Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB06-105
14 november 2006

Economie groeit 2,6 procent in het derde kwartaal 2006

De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2006 met 2,6 procent gegroeid. Deze groei van het bruto binnenlands product (BBP) is behaald met een werkdag minder dan vorig jaar. De groei van de uitvoer en van de consumptie van huishoudens was dit kwartaal iets minder dan in het eerste halfjaar. De investeringen trokken echter verder aan. De uitvoer blijft de belangrijkste pijler onder de economische groei. Ook de werkgelegenheid blijft stijgen. Er waren 84 duizend banen meer dan een jaar eerder. Dit blijkt uit de eerste raming van de kwartaalrekeningen van het CBS.

Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Het volume van het BBP was in het derde kwartaal 0,6 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2006. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. Deze kwartaal-op-kwartaalgroei is een fractie minder dan gemiddeld in de eerste helft van dit jaar.

Uitvoer groeit iets langzamer Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het derde kwartaal 6,1 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee steeg de uitvoer iets minder dan in de eerste helft van 2006, maar iets meer dan in heel 2005. De lichte groeivertraging komt voor rekening van de uitvoer van Nederlands product. De wederuitvoer liet nog steeds een zeer grote groei zien. De invoer groeide iets sterker dan de uitvoer. De invoergroei komt niet alleen door de wederuitvoer, maar voor een belangrijk deel ook door de aantrekkende binnenlandse bestedingen en productie.

ln.... Huishoudens hebben in het derde kwartaal 2,0 procent meer besteed dan in Aanhoudende groei consumentenbestedingen sbc.... vooral door de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen. De groei hetzelfde kwartaal van 2005. Hierbij is gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in het zorgstelsel. Deze groei is hoger dan in de jaren 2001 tot en met 2005, maar minder dan in de eerste helft van dit jaar. Dit komt hiervan blijft hoog, maar is minder uitbundig dan in het eerste halfjaar. Het w volume van de overheidsconsumptie bleef ongewijzigd. w
w
CBS Persbericht PB06-105 pagina 1 van 6

Investeringen trekken sterk aan
In het derde kwartaal van 2006 is 6,1 procent meer geïnvesteerd dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Vooral in machines, de belangrijkste investeringscategorie voor het bedrijfsleven, maar ook in bedrijfsauto's en in computers werd fors meer geïnvesteerd. Ook de investeringen in woningen en infrastructuur waren duidelijk hoger.

Hogere productie commerciële dienstverleners en bouwers In het derde kwartaal was de productie in de meeste bedrijfstakken hoger. Dit geldt vooral voor de commerciële dienstverleners en de bouw. Binnen de commerciële dienstverlening was de groei het hoogst in de uitzendbranche, de groothandel en het bankwezen. De detailhandel groeide flink door de toegenomen kooplust van de consumenten. De bouwnijverheid profiteerde van de toegenomen investeringsactiviteit.
De productiegroei in de industrie was bescheiden. De productie in de landbouw liep zelfs licht terug. De productie van de energiesector was lager, omdat minder elektriciteit werd opgewekt en minder aardgas werd gewonnen. Er werd meer aardgas en elektriciteit ingevoerd. De groei van de niet- commerciële dienstverlening was zeer gering. De zorgsector groeide bescheiden, terwijl het overheidsbestuur kromp.

Werkgelegenheid blijft onverminderd stijgen
In het derde kwartaal van 2006 waren er 84 duizend banen van werknemers meer dan een jaar geleden. Deze groei van 1,1 procent is gelijk aan die in de eerste helft van dit jaar. In arbeidsjaren (voltijdbanen) valt de groei met 0,9 procent iets lager uit. Dit komt doordat het aantal deeltijdbanen sterker toeneemt dan het aantal voltijdbanen.
Na correctie voor seizoeninvloeden is het aantal banen in het derde kwartaal 0,3 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2006. Ook hieruit blijkt dat de werkgelegenheid in vrijwel hetzelfde tempo blijft toenemen.

