Opinie 32: `Brief Balkenende aan Mulisch is afrekening'
`Het is een vileine brief.' De brief van premier Balkenende aan Harry
Mulisch, waarin hij de schrijver vraagt waar het maatschappelijk
engagement van intellectuelen, schrijvers en kunstenaars toch is
gebleven, is volgens geschiedfilosoof Frank Ankersmit bedoeld om
intellectuelen `hun hok' te wijzen. `Balkenende roept intellectuelen
op hun toekomstvisie te verkondigen, maar illustreert tegelijk - met
het stalinisme als voorbeeld - hoe gevaarlijk het is als ze dat doen.'
`Het is een tegenstrijdige brief', zegt Ankersmit. `De mensen in wiens
mening Balkenende voorgeeft zo geïnteresseerd te zijn, zet hij neer
als een abjecte groep. Hij richt de brief aan Mulisch, de man waarvan
iedereen weet dat die het regime in Cuba verdedigde. Hij schrijft:
"politieke en maatschappelijke wensdromen van intellectuelen blijken,
zoals u weet, mijnheer Mulisch, te vaak op drijfzand te berusten om
hen te overschatten". Dat is niet aardig.'
Woede afreageren
Ankersmit denkt dat Balkenendes brief een reactie is op aantijgingen
dat de premier een duidelijke ideologie zou missen. `Hij was
bijvoorbeeld heel boos op politicoloog Jos de Beus die politici
recentelijk betichtte van nihilisme. Balkenende is een bevlogen man,
met een sterke christelijke ideologie. Het lijkt erop dat deze brief
hem min of meer is ontsnapt, en dat hij daarbij het meer voor de hand
liggende kwaad heeft gekozen: intellectuelen als Mulisch die zich
bemoeien met zaken waar ze geen verstand van hebben. Eigenlijk
reageert hij zijn woede af op de verkeerde groep.' Maar Balkenende
roept intellectuelen toch juist op om zich méér te laten horen? `Ja,
zodat hij ze neer kan sabelen en kan laten zien dat grootse
toekomstidealen niets met praktische politiek te maken hebben.'
Op de divan
De brief en het boekje Aan de kiezer, waarin de brief is gepubliceerd,
zijn volgens Ankersmit in grote snelheid geschreven. `Het is slordig
geschreven en er zitten aardig wat taalfouten in. Dat is ook het
interessante eraan. Balkenende heeft zich in zijn haast vanwege
naderende verkiezingen een beetje laten gaan, de censor was er even
niet. Daardoor zijn hem in dit boekje wellicht dingen ontsnapt waar
hij zich niet bewust van was. Dat gunt de lezer een onverwachte blik
in de ziel van de man. Het is Balkenende op de divan van de psychoana
lyticus.'
Aan de oppervlakte verwijt Balkenende intellectuelen dat ze zich te
weinig laten horen, maar eigenlijk vertelt hij mensen als De Beus dat
grote ideologieën gevaarlijke gevolgen hebben in de dagelijkse
politiek. `Dat verwijt is natuurlijk een platitude. Intellectuelen
kunnen zich wel bemoeien met concrete zaken van maatschappelijk
onrecht - dat deden Voltaire en Zola ook al - maar ze moeten niet gaan
vertellen hoe de wereld eruit moet zien. Dat leidt tot
levensgevaarlijke onzin. Dat weet ieder verstandig mens.'
Aanmodderen
Balkenende schrijft in zijn brief dat hij het adres van de Nederlandse
"intelligentia" niet kan vinden. "Dat ik me tot u wend is eerlijk
gezegd bij gebrek aan beter", schrijft hij Mulisch wat oneerbiedig.
Die observatie deelt Ankersmit overigens. `Klassieke intellectuelen
die een grote toekomstideologie uitdragen zijn schaars. Dat houdt
inderdaad wel op bij Mulisch. Dat is de klap van het totalitarisme:
niemand wil die ideologieën meer voor zijn rekening nemen. Het is een
politiek kale tijd met weinig idealen.'
Toch vindt Ankersmit wel dat politiek meer moet zijn dan ploeteren van
compromis naar compromis, zoals Balkenende schrijft. `Er komen
problemen aan die je met aanmodderen niet meer oplost. Brandstof raakt
op, het klimaat verandert, het water stijgt, de zeeën zijn over dertig
jaar leeggevist, de oerwouden gekapt. Er moeten heel draconische
maatregelen genomen worden om dat te voorkomen.' Daar, vindt
Ankersmit, ligt zeker een taak voor wetenschappers en universiteiten.
`Ze moeten vaker het publieke belang van hun onderzoek naar buiten
brengen. Ze zitten teveel bovenop al die kennis. Ze moeten niet het
paradijs op aarde willen creëren, maar wel waarschuwen dat alles op
deze manier down the drain gaat'.
Curriculum Vitae
Frank Ankersmit (1945) studeerde geschiedenis en filosofie in
Groningen en is sinds 1977 verbonden aan de RUG. In 1981 promoveerde
hij in Groningen op het proefschrift Narrative logic, a semantic
analysis of the historian's language, een studie naar de relatie
tussen taal en werkelijkheid in historische teksten. Sinds 1992 is
Ankersmit hoogleraar Intellectuele en Theoretische Geschiedenis bij de
RUG. /MB
Informatie
prof.dr. F.R. Ankersmit, tel. (050) 363 5984, e-mail:
f.r.ankersmit@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen