermoedt,
durft hij of zij het niet aan te kaarten, bang om de relatie met de
patiënte onder druk te zetten.'
Lo Fo Wong heeft ondertussen veel onderzoek gedaan onder zowel
huisartsen als mishandelde vrouwen. `We hebben het hier niet over een
enkele klap,' licht ze toe, `maar over langdurige fysieke, psychische
of seksuele mishandeling.' Zij stelt vast dat huisartsen die een
speciale cursus hebben gevolgd, daarna tijdens het consult veel beter
met het fenomeen mishandeling kunnen omgaan. Getrainde huisartsen
signaleren bijna vijf keer zo vaak gevallen van mishandeling als voor
de training. Tijdens de training leren ze waar ze alert op moeten zijn
en hoe ze het probleem het beste, stapje voor stapje, aan de orde
kunnen stellen. Ook leren ze hoe ze de vrouw verder kunnen helpen.
`Het blijkt, dat artsen vaak niet weten dat er aan mishandeling iets
gedaan kan worden,' zegt Lo Fo Wong. `De politie maakt er tegenwoordig
altijd werk van, en er is opvang voor de vrouw èn voor haar kinderen.
Ook die lijden onder de situatie.'
Uit haar onderzoek bleek, dat mishandelde vrouwen het erg waarderen,
als de dokter doorvraagt. Dit in tegenstelling tot wat veel artsen
denken. De vrouw is opgelucht als het hoge woord eruit is.
Opleiding
Het wordt hoog tijd, dat er in de opleiding tot arts aandacht komt
voor vrouwenmishandeling, stelt Lo Fo Wong. Ze pleit voor een vast
blok `Geweld in het gezin' in de basisopleiding en in de
huisartsopleiding. `Dit soort langdurig geweld heeft erg veel medische
consequenties. Zelfs als het geweld uiteindelijk stopt, kan de vrouw
blijvende psychische en fysieke schade oplopen. En kinderen die er
getuige van zijn, kunnen er hun leven lang een trauma aan overhouden.'
Het is dan ook van belang dat niet alleen de mishandelde vrouw, maar
ook haar eventuele kinderen door de arts gevolgd blijven worden, aldus
de onderzoekster.
Sylvie Lo Fo Wong, The doctor and the woman "who fell down the
stairs". Proefschrift RU Nijmegen, 14 november 2006. Promotores:
prof.dr. A.L.M. Lagro-Jansen, prof.dr. F.P.J.F. Wester. Het
promotie-onderzoek is gesubsidieerd door Zilveren Kruis Achmea.