Van Ardenne:
Een stedenband is een band tussen mensen
11-11-2006 | Soesterberg | Toespraak
Van Ardenne - Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Vierde kennisfestival van het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland-Nicaragua (LBSNN) 'Stedenbanden Nederland-Nicaragua werken door!'
Inleiding
Dames en heren,
Allereerst dank voor de uitnodiging om vandaag aanwezig te zijn bij dit stedenbandfestival. En uiteraard feliciteer ik het LBSNN van harte met haar twintigjarig bestaan!
In een steeds kleiner wordende wereld zijn grensoverschrijdende contacten tussen gemeenten en lokale, maatschappelijke organisaties hier én daar steeds belangrijker. Behalve op nationaal niveau worden we immers ook op lokaal niveau geconfronteerd met globalisering. De toenemende invloed van globalisering op onze lokale leefwereld wordt door sociologen ook wel glokalisering genoemd: de wisselwerking tussen mondiale verschijnselen en de lokale invulling daarvan. Het stedenbandmodel is een mooi voorbeeld van glokalisering: het verbindt het globale met het lokale. Stedenbanden gedijen prima in de 'global village': ze zijn bij uitstek geschikt om in te spelen op de lokale behoeften in de globaliserende wereld.
Nicaragua is na Haïti het armste land van Midden- en Zuid-Amerika. Tachtig procent van de bevolking leeft van minder dan twee dollar per dag. Nicaragua behoort daarom tot één van de 36 partnerlanden in het kader van het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid. Dankzij de inzet van alle aanwezigen hier vandaag gaat de band tussen Nederland en Nicaragua echter veel verder dan een partnerschap op nationaal niveau.
Stedenbanden
U allen zet zich immers in voor de 18 stedenbanden die Nederland en Nicaragua rijk zijn. De meeste bestaan al ruim twintig jaar en zijn stevig verankerd in de Nederlandse samenleving. Ze zijn destijds opgezet omdat veel mensen in Nederland gegrepen waren door de strijd van de Sandinisten. De stedenbanden zijn gebleven. Ze zijn geen doel op zich, maar een middel om kennis en ervaring over lokaal bestuur en de lokale leefomgeving te delen, én aandacht te vragen voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland.
Als bestuursvorm staan gemeenten het dichtst bij de lokale bevolking. Zij zijn erop ingericht om allerlei vormen van praktische hulp aan te bieden en hebben specialistische hulp in huis die landelijk of internationaal soms ontbreekt. Op dat niveau - zo weet ik ook uit eigen ervaring - verval je soms in lange vergaderingen tussen de toppen van grote organisaties en overheden en dat levert in de praktijk niet altijd meteen genoeg op.
Bovendien beschikken gemeenten over een bestuursapparaat dat voorziet in contacten met alle geledingen van de bevolking. Want stedenbanden zijn natuurlijk méér dan alleen contacten tussen gemeentebesturen. Behalve de gemeente onderhouden allerlei lokale maatschappelijke organisaties -variërend van woningbouwverenigingen, scholen, gezondheidszorginstellingen, wijkorganisaties, vrouwen- en jongerenorganisaties tot kerkelijke verenigingen - contacten met hun Nicaraguaanse zusterorganisaties. De stedenband is in dat opzicht een afspiegeling van de pluriforme, stedelijke samenleving.
De internationale afdeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG International, werkt ook actief aan capaciteitsopbouw op decentraal niveau in ontwikkelingslanden, onder meer in Nederlandse partnerlanden in Oost-Europa en Afrika. VNG International bemiddelt om stedenbanden tot stand te brengen en te onderhouden, evalueert gemeentelijk internationaal beleid en biedt trainingen aan. Ik moedig het LBSNN aan zich daarbij aan te sluiten om kennis en ervaring uit te wisselen. Stedenbanden kunnen leren van elkaars fouten en successen.
Bijdrage democratiseringsproces
De afgelopen decennia hebben de stedenbanden een belangrijke bijdrage geleverd aan het democratiseringsproces in Nicaragua, dat onvermijdelijk gepaard ging met soms scherpe politieke tegenstellingen. De stedenbanden speelden daarbij vaak de rol van bemiddelaar.
