FNV Bouw


Nieuwe vormen van samenwerking nodig voor vakopleiding

Over één ding waren alle aanwezigen het eens: voor een goede vakopleiding zijn nieuwe vormen van samenwerking nodig tussen bedrijfsleven en onderwijs. Maar hoe? Daarover liepen de meningen uiteen. Niet alleen bij de sprekers tijdens 'Vakmanschap, talent en ambitie', ook in de discussie. FNV Bouw organiseerde het minisymposium 13 november ter gelegenheid van de overstap naar Fundeon van sectorbestuurder bouw Frans Kokke.

In een meeslepend betoog voerde dr. Frans Meijers, lector aan de Haagse Hogeschool, zijn gehoor van de agrarische samenleving via de industriële samenleving van 40 jaar geleden naar de diensteneconomie van nu. Met praktijkvoorbeelden maakte hij duidelijk dat ook een verwarmingsmonteur, een stukadoor en een timmerman tegenwoordig sociale vaardigheden nodig hebben om de klant tevreden te houden. Alléén kennis van het vak is niet genoeg. Tegelijkertijd kunnen veel jongeren en hun ouders zich tegenwoordig geen goed beeld van veel beroepen meer vormen. "De taak van onderwijs en bedrijfsleven is jongeren eerst verliefd te maken op een beroep. Dan moeten ze daar ervaringen opdoen. Dat geeft ze de gelegenheid om liefde voor het vak te ontwikkelen", aldus Meijers. In zijn visie moeten leerling, praktijkopleider en docent driegesprekken aangaan over de dilemma's die beroepsbeoefenaren in het vak tegenkomen. Dat ziet hij als dé weg om jongeren voor het vak te motiveren.

Hoe dat in de praktijk werkt, kwam in het betoog van Ammir Farokhi van het Friesland College niet helemaal uit de verf. Een film van zijn opleiding toonde wel hoe leerlingen in praktijksituaties oplossingen aandragen voor problemen binnen hun mogelijk toekomstige beroep. Ze bepalen daardoor duidelijker hun keuze voor dat of een ander beroep.

Directeur Bert Beun van Van Dijk Bouw had vooral vragen aan het onderwijs: "Help het bedrijf met advies en steun in plaats van met regels en papier", aldus deze bedrijfsdirecteur met lange ervaring in het bouwonderwijs. Volgens hem kan elke leermeester antwoord geven op de vraag hoe het bij de leerling zit met zijn inzet, met de kwaliteit en de kwantiteit van wat er uit zijn handen komt, zijn inzicht en zijn mogelijkheden om in het vak door te groeien: "Graag met een simpel formulier zonder moeilijke woorden." Bert Beun pleitte voor samenwerking van werkgevers, werknemers en onderwijs in een model van flexibele leerwegen met leren in het bedrijf, leren in iets dat lijkt op een bedrijf en theoretisch onderwijs. "Met wat voor de leerling het beste is." Daarbij moet de bouw ook voor een goed imago zorgen. Misschien toch een beetje 'verliefdheid'.