Technische toelichting
Algemeen
De economische groei wordt gemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP). Dit is het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de `toegevoegde waarde').
Achtergrondinformatie over de ramingen
Er worden meerdere ramingen samengesteld en gepubliceerd van de economische groei in een kwartaal. De eerste raming of flash-raming wordt uiterlijk 45 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd. De cijfers van de eerste raming kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt. In de tweede raming die uiterlijk 90 dagen na afloop van een kwartaal wordt gepubliceerd, is deze nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie verwerkt. Bovendien komen op dat moment meer detailgegevens beschikbaar. Bij de afsluiting van het vierde kwartaal komt tevens de eerste raming van het jaar gereed en worden de eerste drie kwartalen opnieuw vastgesteld.
CBS Persbericht PB06-105 pagina 2 van 6

Ook nadien kunnen de cijfers nog worden aangepast. De kwartaalgegevens worden namelijk eenmaal per jaar in juli geijkt aan de jaarcijfers van de Nationale rekeningen die volgens een vaste cyclus van drie opeenvolgende ramingen (voorlopige raming, nader voorlopige raming en definitieve raming) worden herzien. Ook hier is sprake van steeds betere en meer gedetailleerde statistische informatie op basis waarvan de ramingen kunnen worden verrijkt. Werkgelegenheid
In het persbericht over de eerste raming van de economische groei in een kwartaal wordt conform Europese afspraken tevens een eerste raming van de werkgelegenheid in dat kwartaal gepubliceerd. Deze raming heeft uitsluitend betrekking op werknemers. Zelfstandigen blijven buiten beschouwing. De raming luidt zowel in banen als in arbeidsjaren (=voltijdbanen). De tweede raming van de werkgelegenheid met daarbij een verdeling van de werkgelegenheid naar bedrijfstakken wordt gepubliceerd in een afzonderlijk persbericht één werkdag na verschijning van het persbericht over de tweede raming van de economische groei op kwartaalbasis. Met ingang van het derde kwartaal 2006 is de ontwikkeling van het aantal banen niet meer gebaseerd op de Enquête Werkgelegenheid en Lonen van het CBS maar op de Polisadministratie van het UWV. De Belastingdienst verzamelt de gemeenschappelijke loonaangifte van bedrijven t.b.v. Belastingdienst, UWV en CBS. Door deze overgang levert het CBS een substantiële bijdrage aan de reductie van de administratieve lasten van bedrijven. Seizoengecorrigeerde gegevens
Normale praktijk is dat mutaties worden berekend ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal van het voorafgaande jaar. Om een zo goed mogelijk beeld te geven van de conjuncturele stand van zaken wordt de groei van het BBP en van het aantal banen ook ten opzichte van het voorgaande kwartaal berekend. Hierbij wordt gecorrigeerd voor seizoen- en werkdageffecten. Bij het uitkomen van nieuwe kwartaalcijfers wordt deze seizoencorrectie steeds opnieuw doorgerekend. Dit leidt doorgaans tot geringe bijstellingen van eerder geraamde cijfers, incidenteel tot meer substantiële bijstellingen. Jaarcijfers
Het persbericht over de tweede raming van de economische groei voor het eerste kwartaal bevat additionele gegevens over het productie- en bestedingendeel van de jaarpublicatie Nationale rekeningen. In dat persbericht zullen daarom twee extra tabellen worden opgenomen met enkele nieuwe jaarcijfers.
Zorgstelsel
Dit jaar is een nieuw zorgstelsel ingevoerd. In de Nationale rekeningen brengt dit een verschuiving met zich mee van consumptie door huishoudens naar consumptie door de overheid. De consumptie door huishoudens is hierdoor in 2006 veel lager, de consumptie door de overheid veel hoger dan een jaar eerder. Ook heeft bij de productie een overheveling plaatsgevonden van overheid naar verzekeringsinstellingen. In dit persbericht zijn de cijfers opgenomen waarin deze verschuivingen zijn verwerkt. Daarnaast zijn tussen haakjes de cijfers opgenomen waarin voor deze verschuiving is gecorrigeerd. Bij de beschrijving van ontwikkelingen is de tekst van het persbericht gebaseerd op de gecorrigeerde cijfers.

CBS Persbericht PB06-105 pagina 3 van 6

Bruto binnenlands product: volume

% mld euro 8 120 6 118 4 116 2 114 0 112
-2 110 I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III 2002 2003 2004 2005 2006 %-mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder (links) seizoengecorrigeerd, mld euro in prijzen 2001 (rechts) Bron: CBS