De inbreng van de Nederlandse gemeenten is altijd geweest dat gemeenten moeten besturen op basis van de behoeften van de bevolking en niet op basis van partijbelangen. Deze houding haalde vaak de scherpe kanten van politieke tegenstellingen af. Oud-burgemeester Isaac Deleo van Juigalpa heeft begin jaren negentig herhaaldelijk gezegd dat hij het zo prachtig vond dat de stedenbanden altijd boven de partijen stonden. In Nederland vinden we dat de normaalste zaak van de wereld; in andere landen wordt nog vaak gedacht vanuit partijpolitiek.
Op dit moment is het democratiseringsproces in Nicaragua in volle gang. Afgelopen zondag waren er verkiezingen. Nederland heeft voormalig ambassadeur Jan Willem Bertens, oud-ontwikkelingswerker Cees van Bossum en Monique Reijntjes, die veel ervaring met verkiezingen in Midden- en Oost-Europa heeft, als waarnemers naar Managua gestuurd. Zij maken deel uit van de waarnemingsdelegatie die namens de Europese Unie naar Managua is afgereisd. We hebben vernomen dat de verkiezingen goed zijn verlopen en dat de opkomst circa 70% was.
Daniel Ortega heeft de verkiezingen gewonnen. Ik ga niet zeggen dat dit nieuwe regime tot mislukken gedoemd is. We moeten dit nieuwe regime een kans geven. Wat we nu zien is dat de hele regio zich aan het vormen is. Nicaragua staat er niet alleen voor. De Centraal-Amerikaanse landen staan tezamen sterker om als blok afspraken te maken met andere machtsblokken zoals de Verenigde Staten, bijvoorbeeld over het afschaffen van handelsbarrières. Nederland zal Nicaragua blijven steunen. Het land heeft nog een lange weg te gaan. Hoewel er meer kinderen naar school gaan, is de armoede in Nicaragua toegenomen.
Draagvlak ontwikkelingssamenwerking in Nederland
Dames en heren,
Ik hecht veel waarde aan internationale samenwerking op lokaal niveau, vooral ook omdat daarmee het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder de Nederlandse bevolking wordt versterkt. Activiteiten in het kader van de stedenbanden beperken zich immers niet tot fondsenwerving en de uitvoering van projecten; minstens zo belangrijk is voorlichting aan de lokale bevolking in Nederland over ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en de huidige situatie in Nicaragua in het bijzonder. Met voorlichtingsactiviteiten worden tal van mensen op buurtbijeenkomsten, tentoonstellingen, sportevenementen, markten, tijdens kerkdiensten, en via huis-aan-huisbladen, lokale radio en televisie geïnformeerd over de leefomstandigheden van mensen in een ontwikkelingsland als Nicaragua.
Persoonlijk contact in het kader van stedenbanden werkt vaak heel stimulerend en enthousiasmerend. Iemand die je kent die zich inspant voor een ander spreekt meer aan dan een anonieme organisatie waarvan eens in de zoveel tijd een acceptgiro in de brievenbus valt. Onlangs is in opdracht van NCDO onderzoek gedaan naar de motieven achter particuliere initiatieven en hun donateurs. Daaruit blijkt dat steeds meer mensen geld geven aan goede doelen die zijn opgezet door mensen uit hun eigen omgeving. Ook worden steeds meer particuliere initiatieven opgezet door mensen die zélf projecten uitvoeren in ontwikkelingslanden. Mensen steunen zulke initiatieven omdat het ze persoonlijk gevraagd is door mensen in hun nabije omgeving. Door het grote enthousiasme en de persoonlijke benadering voelen donateurs zich meer betrokken. Ze willen iets doen, maar hebben daarbij wél behoefte aan binding. Stedenbanden zijn bij uitstek geschikt om die verbinding met mensen aan te gaan.
Millennium Ontwikkelingsdoelen
Dames en heren,
Stedenbanden vormen een belangrijke schakel in het behalen van de Millenniumdoelen, dat begint op lokaal niveau. In het Landenprogramma 'Stedenbanden Nederland-Nicaragua 2005-2008' van het Landelijk Beraad is vastgesteld dat de stedenbanden in hun voorlichtingscampagnes in Nederland de Millenniumdoelen centraal stellen, in het bijzonder de doelstelling dat alle jongens en meisjes in 2015 naar school gaan. Nicaragua is op het gebied van onderwijs overigens op de goede weg; er gaan evenveel meisjes als jongens naar school.