Tabel 1: Bruto binnenlands product (marktprijzen) Waarde Verandering t.o.v.
zelfde periode vorig jaar voorgaande periode 1)# mld euro volumemutaties in %
2003 476,9 0,3 . 2004 489,9 2,0 . 2005 505,6 1,5 . 2003-I 117,6 0,8 0,7 II 121,3 -0,2 -0,7 III 115,0 0,0 0,1 IV 123,1 0,7 0,6 2004-I 119,9 1,3 1,2 II 124,4 1,8 0,1 III 118,1 2,3 0,5 IV 127,4 2,4 0,1 2005-I 122,5 0,4 0,1 II 128,8 1,9 0,7 III 122,2 2,0 0,8 IV 132,2 1,9 0,6 2006-I 129,2 2,9 0,3 II 134,1 2,8 1,3 III 127,0 2,6 0,6 1) Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en werkdageffecten. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS

CBS Persbericht PB06-105 pagina 4 van 6

Tabel 2: Goederen- en dienstentotalen
2005 2005 2006 IV I 2) II 2) III 2) volumemutaties in % t.o.v. een jaar eerder Consumptieve bestedingen 0,6 1,5 1,9 2,4 1,4 w.v. door huishoudens 0,7 1,6 -0,6 (2,6) -0,7 (2,6) -1,2 (2,0) door overheid 0,3 1,2 7,2 (0,3) 8,3 (2,1) 7,1 (0,0) Investeringen in vaste activa 3,6 2,7 4,4 4,2 6,1 Veranderingen voorraden1) -0,1 1,2 0,7 -1,7 -0,3 Nationale bestedingen 0,9 1,8 2,7 2,5 2,6 Uitvoer goederen en diensten 5,5 2,2 8,3 6,9 6,1 Invoer goederen en diensten 5,1 2,2 8,7 6,9 6,5 Bruto binnenlands product 1,5 1,9 2,9 2,8 2,6 1) In procenten van het BBP in constante prijzen. 2) De getallen tussen haakjes zijn gecorrigeerd voor veranderingen in het zorgstelsel. Bron: CBS

Tabel 3: Toegevoegde waarde van producenten (bruto, basisprijzen) 2005 2005 2006 IV I 1) II 1) III 1) volumemutaties in % t.o.v. een jaar eerder Producenten van:
Goederen -0,4 -0,6 3,9 0,8 0,3 Landbouw en visserij 1,1 3,5 -1,6 1,2 -1,1 Industrie en energie -1,2 -1,7 4,2 0,4 -0,5 w.o. Industrie 0,2 0,6 2,1 1,4 1,1 Bouwnijverheid 1,8 1,5 4,9 1,8 3,7 Commerciële diensten 3,0 3,3 3,1 (2,9) 5,3 (5,1) 4,9 (4,8) Handel, horeca en transport 2,5 3,8 4,9 5,7 5,1 Financiële en zakelijke
diensten 3,4 2,9 1,7 (1,3) 4,9 (4,5) 4,8 (4,5) Niet-commerciële diensten 0,8 1,6 0,4 (0,8) 0,6 (1,0) 0,2 (0,5) 1) De getallen tussen haakjes zijn gecorrigeerd voor veranderingen in het zorgstelsel. Bron: CBS
CBS Persbericht PB06-105 pagina 5 van 6

Tabel 4: Banen van werknemers
Aantal banen er d en opzichte van V an ering t zelfde periode vorig jaar orgaande periode 1) vo X 1000 mutaties in % 2003 7560 -0,6 . 2004 7461 -1,3 . 2005 7441 -0,3 . 2003-III 7620 -0,8 -0,4 IV 7511 -1,1 -0,3 2004-I 7387 -1,5 -0,4 II 7500 -1,4 -0,3 III 7522 -1,3 -0,2 IV 7435 -1,0 -0,1 2005-I 7319 -0,9 -0,3 II 7466 -0,5 0,2 III 7523 0,0 0,3 IV 7456 0,3 0,2 2006-I 7397 1,1 0,4 II 7549 1,1 0,3 III 7607 1,1 0,3 1) Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden.
Bron: CBS

Tabel 5: Arbeidsjaren van werknemers
Aantal arbeidsjaren a eri g ten opzichte van zelfde Ver nd n periode vorig jaar X 1000 mutaties in % 2003 5776 -1,3 2004 5666 -1,9 2005 5627 -0,7 2003-III 5797 -1,5 IV 5732 -1,7 2004-I 5637 -2,2 II 5688 -2,1 III 5682 -2,0 IV 5657 -1,3 2005-I 5571 -1,2 II 5629 -1,0 III 5652 -0,5 IV 5655 0,0 2006-I 5618 0,9 II 5682 0,9 III 5702 0,9 .
Bron: CBS

CBS Persbericht PB06-105 pagina 6 van 6


---- --