De ruim vijftig scholenbanden tussen scholen in Nederland en Nicaragua leveren een prima bijdrage aan het informeren van Nederlandse scholieren over de Millenniumdoelen. Begin oktober heb ik op een basisschool in Zoetermeer - zusterstad van Jinotega - twee muurschilderingen onthuld die de kinderen samen met de Nicaraguaanse kunstenaar Julio Moreno hadden gemaakt. Hij maakt een muurschildertournee langs acht Nederlandse steden en vraagt daarbij op basisscholen, in bibliotheken en jongerencentra aandacht voor de stedenbanden en de Millenniumdoelen. Jongeren worden op die manier al in een vroeg stadium en op een creatieve manier betrokken en vertrouwd gemaakt met de Millenniumdoelen en de betekenis ervan in Nicaragua. Dat vind ik ontzettend belangrijk. Jongeren zijn immers de toekomst - zíj zullen invulling moeten geven aan de Millenniumdoelen.
In Delft vond afgelopen maand een festival plaats voor zonne-energie in zusterstad Estelí. De stedenband Delft-Estelí, Stichting De Witte Roos en de gemeente Delft werken samen om honderd zonnepanelen op gezondheidsposten, scholen en bibliotheken in de vele dorpjes rondom de stad Estelí te plaatsen. Op deze plekken is op dit moment niet of nauwelijks elektriciteit beschikbaar. De bewoners maken voor hun energievoorziening daarom noodgedwongen gebruik van milieuonvriendelijke dieselolie en schaars brandhout. Zonne-energie biedt een schone en duurzame oplossing om hun levensomstandigheden te verbeteren. Bovendien houden vrouwen en meisjes meer tijd over voor andere dingen dan brandhout sprokkelen.
Dit project laat zien dat de overdracht van kennis van zonne-energiesystemen in Estelí een bijdrage aan een duurzaam leefmilieu levert, één van de acht Millenniumdoelen. Daarnaast biedt het scholings- en trainingsprogramma dat onderdeel is van het project kansen de kennis en expertise op het gebied van duurzame energie in Estelí te vergroten.
Conclusie
Dames en heren,
Een stedenband is een band tussen mensen. Uitgangspunt is dat je van en met elkaar leert en ervaringen uitwisselt. Ik waardeer de stedenbanden enorm, zowel vanwege de jarenlange maatschappelijke inzet en activiteiten in Nicaragua als de voorlichtingscampagnes in Nederland.
Van leden van de sportclub en de plaatselijke kerkvereniging tot leerlingen van de basisschool: allerlei mensen houden zich via stedenbanden bezig met ontwikkelingssamenwerking. Stedenbanden hebben ertoe bijgedragen dat gemeenten in Nederland een reputatie hebben verworven die tot ver buiten de Nederlandse grenzen doorklinkt. Dat we werken aan ontwikkelingssamenwerking op landelijk en internationaal niveau is natuurlijk van groot belang, maar een democratische en pluriforme samenleving staat of valt met de inzet van burgers en maatschappelijke organisaties - dát zijn de samenbindende factoren. Stedenbanden laten elkaar niet los - die blijven.
Critici hebben activiteiten in het kader van stedenbanden wel eens links hobbyisme genoemd. Ik noem het iets voor een ander willen betekenen, solidariteit tonen, je morele verantwoordelijkheid nemen. Als dat links is - het zij zo. Zelf ben ik vroeger actief betrokken geweest bij de stedenband Vlaardingen-Bacolod, hoofdstad van het Filippijnse suikereiland Negros. Met die stedenband hebben we onder meer vissers geholpen.
In de wereld van vandaag is steeds meer behoefte aan een ander soort burgerschap dat de grenzen van de staat overstijgt: wereldburgerschap. Een wereldburger staat niet alleen stil bij gebeurtenissen die zijn eigen dagelijkse leven raken, maar ook bij zaken die zich heel wat verder van zijn bed afspelen. Wereldburgers richten hun blikveld over de eigen landsgrenzen en zijn zich ervan bewust dat ze verantwoordelijk zijn voor de toekomst van iedereen. Samen proberen ze oplossingen te bedenken voor gemeenschappelijke problemen. Iedereen die zich inzet voor zijn of haar stedenband mag zich met recht een wereldburger noemen!
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken